Waarom Sommigen Het Moeilijker Vinden Om Te Trainen Dan Anderen





Waarom worstelen sommige mensen meer met afvallen dan anderen? Sociaal psycholoog Emily Balcetis laat onderzoek zien dat zich richt op een van de vele factoren: zicht. In een informatieve spreekbeurt laat ze zien dat, als het om conditie gaat, sommige mensen de wereld letterlijk anders zien dan anderen -- en geeft ze een verrassend eenvoudige oplossing om die verschillen te overbruggen.


"Men vindt gezichtsvermogen het belangrijkste zintuig dat we hebben. We kijken voortdurend naar de wereld om ons heen, en wat we zien, onderscheiden we vlot, en maken er iets logisch van.

Laten we beginnen met een voorbeeld daarvan. Ik laat je een foto zien van iemand, een paar seconden lang. Ik wil dat je probeert te herkennen welk gevoel zijn gezicht uitdrukt. Klaar? Daar gaan we. Gewoon je eerste reactie. Oké, wat heb je gezien? Dit hebben we onderzocht bij 120 personen. De uitkomsten waren divers. Men was het er niet over eens welke emotie men zag op zijn gezicht. Misschien zag je onbehaaglijkheid. Dat antwoord kregen we het vaakst. Maar vraag het aan de persoon links van je, dan zegt die misschien spijt of scepsis, en vraag je het aan iemand rechts van je, dan antwoordt hij misschien iets heel anders, zoals hoop of empathie. Nogmaals, we kijken naar precies hetzelfde gezicht. We zien misschien iets totaal verschillends, omdat perceptie persoonlijk is. Wat we denken te zien, wordt in feite gefilterd door ons eigen geestesoog.

Natuurlijk zijn er veel andere voorbeelden van hoe we de wereld zien door ons eigen geestesoog. Ik geef er een paar. Volgers van een dieet, bijvoorbeeld, zien appels groter dan mensen die niet op calorieën hoeven te letten. Honkballers zien de bal kleiner als ze net een inzinking hebben gehad, vergeleken met spelers die net heel goed hebben staan spelen. Onze politieke voorkeur kan ook beïnvloeden hoe we anderen zien, inclusief politici. Mijn onderzoeksteam en ik besloten deze vraag te testen. In 2008 was Barack Obama voor de eerste keer presidentskandidaat. We hebben het onderzocht bij honderden Amerikanen. Een maand voor de verkiezing. Wat hebben in dit onderzoek ontdekt dat mensen, sommige Amerikanen, vinden, dat deze foto's het best weergeven hoe Obama er echt uitziet. Van deze mensen koos 70 procent bij de verkiezing voor Obama. Andere mensen dachten echter dat deze foto's Obama het beste weergeven. 89 procent van deze mensen koos voor McCain. We lieten veel foto's van Obama een voor een zien. Men had niet in de gaten dat we ondertussen van de ene foto op de andere, de huidskleur kunstmatig lichter of donkerder hadden gemaakt.

Hoe kan dat dan? Hoe kan het dat ik bij het kijken naar een persoon, een voorwerp of een gebeurtenis, iets heel anders zie dan iemand anders? Er zijn veel redenen, maar voor een reden moeten we iets beter snappen hoe onze ogen werken. Wetenschappers van gezichtsvermogen weten dat de hoeveelheid informatie die we kunnen zien op een bepaald tijdstip, en waar we ons op kunnen richten, nogal klein is. Wat we goed scherp en helder kunnen zien, is gelijk aan het oppervlak van een duim aan een uitgestrekte arm. Alles eromheen is onscherp. Veel van wat onze ogen voorgeschoteld krijgen, is daardoor dubbelzinnig. Maar we moeten duidelijkheid scheppen en betekenis geven aan wat we zien. Onze hersenen moeten dat hiaat opvullen. Hierdoor is perceptie iets subjectiefs, en daarom zien we tenslotte door ons geestesoog.

Ik ben dus sociaal psycholoog, en het zijn dit soort vragen die me intrigeren. Ik ben gefascineerd door de keren dat mensen het niets eens zijn wat ze zien. Waarom ziet iemand letterlijk het glas halfvol, terwijl de ander het letterlijk halfleeg ziet? Hoe komt het dat iemand, door wat hij denkt en voelt, de wereld ziet op een totaal andere manier? Maakt dat iets uit? Om deze vragen aan te pakken, besloten mijn onderzoeksteam en ik flink te gaan graven in iets dat internationaal aandacht trok: onze gezondheid en conditie. Over de hele wereld worstelen mensen met hun gewicht en er zijn allerlei methodes die ons helpen om de pondjes kwijt te raken. We hebben bijvoorbeeld de beste voornemens om na de eindejaarsfeesten te gaan trainen, maar de meeste Amerikanen merken dat hun nieuwjaarsvoornemens mislukt zijn tegen Valentijnsdag. We praten tegen onszelf op bemoedigende manier, door te zeggen dat dit ons jaar wordt om weer in vorm te komen. Maar dat is niet genoeg om ons weer op het juiste gewicht te krijgen. Waarom dan? Dat is natuurlijk geen makkelijke vraag, maar een reden die ik bepleit, is dat ons geestesoog misschien tegen ons werkt. Sommigen zien training letterlijk als moeilijker, en sommigen zien training letterlijk als makkelijker.

Als eerste stap in het onderzoek verzamelden we objectieve metingen van de conditie van de proefpersonen. We maten de omtrek van hun taille ten opzichte van hun heupomtrek. Een hogere taille-heupratio kan wijzen op lichamelijk minder fit zijn dan bij een lagere taille-heupratio. Nadat we deze metingen gedaan hadden, vertelden we de deelnemers dat ze naar een finish moesten lopen met extra gewicht als een soort wedstrijd. Maar voordat ze dat deden, vroegen we ze de afstand te schatten naar de finishlijn. We dachten dat de conditie van hun lichaam van invloed was op de geschatte afstand. Wat hebben we ontdekt? De taille-heupratio voorspelde de geschatte afstand. Mensen die niet in vorm waren, zagen de afstand naar de finishlijn als duidelijk groter dan de mensen die beter in vorm waren. De conditie van hun eigen lichaam bepaalde de perceptie van hun omgeving. Maar onze hersenen kunnen dat ook. Ons lijf en onze hersenen spannen samen om ons de wereld om ons heen anders te doen zien.

Daarom denken we dat mensen met een sterke wil en uitdagende doelen om te oefenen de finishlijn wellicht dichterbij zien dan mensen die een zwakkere wil hebben. Om te testen of de motivatie onze perceptie op deze manier bepaalt, deden we een tweede onderzoek. We verzamelden nogmaals objectieve metingen van de fysieke conditie van de personen, door de omtrek van hun taille te meten en de omtrek van hun heupen, en we lieten hen nog een paar conditietesten doen. Met de feedback die we ze gaven, vertelden sommige deelnemers dat ze niet meer gemotiveerd waren om te trainen. Ze vonden dat ze al fit genoeg waren en dat ze niets meer gingen doen. Ze waren niet gemotiveerd. Anderen vertelden echter, na onze feedback, dat ze erg gemotiveerd waren om te trainen. Ze hadden een sterke wil om de finishlijn te halen. Voordat we ze naar de finishlijn lieten lopen, lieten we ze de afstand schatten. Hoe ver was de finishlijn? En nogmaals, net als bij het vorige onderzoek, zagen we dat de taille-heupratio de geschatte afstand liet voorspellen. Niet-fitte mensen zagen de afstand groter. Ze zagen de finishlijn verder weg dan de mensen die fitter waren. Belangrijk is dat dit alleen gebeurde bij mensen die niet gemotiveerd waren om te oefenen. Anderzijds zagen de mensen die erg gemotiveerd waren om te trainen, de afstand als kort. Zelfs de meest niet-fitte mensen zagen de finishlijn net zo dichtbij, of zelfs iets dichterbij, dan de mensen die fitter waren.

Ons lichaam kan dus aanpassen hoe ver weg de finishlijn lijkt, maar mensen die een haalbaar doel hadden gekozen, dat ze in de nabije toekomst konden halen, en waarvan ze dachten het te kunnen halen, zagen de oefening als makkelijker. We gingen ons afvragen of er een strategie was die we konden gebruiken om mensen te leren hun schatting van de afstand te veranderen, en de oefening makkelijker te laten lijken.

We bogen ons over de literatuur over gezichtsvermogen, om uit te zoeken wat we konden doen. Met die kennis bedachten we een nieuwe strategie die we "Houd je doel voor ogen" noemden. Dat is geen slogan op een inspirerend affiche. Hij geeft aan hoe je moet kijken naar je omgeving. We suggereerden mensen die we op deze manier trainden, om zich te richten op de finishlijn, rondkijken te vermijden, en de finish in te beelden met een schijnwerper erop, waardoor alles eromheen onscherp was, en misschien wel moeilijk te zien. We dachten dat deze strategie zou helpen om de oefening makkelijker te doen lijken. We vergeleken deze groep met een referentiegroep. Aan deze groep zeiden we: kijk gewoon rond zoals je altijd doet. Je ziet de finishlijn, maar je ziet misschien ook de vuilnisbak rechts of de mensen bij de lantaarnpaal links. We dachten dat mensen die deze strategie kozen, de afstand als groter zouden zien.

Wat hebben we ontdekt? Had deze strategie succes bij het veranderen van hun perceptie toen we ze de afstand lieten schatten? Ja. Mensen die het doel voor ogen hielden, zagen de finishlijn 30 procent dichterbij dan mensen die rondkeken zoals ze altijd deden. We vonden dat fantastisch omdat het betekende dat deze strategie hen hielp de oefening makkelijker te laten lijken. Maar de grote vraag was, of dit hen kon helpen de oefening beter te doen. Kon het ook de kwaliteit verbeteren van de oefening?

Toen vertelden we de deelnemers dat ze moesten lopen naar de finishlijn met extra gewicht. We gaven ze gewichten aan hun enkels die 15 procent van hun eigen gewicht wogen. We zeiden dat ze de knieën moesten heffen en snel naar de finish moesten lopen. We bedachten deze oefening speciaal als een gemiddeld uitdagende maar niet onmogelijke oefening, zoals de meeste oefeningen die onze conditie verbeteren.

De grote vraag was: als ze hun doel voor ogen hielden en sterk op de finishlijn focusten, veranderde dat dan hun ervaring met de oefening? Dat was zo. Mensen die hun doel voor ogen hielden, vertelden na afloop dat het hen 17 procent minder inspanning kostte om de oefening te doen dan mensen die normaal rondkeken. Het veranderde hun subjectieve ervaring van de oefening. Het veranderde ook het objectieve karakter van hun oefening. Mensen die het doel voor ogen hielden, bewogen 23 procent sneller dan mensen die normaal rondkeken. Om dat in verhouding te zien: 23 procent verbetering is als je Chevy Citation van 1980 inruilen voor een Chevrolet Corvette van 1980.

We waren hier erg enthousiast over, omdat het betekende dat een strategie die niets kost en makkelijk te gebruiken is, ongeacht of men in vorm is, of worstelt om dat te worden, veel effect had. Met je doel voor ogen, lijkt en voelt de oefening makkelijker, zelfs als men meer zijn best doet omdat men sneller ging. Ik weet dat gezondheid meer is dan een beetje sneller wandelen, maar je doel voor ogen houden kan een bijkomende strategie zijn om een gezonde leefstijl te bevorderen.

Als je nog niet overtuigd bent dat we de wereld via onze hersenen zien, dan heb ik nog een laatste voorbeeld. Hier is een foto van een mooie straat in Stockholm, met twee auto's. De auto achteraan lijkt veel groter dan de auto vooraan. In het echt zijn ze even groot. Maar zo zien we dat niet. Zijn onze ogen daarom op hol geslagen en zijn onze hersenen een puinhoop? Nee, dat betekent het helemaal niet. Zo werken onze ogen gewoon. We zien de wereld verschillend, en soms niet helemaal zoals in de realiteit. Maar het betekent niet dat een van ons gelijk heeft en de ander niet. We kijken allemaal via onze hersenen, maar we kunnen onszelf leren anders te kijken.

Ik kan me dagen bedenken die helemaal mis zijn gegaan voor mij. Ik ben het zat, chagrijnig, moe, en ik loop helemaal achter. Er hangt een grote zwarte wolk boven mijn hoofd. Op zulke dagen lijkt het of iedereen om me heen ook in de put is. Mijn collega's kijken verveeld als ik ze vraag om de deadline te verschuiven. Mijn vriendin lijkt gefrustreerd als ik te laat voor de lunch ben door een vergadering, en aan het einde van de dag kijkt mijn echtgenoot teleurgesteld omdat ik liever naar bed ga dan naar de film. Op zulke dagen waarop iedereen ontdaan is en boos op me lijkt, probeer ik me te herinneren dat je anders naar ze kunt kijken. Misschien was mijn collega wel in de war. Misschien was mijn vriendin bezorgd, en misschien voelde mijn echtgenoot gewoon met mij mee. We zien de wereld allemaal door ons eigen geestesoog, en soms lijkt het of de wereld een gevaarlijke, uitdagende, onneembare horde is. maar het hoeft niet altijd zo te lijken. We kunnen onszelf leren om het anders te zien. Als we een manier vinden om de wereld mooier en makkelijker te laten lijken, dan wordt hij dat ook.

Dankjewel."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen