Op Ski's En In Je Eentje Naar De Noordpool





Poolreiziger Ben Saunders vertelt over zijn verschrikkelijke solo ski-reis naar de Noordpool, compleet met bijzondere anekdotes, prachtige foto's en nooit eerder vertoonde video's.


"Dit ben ik. Mijn naam is Ben Saunders. Mijn specialiteit is het rondzeulen van zware dingen op koude plaatsen.

Op 11 mei van het afgelopen jaar, stond ik alleen op de geografische Noordpool. Ik was de enige mens in een gebied anderhalf keer zo groot als Amerika; ruim 14.000 vierkante kilometer. Meer dan 2000 mensen hebben de Mount Everest beklommen. 12 mensen stonden op de maan. Inclusief mijzelf, zijn er slechts vier mensen alleen naar de Noordpool geskied. En ik denk dat dat komt ... (Applaus) -- dank je -- Ik denk dat dat komt doordat -- het is zoals Chris zei, waanzin. Het is een reis die gaat tot aan de grens van de menselijke krachten. Ik skiede het equivalent van 31 marathons begin tot eind. 1300 kilometer in 10 weken Ik trok al het voedsel dat ik nodig had mee, alle voorraden, apparatuur, slaapzak, één keer schoon ondergoed -- alles wat ik nodig had in bijna drie maanden. (Gelach) In de 16 minuten die ik over heb, probeer ik drie vragen te beantwoorden. De eerste is: waarom? De tweede is: hoe ga je naar de wc bij min 40. "Ben, ik las ergens dat bij min 40 graden, blote huid doodvriest in minder dan een minuut, dus hoe beantwoord je de roep van de natuur?" Ik geef nu nog geen antwoord, ik kom er later op terug. De derde: wat kan je nog meer doen? Wat volgt er?

Het begon allemaal in 2001. Mijn eerste expeditie was met Pen Hadow -- een enorm ervaren kerel. Dit was voor mij als een poolstage. We probeerden te skiën van een groep eilanden die je hier ziet: Severnaya Zemlya naar de Noordpool. De geografische Noordpool fascineert mij zo omdat het precies in het midden van de zee ligt. Betere kaarten dan dit bestaan er niet. Om hem te bereiken, moet je letterlijk over de bevroren korst skiën, de drijvende laag ijs op de Noordelijke IJszee. Ik had alle experts gesproken, ik had veel boeken gelezen, kaarten en schema's bestudeerd. Maar op de morgen van dag één realiseerde ik me, dat ik eigenlijk niet precies wist waar ik aan begonnen was.

Ik was 23 jaar oud. Niemand van mijn leeftijd had ooit zoiets geprobeerd, en al vrij snel ging zo'n beetje alles dat fout kon gaan fout. We werden aangevallen door een ijsbeer op dag twee. Ik had een bevroren linker grote teen. Ons voedsel begon op te raken. We waren beide nogal hongerig en vielen flink af. Zeer ongebruikelijke weersomstandigheden, zeer zware ijs omstandigheden. We hadden beslist low-tech communicatie-apparatuur. We konden ons geen satelliettelefoon veroorloven, dus hadden we HF-radio. Hier zie je twee skistokken uit het dak van de tent steken. Er loopt aan beide kanten een draad naar beneden. Dat was onze HF-radio-antenne. We hadden minder dan 2 uur tweeweg-communicatie met de buitenwereld in twee maanden. Uiteindelijk kwamen we in tijdnood. We hadden 750 kilometer geskied. We hadden slechts 375 kilometer te gaan om de Noordpool te bereiken en de tijd was om. We waren te ver in de zomer, het ijs begon te smelten. We spraken met de Russische helikopterpiloten over de radio. Zij zeiden: "Kijk jongens, de tijd is om. We moeten jullie komen oppikken." Ik voelde dat ik had gefaald tot in het diepste van mijn hart. Ik was een mislukkeling.

Dat ene doel, die droom die ik had zolang ik me kan herinneren ... ik was niet eens dichtbij gekomen. Tijdens die eerste reis waren er twee filmpjes die ik keer op keer in mijn hoofd afspeelde als het zwaar werd, gewoon om gemotiveerd te blijven. De eerste was het bereiken van de Noordpool zelf. Ik zag het levendig voor me, ik stelde me voor gefilmd te worden vanuit een helikopter met rockmuziek op de achtergrond. Ik had een skistok met de Britse vlag, wapperend in de wind. Ik zag mezelf de vlag op de Noordpool planten. Ah, een glorieus moment en de muziek bereikt zijn hoogtepunt. De tweede imaginaire videoclip ging over mijn terugkomst op Heathrow luchthaven. Ik zag het helder voor me, opnieuw, het flitsen van de camera's, de paparazzi, de handtekeningjagers, de boekuitgeverijen die een deal met me wilden tekenen. Natuurlijk, niets van dat alles gebeurde. We bereikten de Noordpool niet, we hadden geen geld om iemand voor de PR te betalen, dus niemand had gehoord over deze expeditie.

Ik ging terug naar Heathrow. Mijn moeder en mijn broer waren daar, mijn opa was er -- hij had een klein Brits vlaggetje -- (Gelach) -- en dat was het zo'n beetje. Ik ging weer bij mijn moeder wonen. Ik was fysiek uitgeput, mentaal een compleet wrak, voelde me een complete mislukkeling. Met een enorme persoonlijke schuld door deze expeditie. Op de sofa van mijn moeder lag ik dag in dag uit en keek overdag naar tv. Mijn broer sms'te mij een citaat van The Simpsons: "Je hebt je uiterste best gedaan en gigantisch gefaald. De les is: probeer het zelfs niet." (Gelach)

Snel drie jaar verder. Uiteindelijk kwam ik van de sofa af en plande ik een nieuwe expeditie. Deze keer wilde ik er in m'n eentje dwars overheen, van Rusland boven aan de kaart naar de Noordpool, waar een soort knik in het midden is, en dan door naar Canada. Niemand deed ooit solo een complete oversteek van de Noordelijke IJszee. Twee Noren deden het als team in 2000. Niemand deed het alleen. Een beroemde, zeer succesvolle Italiaanse bergbeklimmer, Reinhold Messner, probeerde het in 1995, en werd na een week gered. Hij beschreef de expeditie als tien keer zo gevaarlijk als Mount Everest. Dus om de één of andere reden wilde ik dat een poging geven. Ik wist dat, om maar een kans te hebben heelhuids thuis te komen, laat staan over te steken naar Canada, ik een radicale aanpak moest kiezen. Dit betekende alles, van de geperfectioneerde afgezaagde, minder-dan-twee-gram-tandenborstel, tot samenwerken met één van 's werelds beste voedingsspecialisten bij het ontwikkelen van een compleet nieuwe, revolutionaire voedingsstrategie: 6000 calorieën per dag.

De expeditie begon in februari vorig jaar. Groot ondersteuningsteam. We hadden en filmploeg, een aantal logistieke mensen bij ons, mijn vriendin, een fotograaf. Eerst was het redelijk normaal. We vlogen met British Airways naar Moskou. Het volgende stuk in Siberië naar Krasnoyarsk, op een Russische binnenlandse vlucht van KrasAir, gespeld K-R-A-S. Voor de volgende etappe charterden we een tamelijk oud Russisch vliegtuig om ons naar de stad Khatanga te vliegen, zo'n beetje het laatste stukje beschaving. Onze cameraman, op z'n beste momenten een nerveuze passagier, vroeg de piloot voor het instappen, hoe lang de vlucht zou duren. De Russische piloot antwoordde tamelijk droogjes: zes uur ... als we het overleven. (Gelach) We kwamen in Khatanga. Ik geloof dat er een grap is dat Khatanga niet het eind van de wereld is, maar dat je het van daar kunt zien. (Gelach) We zouden daar één nacht blijven. We bleven er 10 dagen vastzitten. Er was een soort wodka-gebaseerd betaalprobleem tussen de piloot en de eigenaren van de helikopter, dus zaten we vast. We konden niet verder. Uiteindelijk, de morgen van dag 11, kregen we het vertreksein. We laadden de helikopters -- twee helikopters die in een tandem vlogen -- die zetten me af op de rand van het pakijs. Terwijl de helikopter er nog was, filmden en fotografeerden we een chaotisch 45 min. Terwijl de helikopter er nog was, filmden en fotografeerden we een chaotisch 45 min. Ik deed een interview over de satelliettelefoon/ Alle anderen klommen terug in de helikopter, de deur viel dicht en ik was alleen.

Ik heb er geen woorden voor om dat moment goed te beschrijven. Ik kon alleen maar denken aan terugrennen naar de deur, op de deur rammen en roepen: "Kijk jongens, ik moet er nog eens over denken." (Gelach) Om het nog erger te maken, kun je precies de witte vlek zien rechtsboven in het scherm: dat is de volle maan.

Omdat we vertraging hadden in Rusland natuurlijk. De volle maan geeft de springvloed en het laagste eb als je op de bevroren oppervlakte van de zee staat. Eb en vloed betekenen dan doorgaans dat er interessante dingen gebeuren -- het ijs gaat een beetje om je heen bewegen. Ik trok, zoals je hier ziet, twee sleden. Alles bij elkaar, 95 dagen voedsel en brandstof, 180 kilogram. Als het ijs vlak of redelijk vlak is, kon ik net beide sleden trekken Als het ijs niet vlak was, was dat gewoon onmogelijk. Ik moest er één trekken, die achterlaten, teruggaan en de andere halen. Letterlijk kruipen door zogenaamd druk ijs -- het ijs omhooggeslagen door de druk van de stroming van de oceaan, de wind en de getijden. NASA beschreef de ijsomstandigheden afgelopen jaar als de slechtste sinds het begin van de waarnemingen. Het pakijs is altijd op drift. Ik skiede met tegenwind gedurende negen van de tien weken dat ik alleen was. Ik dreef bijna voortdurend achteruit. Mijn record was min 4 kilometer. Ik stond op 's morgens, brak de tent af, skiede 7½ uur naar het noorden, zette de tent op, en ik was 4 kilometer achter het punt waar is was gestart. Ik kon het drijfijs letterlijk niet bijhouden.

(Video): Dus dit is dag 22. Ik lig in mijn tent en maak me klaar om te gaan. Het weer is ronduit verschrikkelijk --- oh, we zijn ongeveer 8 kilometer teruggedreven in de afgelopen nacht. Later in de expeditie was het ijs niet langer het probleem. Het was meer het gebrek aan ijs -- open water. Ik wist dat dit gebeurde. Ik wist dat Arctica opwarmde. Ik wist dat er meer open water was en ik had een geheim wapen achter de hand. Dit was mijn kleine bio-imitatie. IJsberen bewegen zich in de Noordelijke IJszee in rechte lijnen Als ze bij water komen, klimmen ze erin en zwemmen erdoor. We hadden wij droogpak ontwikkeld -- ik werkte met een team in Noorwegen -- gebaseerd op een soort overlevingspak -- Ik geloof dat helikopterpiloten dat dragen waar ik kon instappen. Het moest over mijn laarzen en mijn wanten, en tamelijk strak rond mijn gezicht. Dit betekent dat ik kon skiën over erg dun ijs, en als ik er doorheen zakte, was dat niet het eind van de wereld. Het betekende ook, als het ergste scenario uitkwam, dat ik erin kon springen en zwemmend kon oversteken terwijl ik de slee achter me kon slepen. Dus een tamelijk radicale technologie, een radicale benadering -- maar het werkte perfect.

Een ander spannend ding dat we vorig jaar deden was met communicatietechnologie. In 1912, tijdens Shakletons expeditie met de Endurance, zei een bemanningslid Thomas Orde-Lees: "De ontdekkingsreizigers van 2012, als er dan nog iets te ontdekken valt, zullen ongetwijfeld draadloze zaktelefoons dragen uitgerust met draadloze telescopen." Orde-Lees zat er 8 jaar naast. Dit was mijn draadloze iridium satelliettelefoon. De draadloze telescoop was een digitale camera die ik verborg in mijn zak. Echt elke dag van de 72 dagen dat ik alleen op het ijs was, blogde ik live vanuit mijn tent, verzond ik een klein stukje dagboek, verzond ik informatie over de afstand die ik had afgelegd -- de ijsomstandigheden, de temperatuur -- en een dagelijkse foto. Onthoud, in 2001 hadden we minder dan 2 uur radiocontact met de buitenwereld. Afgelopen jaar, live-bloggen vanuit een expeditie die beschreven werd als 10 keer gevaarlijker dan Mount Everest beklimmen. Het was niet allemaal high tech. Dit is navigeren in wat heet een 'whiteout'. Er is veel mist, lage bewolking en de wind jaagt de sneeuw. Je ziet bar weinig. Je kunt net nog zien dat er een geel lintje vastgebonden is aan mijn skistokken. Ik navigeerde op de windrichting. Een maffe combinatie van high tech en low tech.

Ik kwam op de Noordpool op 11 mei. Het kostte me 68 dagen om vanuit Rusland daar te komen, en er is daar niets. (Gelach) Er staat niet eens een paal op de pool. Er is daar niets, puur alleen omdat het zee-ijs is. Het drijft weg. Een vlag die je daar zou planten, zou snel wegdrijven naar Canada of Groenland. Ik wist dat, maar ik verwachtte iets. Rare, gemengde gevoelens: het was extreem warm in dat stadium, heel veel open water om me heen. Ik was uitgelaten dat ik daar op eigen kracht was gekomen, maar ik begon me ook te realiseren dat mijn kansen om over te steken naar Canada, nog steeds 650 kilometer ver, op z'n best erg klein waren. Mijn enige bewijs dat ik daar was, is een vage foto van mijn GPS, het kleine satelliet-navigatie-gadget. Je kan net zien -- daar staat een negen en een rij nullen. Negentig graden noorderbreedte -- dat is precies op de Noordpool. Ik nam een foto, zat neer op mijn slee en maakte een videodagboek. Haalde mijn satelliettelefoon uit en warmde de batterij op in mijn oksel. Ik draaide drie nummers: mijn moeder, mijn vriendin en de CEO van mijn sponsor. Ik kreeg drie keer voicemail. (Gelach) (Video): Negentig. Het is een speciaal gevoel. De hele planeet draait hier onder mijn voeten. De hele wereld onder mij. Uiteindelijk kreeg ik contact met mijn moeder. Ze stond in de rij in de supermarkt. Ze begon te huilen. Ze vroeg me terug te bellen. (Gelach).

Ik skiede na de Noordpool een week door. Ik wilde zo dicht bij Canada komen als ik kon voordat de omstandigheden te gevaarlijk werden om door te gaan. Dit was mijn laatste dag op het ijs. Toen ik sprak met mijn projectmanagementteam. Ze zeiden: "Kijk, Ben, de omstandigheden worden te gevaarlijk. Er zijn enorme stukken open water net zuidelijk van jouw positie. We willen je graag oppikken. Ben, kun je alsjeblieft een landingsbaan zoeken?" Dit was het uitzicht vanuit mijn tent toen ik dit noodlottige telefoontje kreeg. Ik heb nooit eerder een landingsbaan gemaakt. Tony, de expeditiemanager, zei, "Kijk Ben, je moet 500 meter vinden van vlak, dik, veilig ijs." Het enige stukje ijs dat ik kon vinden -- het kostte me 36 uur om een landingsbaan te vinden -- was precies 473 meter. Ik kon het meten met mijn ski's. Ik vertelde het niet aan Tony. Ik vertelde het niet aan de piloten. Ik dacht: daar moeten ze het mee doen. (Video): Oh, oh, oh, oh, oh, oh.

Het kon maar net. Een tamelijk dramatische landing-- het vliegtuig kwam maar liefst vier keer overvliegen, en ik was een beetje bang dat het helemaal niet zou landen. De piloot, wist ik, heette Troy. Ik verwachtte dus een tamelijk stoere kerel. Het was een emotioneel moment toen het vliegtuig eindelijk landde. Ik huilde tranen met tuiten. Ik wilde mezelf bijeenrapen voor Troy. Ik word verondersteld een ruige stoere ontdekkingsreiziger te zijn. Het vliegtuig taxiede naar de plaats waar ik stond. De deur ging open. Deze kerel springt eruit. Hij is ongeveer zo groot en zegt, "Hoi, ik ben Troy." (Gelach) De copiloot was een dame: Monica. Ze zat daar in een soort handgebreide jumper. Zij waren de minst macho-mensen die ik ooit ontmoette, maar zij maakten mijn dag. Troy rookte een sigaret op het ijs, we namen een paar foto's. Hij klom op de ladder en zei: "Stap maar achteraan in." Hij gooide zijn sigaret naar buiten toen hij voorin zat en ik klom achterin. (Gelach). Hij taxiede een paar keer heen en weer over de baan om ze een beetje uit te vlakken en hij zei: "Goed, ik ga het nu proberen." Het is een standaard procedure, maar toen was ik behoorlijk bang. Hij deed zijn hand op het gashendel. Je ziet dat de bediening van de motoren aan het plafond van de cockpit zit. Het is de kleine balk daar. Hij deed zijn hand op het gashendel. Monica deed haar hand heel zacht daar bovenop. Ik dacht: "God, daar gaan we. We gaan, we gaan -- het is alles of niets." Ramde hem vooruit. We bonkten over de startbaan en stegen op. Eén van de skies scheerde over een drukrichel aan het eind van de startbaan, Ik kon in de cockpit kijken, Troy vocht met de instrumenten, en hij kon net één hand losmaken, stak hem naar achter, en klikte een schakelaar om op het plafond van de cockpit, het was de 'fasten seat belt'-lampje dat je op de wand kunt zien. (Gelach) Pas uit de lucht zag ik het grotere plaatje. Als je op het ijs bent, zie je maar één obstakel per keer, of het nou een drukrand is of open water. Dit is waarschijnlijk waarom ik geen probleem kreeg met de lengte van mijn landingsbaan. het was echt volkomen aan het verdwijnen.

Waarom? Ik ben geen traditionele ontdekkingsreiziger. Ik ski niet terwijl ik kaarten teken. Iedereen weet waar de Noordpool is. Op de Zuidpool is er een grote wetenschappelijke basis. Er is een landingsbaan. Er is een café en een toeristische winkel. Voor mij gaat het over het ontdekken van de menselijke grenzen, over de grenzen van fysiologie, van psychologie en van technologie. Dat zijn de dingen waarvoor ik warm loop. Het gaat ook over potentieel, op een persoonlijk niveau. Dit is voor mij een kans om die grenzen te onderzoeken -- echt tegen die grenzen van mijn potentieel aanlopen, kijken hoever ik kan gaan. In breder perspectief: het verbaast me hoe mensen in hun leven net aan de oppervlakte van hun mogelijkheden komen, net die drie of vier of vijf procent doen waartoe ze werkelijk in staat zijn. In een breder perspectief hoop ik dat deze reis andere mensen kan inspireren om na te denken over wat zij willen doen met hun mogelijkheden, en wat ze willen doen in dat kleine beetje tijd dat we allemaal op deze planeet krijgen. Dat somt het zo'n beetje op voor mij.

De volgende vraag: hoe beantwoord je de roep van de natuur bij min 40? Het antwoord daarop is beroepsgeheim en de laatste vraag, wat komt hierna? Zo snel mogelijk als ik nog tijd over heb aan het eind, zal ik daar in meer detail op ingaan. Wat komt hierna: Antarctica. Het is het koudste, hoogste, winderigste en droogste continent op Aarde. Eind 1911, begin 1912, was er een race om de eerste te zijn op de Zuidpool, het hart van het continent Antarctica. Als je de ijsplaten aan de kust meerekent, kun je zien dat de Ross-ijsplaat -- dat is die grote hier beneden -- de Ross-ijsplaat is net zo groot als Frankrijk. Antarctica, als je de ijsplaten meetelt, is twee keer de grootte van Australië -- het is een groot gebied. Daar is die race om de Zuidpool te bereiken, tussen Amundsen, de Noor -- Amundsen had hondensleden en husky's -- en een Brit, Kapitein Scott. Scott gebruikte een pony's en enkele tractoren en een paar honden en dat liep allemaal mis. Scott en zijn team van vier mensen eindigden te voet. Zij kwamen op de Zuidpool eind januari 1912 om daar de Noorse vlag te zien staan. Er was een tent, een brief aan de Noorse koning. Zij keerden terug in de richting van de kust en stierven alle vijf op de terugreis. Sindsdien heeft niemand ooit geskied -- dit was 93 jaar geleden -- sindsdien, niemand heeft ooit geskied van de kust van Antarctica naar de Zuidpool en terug. Elke Zuidpoolexpeditie waarover je hoorde, is ofwel van de Zuidpool vandaan gevlogen of ze gebruikten voertuigen of honden, of vliegers om een oversteek te maken. Niemand is ooit heen en terug gegaan. Dus dat is het plan. We doen het met twee. Dat is het zo'n beetje.

Nog iets voordat ik naar het toiletverhaal ga: ik heb -- en ik wilde het scannen maar dat ben ik vergeten -- ik heb een schoolrapport. Ik was 13 jaar oud en het hangt boven mijn bureau thuis. Er staat: "Ben ontbeert voldoende drive om ooit iets belangrijks te bereiken." (Gelach) (Applaus) Ik denk dat als ik iets geleerd heb, is het dit: niemand anders is de baas over jouw mogelijkheden. Jij bent de enige persoon die bepaalt hoe ver je gaat en wat je allemaal kunt. Dames en heren, dat is mijn verhaal. Dankjewel. Dankjewel."

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen