De Kracht Van Vrije Tijd





Om de zeven jaar sluit Stefan Sagmeister zijn studio in New York voor een sabbaticaljaar om hun creatieve perspectief te verjongen en te verfrissen. Hij legt uit wat de vaak veronachtzaamde waarde is van vrije tijd en toont de vernieuwende projecten waartoe zijn tijd in Bali hem inspireerde.


"Ik leid een designstudio in New York. Om de zeven jaar sluit ik hem voor een jaar om een paar kleine experimenten op te zetten, dingen die altijd moeilijk te verwezenlijken zijn tijdens het normale werkjaar. Gedurende dat jaar zijn we niet beschikbaar voor onze cliënten. We zijn helemaal gesloten. Zoals je je kan voorstellen is dat een fijne en heel energieke periode.

Ik had de studio in New York oorspronkelijk opgezet om mijn twee liefdes te combineren, muziek en design. We creëerden video's en packaging voor vele muzikanten die jullie kennen. En voor vele anderen van wie jullie nog nooit hebben gehoord. Ik besefte dat zoals met vele dingen in mijn leven waar ik van hou, ik mij eraan aanpaste. En na verloop van tijd vervelen ze mij. En in ons geval begon ons werk er hetzelfde uit te zien. Je ziet hier een glazen oog in een uitgesneden boek. Het vergelijkbare idee van een parfum verpakt in een uitgesneden boek. Dus besliste ik het voor een jaar te sluiten.

Er is ook de wetenschap dat we tegenwoordig ongeveer de eerste 25 jaar van ons leven aan leren besteden. Dan zijn er nog eens 40 jaar die voor werken zijn gereserveerd. En aan het eind hangen er nog 15 jaar pensioen. Ik dacht dat het nuttig zou kunnen zijn om vijf van die pensioenjaren af te knippen en ze te spreiden tussen de werkjaren in. (Applaus) Dat is duidelijk aangenaam voor mijzelf. Maar waarschijnlijk nog belangrijker is, dat het werk dat uit deze jaren voortkomt terugvloeit naar het bedrijf en naar de maatschappij in het algemeen, eerder dan naar één of twee kleinkinderen.

Er is een TED-collega die twee jaar geleden sprak, Jonathan Haidt, die zijn werk definieerde in drie verschillende niveaus. Daar kon ik me helemaal in vinden. Ik kan mijn werk als een job zien. Ik doe het om het geld. Ik kijk op donderdag waarschijnlijk al uit naar het weekend. En ik heb wellicht een hobby nodig om in balans te blijven. In een carrière ben ik duidelijk meer geëngageerd. Tegelijk zullen er periodes zijn dat ik denk: is al die noeste arbeid echt de moeite waard? In het derde geval, de roeping, zou ik het waarschijnlijk ook doen als ik er niet voor werd betaald.

Ik ben zelf geen religieus persoon maar ik ging wel op zoek naar de natuur. Ik had mijn eerste sabbatjaar in New York City doorgebracht. Ik zocht iets anders voor het tweede. Europa en de VS trokken mij niet aan omdat ik ze te goed kende. Dus werd het Azië. De mooiste landschappen die ik in Azië had gezien waren Sri Lanka en Bali. In Sri Lanka was er een burgeroorlog aan de gang. Dus werd het Bali. Het is een prachtige maatschappij, erg ambachtelijk gericht.

Ik kwam er aan in september 2008 en begon bijna meteen te werken. Er komt fantastische inspiratie uit de regio zelf. Nochtans was het eerste dat ik nodig had muggenverdelgende typografie want ze waren echt wel massaal aanwezig. En dan had ik een manier nodig om wraak te nemen op al de wilde honden die rond mijn huis hingen en mij aanvielen tijdens mijn ochtendwandelingen. Dus maakten we deze reeks van 99 portretten op T-shirts. Elke hond op een T-shirt. Met als een kleine wraak een ietsje venijnige boodschap (Gelach) op de achterkant van het T-shirt. (Gelach)

Vlak voor ik New York verliet besloot ik dat ik mijn studio zou kunnen opknappen en het dan helemaal aan hen overlaten. Ik moest niets doen. Dus zocht ik meubilair. Het bleek dat al het meubilair dat ik echt leuk vond te duur was voor mij. En al het meubilair dat ik me kon veroorloven, vond ik niet leuk. Dus één van de dingen waar we ons mee bezighielden op Bali was stukken meubilair. Deze heeft natuurlijk nog steeds met de wilde honden te maken. Hij is nog niet helemaal af. En ik denk dat tegen het moment waarop deze lamp ontstond (Gelach) ik eindelijk vrede had gesloten met die honden. (Gelach)

Dan is er een koffietafel. Ik heb ook een koffietafel gemaakt. Ze heet "Wees nu hier". Er zitten 330 kompassen in. We lieten speciale espressokopjes maken met een verborgen magneet en deden de kompassen flippen door er steeds op te focussen. Dit is een nogal praatgraag, woordenrijk soort stoel. Op Bali begon ik ook voor het eerst in mijn leven te mediteren. Tegelijk besef ik uiterst goed hoe saai het is om te horen over het geluk van anderen. Ik zal daar dus niet te ver op in gaan;

Velen van jullie zullen deze TEDster kennen, Danny Gilbert, wiens boek ik uit de TED book club heb. Ik denk dat het me vier jaar heeft gekost om het eindelijk gelezen te krijgen, tijdens mijn sabbatjaar. Het deed me plezier te zien dat hij het boek tijdens zijn eigen sabbatjaar had geschreven. Ik zal je een paar mensen tonen die baat hebben gehad bij een sabbatjaar.

Dit is Ferran Adria. Vele mensen vinden dat hij momenteel de beste chef ter wereld is met zijn restaurant ten noorden van Barcelona, elBulli. Zijn restaurant is zeven maanden per jaar open. Hij sluit het voor vijf maanden om met een volledige keukenploeg te experimenteren. Zijn jongste cijfers zijn nogal indrukwekkend. Hij heeft gedurende het jaar plaats voor 8.000 mensen. En hij heeft 2,2 miljoen aanvragen voor reservaties.

Als ik kijk naar mijn cyclus, zeven jaar, een sabbatjaar, dan is dat 12,5% van mijn tijd. Als ik kijk naar bedrijven die succesvoller zijn dan het mijne, 3M geeft al sinds de jaren '30 al zijn ingenieurs 15 procent tijd om te doen wat ze willen. Er zijn een paar mooie successen. Scotch tape is een resultaat van dit programma, net zoals Art Fry de PostIt ontwikkelde gedurende zijn persoonlijke tijd voor 3M. Google is natuurlijk erg bekend omdat het 20 procent geeft aan zijn software-ontwikkelaars om hun persoonlijke projecten na te streven.

Heeft iemand hier al eens een sabbatjaar gehad? Dat is ongeveer 5% van het totaal. Ik weet niet of je je buur zijn hand zag opsteken. Praat met hem en vraag of het een succes was. Ik heb gemerkt dat bij het zoeken naar wat ik leuk zal vinden in de toekomst de beste methode is om met mensen te praten die het daadwerkelijk hebben gedaan. Dat is veel beter dan dat ik het mijzelf voorstel.

Toen ik de idee had om er een te doen ging dat zo: ik nam de beslissing en noteerde ze in mijn agenda. Vervolgens vertelde ik er zoveel mogelijk mensen over zodat ik er later niet meer vanonder kon muizen. (Gelach)

In het begin, tijdens mijn eerste sabbatjaar, was het vrij rampzalig. Ik dacht dat ik het zonder plan moest doen, dat dit tijdsvacuüm op één of andere manier heerlijk zou zijn en aanlokkelijk voor het genereren van ideeën. Dat was niet zo. Zonder plan reageerde ik alleen maar op kleine verzoekjes, niet werkgerelateerd, want die weigerde ik allemaal, maar andere kleine vraagjes. Post zenden naar Japanse designmagazines en dergelijke. Dus werd ik mijn eigen stagiair. (Gelach)

Heel snel maakte ik een lijst van de dingen waarvoor ik interesse had, ik ordende ze, verdeelde ze over tijdsspannes en maakte dan een plan, zoals op school. Wat staat er hier? Maandag acht tot negen: verhalen schrijven. Negen tot tien: toekomstdenken. Was niet zo succesvol. Enzovoort. En dat was, vooral als startpunt van het eerste sabbatjaar, voor mij een heel goed systeem. Wat leverde het op? Ik kwam echt opnieuw nader tot het design. Ik had plezier. Financieel was het, op lange termijn bekeken, een succes. Omwille van de hogere kwaliteit konden we hogere prijzen vragen.

En wat waarschijnlijk het belangrijkste is, ongeveer alles dat we hebben gedaan gedurende de zeven jaar na het eerste sabbatjaar kwam voort uit het denken tijdens dat ene jaar. Ik zal jullie een paar projecten tonen die voortkwamen uit de zeven jaar na dat sabbatjaar. Eén van de denksporen waar ik bij betrokken was, was dat gelijkheid zo ongelooflijk overschat is. De hele idee dat alles precies gelijk moet zijn werkt goed voor een hele kleine groep bedrijven en niet voor alle anderen.

We kregen de vraag om een identiteit te ontwerpen voor Casa de Musica, het muziekcentrum gebouwd door Rem Koolhaas in Porto, Portugal. En hoewel ik een identiteit wilde maken die de architectuur niet gebruikte, slaagde ik daar niet in. Dat kwam vooral omdat ik iets besefte, door een presentatie van Rem Koolhaas voor de stad Porto waar hij had gesproken over een bundeling van verschillende betekenislagen. Ik begreep dit, nadat ik het van architectentaal had vertaald naar gewoon Engels, als logo-creatie. Ik begreep dat het gebouw zelf een logo was.

Toen werd het erg gemakkelijk. We zetten er een masker op, keken ernaar tot diep in de grond, onderzochten het van alle kanten, west, noord, zuid, oost, boven- en onderkant. We kleurden ze op een bijzondere manier door een vriend van mij software te laten schrijven, de Casa de Musica Logo Generator. Die is verbonden aan een scanner. Je legt er een afbeelding op, zoals die afbeelding van Beethoven. En de software zal je binnen de seconde een Casa de Musica Beethovenlogo bezorgen. Wat, als je echt een Beethovenposter moet ontwerpen, handig is omdat de visuele informatie van het logo en de poster exact hetzelfde zijn.

Het zal dus altijd bij elkaar passen, conceptueel gezien. Als de muziek van Zappa wordt uitgevoerd krijgt ze haar eigen logo. Of Philip Glass of Lou Reed of de Chemical Brothers, die daar allemaal hebben opgetreden, krijgen hun eigen Casa de Musica logo. Intern werkt het hetzelfde voor de voorzitter of de muziekdirecteur. Hun Casa de Musica-portret komt terecht op hun visitekaartje. Er is een volledig orkest dat in het gebouw woont. Het heeft een transparantere identiteit. De vrachtwagen waarmee ze op tournee gaan. Of er is een kleiner hedendaags orkest, 12 mensen, die hun eigen titel remixen.

En één van de handigheidjes die eruit kwamen was dat je het soort logo kon gebruiken om er reclame mee te maken. Zoals deze poster van Donna Toney, of Chopin, of Mozart, of La Monte Young. Je kan de vorm nemen en er een lettertype van maken. Je kan het onder de huid laten groeien. Je kan een poster maken voor een familie-event voor het huis, of een rave onder het huis, of een wekelijks programma, of educatieve diensten.

Tweede inzicht. Tot op dat punt was ik meestal bezig geweest met, of had ik de taal van het design gebruikt voor reclamedoeleinden, wat OK was voor mij. Van de ene kant heb ik niets tegen verkopen. Mijn ouders zijn allebei verkopers. Maar ik had het gevoel dat ik zoveel tijd besteedde aan het leren van deze taal. Waarom maakte ik er alleen reclame mee? Er moest iets anders zijn. En er kwam een hele reeks werk uit voort. Sommigen van jullie hebben het misschien al gezien. Ik heb er een deel van getoond op eerdere TEDs onder de titel "Dingen die ik tot nu toe in mijn leven heb geleerd". Ik zal er nu twee tonen.

Dit is een muur van bananen van verschillende rijpheid op de openingsdag van een galerij in New York. Er staat: "Zelfvertrouwen geeft mooie resultaten." Dit is na een week. Na twee weken, drie weken, vier weken, vijf weken. En je ziet dat het zelfvertrouwen bijna terugkomt, maar niet helemaal. Dit zijn een paar foto's die bezoekers mij toezonden. (Gelach)

En toen gaf de stad Amsterdam ons een plein en vroeg ons om er iets mee te doen. We gebruikten de tegels als een raster voor ons werkje. We kregen 250.000 muntstukken van de centrale bank, van verschillende zwartheid. We hadden er splinternieuwe, blinkende, gemiddelde, en erg oude, donkere. Met behulp van 100 vrijwilligers creëerden we in een week tijd deze tamelijk fleurige typografie waarin stond: "Obsessies maken mijn leven erger en mijn werk beter."

En de idee was natuurlijk om het zo kostbaar te maken dat je als publiek zou twijfelen: "Moet ik echt zoveel geld meenemen als ik kan? Of moet ik het werk intact laten, zoals het nu is?" Terwijl we dit alles opbouwden, gedurende die week, met 100 vrijwilligers, waren een groot aantal buren van rond het plein bij het project betrokken geraakt. Ze vonden het erg leuk. Toen het eindelijk af was en er de eerste nacht een man kwam met grote plastic zakken die zoveel muntjes opraapte als hij kon dragen, belde één van de buren de politie.

En de Amsterdamse politie, in al haar wijsheid, kwam, zag, en wilde het kunstwerk beschermen. Ze veegden het bij elkaar en namen het in bewaring op het politiebureau. (Gelach) Ik denk dat jullie ze hier zien vegen. Dat is de politie die er komaf mee maakt. Na acht uur was dat alles wat er over was van het hele ding. (Gelach)

We werken ook aan de start van een groter project op Bali. Het is een film over geluk. Hier hadden we een paar varkens uit de buurt gevraagd om de aftiteling voor ons te doen. Ze waren niet glad genoeg. Dus vroegen we de gans om het over te doen en we hoopten dat ze het op één of andere manier eleganter of mooier zou doen. Volgens mij legde ze het er wat te dik op. Een klein beetje te decoratief. Mijn studio is vlak bij het apenwoud. De apen in dat apenwoud zagen er nogal gelukkig uit. Dus vroegen we deze kerels om het over te doen. Ze deden het goed, maar ze hadden wat problemen van leesbaarheid. Tja, wat je niet zelf doet raakt nooit echt goed gedaan.

De komende twee jaar zullen we aan die film werken. Dat zal dus even duren. Natuurlijk denk je misschien dat een film maken over geluk niet echt de moeite is. Dan kan je natuurlijk altijd deze man gaan opzoeken.

Video: (Gelach) En ik ben blij dat ik leef. Ik ben blij dat ik leef. Ik ben blij dat ik leef.

Stefan Sagmeister: Dankjewel."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen