De Geschiedenis Van De Wereld Volgens Katten





In vroegere tijden waren wilde katten krachtige, vleesetende jagers. En in tegenstelling tot honden, die eeuwenlang selectief gefokt werden, lijken moderne katten genetisch erg op de katten van vroeger. Hoe zijn deze solitaire, krachtige roofdieren onze zetelmaatjes geworden? Eva-Maria Geigl vertelt over de domesticatie van de moderne huiskat.


Bekijk hier de volledige les

Op 27 mei 1941 zonk het Duitse slagschip Bismarck in een heftig vuurgevecht. Slechts 118 van de 2.200 bemanningsleden overleefden de schipbreuk. Maar toen een Brits schip de gevangenen kwam ophalen, vonden ze een onverwachte overlever ... (Gemiauw) Een zwart-witte kat, vastgeklampt aan een drijvende plank. De maanden erna jaagde deze kat op ratten en verhoogde de Britse moraal -- tot een plotse aanval van een onderzeeër de romp brak en het schip deed zinken. Maar -- verrassend genoeg -- niet de kat. (Gemiauw) Hij kreeg de bijnaam Onzinkbare Sam en voer naar Gibraltar samen met de geredde bemanning en hij deed dienst als scheepskat op nog drie andere schepen -- waarvan één ook zonk ... (Gemiauw) ... voor hij met pensioen ging in het Tehuis voor Zeelui in Belfast.

Velen vinden waarschijnlijk niet dat katten goede zeemannen zijn, of meewerkende metgezellen van eender welke aard. Maar katten werken al duizenden jaren aan de zijde van mensen en helpen ons net zo vaak als wij hen. Hoe evolueerden deze solitaire wezens van wild roofdier, tot marineofficier, tot zetelmaatje?

Het temmen van de moderne huiskat kan teruggevoerd worden tot meer dan 10.000 jaar geleden, in de Vruchtbare Sikkel, aan het begin van het Neolithicum. Mensen leerden de natuur te buigen naar hun wil en produceerden veel meer voedsel dan de boeren in één keer konden eten. Deze boeren bewaarden hun graanoverschot in grote kuilen en kleine silo's van klei. Maar deze voedselvoorraden trokken veel knaagdieren aan en ook hun roofvijand, Felis silvestris lybica -- de wilde kat die voorkwam in Noord-Afrika en Zuidwest-Azië.

Deze wilde katten waren snelle, krachtige en vleesetende jagers. Ze leken in grootte en uiterlijk erg op moderne huiskatten. De grootste verschillen waren dat de wilde katten gespierder waren, gestreept en minder sociaal tegenover andere katten en mensen. (Gemiauw)

De overvloed aan prooien in de met knaagdieren bevolkte korenzolders lokte deze gewoonlijk solitaire dieren. (Gemiauw) En toen de wilde katten leerden omgaan met mensen en andere katten tijdens het eten, denken we dat boeren hen ook tolereerden in ruil voor gratis ongediertebestrijding. De verstandhouding was zo voordelig dat ze meegingen met de Neolitische boeren van Anatolië naar Europa en de Middellandse zee.

Ongedierte was een grote plaag van de zeven zeeën. Ze verslonden de voorraden en knaagden aan de touwen, dus katten waren bij het zeilen al lang noodzakelijke metgezellen geworden.

Rond de tijd dat deze Anatolische katten de wereld begonnen te verkennen, temden de Egyptenaren hun eigen plaatselijke katten. Vereerd om het vellen van giftige slangen, vangen van vogels en doden van ratten, werden huiskatten belangrijk in de Egyptische religieuze cultuur. Ze verwierven onsterfelijkheid in fresco's, hiërogliefen, standbeelden en zelfs graven -- gemummificeerd aan de zijde van hun baasjes. (Gemiauw) Egyptische scheepskatten voeren rond op de Nijl, terwijl ze giftige rivierslangen op afstand hielden. En nadat ze promoveerden naar grotere schepen, begonnen ook zij rond te trekken van haven naar haven.

Tijdens de Romeinse overheersing, reisden de schepen tussen Indië en Egypte, met aan boord de Centraal-Aziatische wilde kat F. s. ornata. Eeuwen later, in de middeleeuwen, reisden Egyptische katten tot aan de Baltische zee op de schepen van Vikingen. En zowel de Oosterse als de Noord-Afrikaanse wilde katten -- waarschijnlijk getemd op dat moment -- bleven doorheen Europa reizen, om uiteindelijk koers te zetten naar Australië en Amerika.

Vandaag stammen de meeste huiskatten af van het Oosterse of het Egyptische geslacht van de F. s. lybica. Maar nauwkeurig onderzoek van de genomen en vachtpatronen van moderne katten leert ons dat, anders dan honden, die eeuwen lang selectief fokken hebben ondergaan, moderne katten genetisch erg lijken op de katten van vroeger. En buiten de katten zachtmoediger en socialer maken, hebben we weinig gedaan om hun natuurlijke gedrag te veranderen. Met andere woorden, katten zijn vandaag wat ze altijd al waren: wilde dieren. Krachtige jagers en wezens die ons niet als hun baasjes zien. En gezien onze lange geschiedenis samen, hebben ze misschien wel gelijk.

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen