Hoe Ga Je Een Gesprek Over Zelfmoord Aan?





Heeft iemand in jouw omgeving een angststoornis, depressie of zelfmoordgedachten - maar schaamt die persoon zich te erg om het erover te hebben? Jeremy Forbes zag dit om zich heen gebeuren en nam zich voor mensen te leren hoe ze hierover een gesprek aan kunnen gaan. In deze zeer persoonlijke TED-talk deelt Forbes hoe het hem lukte om een groep mannen in zijn gemeenschap, die van zichzelf erg gesloten waren, hun moeilijkheden te laten bespreken. "Ik denk dat iedereen levens kan redden," zegt hij.


"In 2013 had ik een levensveranderende openbaring. Ik was schilder en binnenhuisarchitect in Castlemain, een klein plattelandsdorpje in midden-Victoria.

Ik was bij Pete langsgegaan, die bekend stond om zijn staalvakmanschap. Ik ging naar zijn loods om een stalen omranding voor de tuin te halen. Terugdenkend aan die dag -- fantastisch om dat te kunnen -- leek Pete blijer dan normaal. Twee weken later schilderde ik een huis aan het einde van Pete's straat toen het tragische nieuws mij bereikte. Pete had zelfmoord gepleegd.

Pete was, net als ik, een 'tradie', of ambachtsman. In Australië verkorten we woorden graag. Een tradie. Als tradie heeft men verwachtingen van je. Je wordt verwacht stoïcijns te zijn. Sterk te zijn, robuust, macho. Je wordt verwacht fysiek hard te zijn en te zwijgen in tijden van tegenspoed.

Er is een duidelijk domino-effect wanneer in jouw gemeenschap iemand zelfmoord pleegt. Pete's begrafenis was in juli. Het was winter. Er hing een zwaarmoedige, sombere sfeer in de volle gemeenschapshal. De gemeenschap was in rouw en had geen antwoord op het waarom van Pete's zelfmoord ... ... geen enkele aanwijsbare reden. Toen ik rondliep tussen de tradies en de leden van de gemeenschap, werd er voorzichtig gesproken over een onderliggende tragedie. In die gemeenschapshal hoorde ik mensen praten over de moeilijkheden die anderen op dat moment doormaakten. De essentie van de gesprekken lag in twee woorden die ik diverse malen hoorde: wie volgt? Wie volgt?

Dat was de openbaring. Dat was het moment waarop ik, staand in die gemeenschapshal, op een plaats waar de Castlemaine-gemeenschap, die mij 20 jaar lang had gesteund, mij werk had verleend, ik heb er nog gevoetbald, aan theater gedaan... ik was zo dankbaar voor wat zij mij gegeven had. Maar ik stond daar in die ruimte, ik keek de hal nog eens rond, en ik zag de mensen in die hal, die worstelden met alcohol-, drugs-, geld-, gokproblemen, huiselijk geweld, gepest en intimidatie. Maar door mijn tradie-cultuur en de taboe-houding die binnen die gemeenschap heerst, voelde ik mij verre van zelfverzekerd. Ik had de middelen niet. Ik had de ervaring niet. Ik wist niet wat ik moest doen, maar ik moest wel íéts doen.

Ik verliet de wake. Ik omhelsde een paar tradiematen en zei: "Kom indien nodig alsjeblieft langs." Niet dat ik wist wat ik ze moest zeggen of vertellen. Geen flauw benul. Twee weken later belde Catherine Pilgrim, mijn mede-oprichtster, mij op. Ze wilde iets voor de familie doen. We praatten wat en ik zei: laten we iets doen voor de tradiegemeenschap. We houden van ons dorp, zijn dankbaar, laten we iets doen voor de tradiegemeenschap. We praatten verder. Wat konden we doen? Een voorlichtingsevenement. Top. We hebben het hier over ambachtslui. Hoe krijg je die ergens heen? Kun je ze naar het ziekenhuis krijgen? Nee. Naar een lokaal gezondheidscentrum? Nee. Tradies hebben een ingebakken cultuur. Ik dacht: wat is de perfecte plek om tradies bij elkaar te krijgen, ze sociaal betrokken te laten voelen, en genoeg op hun gemak om hen openlijk te laten praten over hun mentale toestand, de bouwindustrie? Waar kunnen we zoiets organiseren? Een ijzerwinkel.

(Gelach)

Ja, dat dacht ik ook. Heel slim van mezelf. Preciezer: de houtafdeling van een ijzerwinkel. Daar waren we dan. De plaats was geregeld. Wat hadden we nog meer nodig? Waar houden tradies van?

Eten. Net als ieder ander eten ze graag. Tradies eten vooral graag, en ik kan het weten: broodjes ei met spek. Dus wij zouden de tradies broodjes ei met spek voorzien, en bedachten daarbij deze leus: red je spek [red je hachje] Wat banaal misschien, maar het werkt wel. We werkten ook een logo uit. "Hope Assistance Local Tradies."

Vergeet niet dat HALT, ons goede doel, geen geld had om mee te starten, niets, geen rooie cent. We voerden gesprekken. Dit is een gemeenschapsprobleem. Het begint in de gemeenschap. Dus we gingen bij de slager langs, en bij de bakker -- er was geen kandelaarmaker -- er was ei en wat chocolade, er was koffie en fruit, maar we gingen rond en zeiden: "Hé, wij organiseren een voorlichtingsevenement. Wil jij hieraan bijdragen? We hebben namelijk geen geld." Uiteraard! Bijna iedereen met wie we in gesprek gingen kende wel iemand met een angststoornis, depressie of zelfmoordgedachten, of die zelfmoord had gepleegd. Er was die eenheid, die volledige gemeenschapsaanpak.

Dus wij dachten: top, we hebben eten. Wat hebben we nog meer nodig? We hebben de hulpdiensten nodig. Veel tradies, en mannen in het algemeen, weten niet waar ze hulp kunnen krijgen. Ik maakte deel uit van die groep, en daar praat ik dan ook over op HALT-evenementen, dat toen ik vier jaar terug HALT oprichtte ik niet wist dat ik naar de dokter kon om mijn geestelijke toestand te bespreken en gezondheidszorg kon krijgen. Het begrip volksgezondheid kende ik niet. Ik wist al helemaal niet af van Lifeline, en Lifeline heb ik wel drie keer gebeld, en ik denk zeker dat ze mijn leven hebben gered. Dit alles moest ik leren. Tradies moeten hiervan weten.

We leverden tassen, informatietassen, en in het eerste jaar zeiden best veel tradies mij: "Dit is een hoop je-weet-wel-wat," maar ik weet dat diezelfde tradies die tassen nog altijd in hun auto of in hun werkplaats hebben.

Op 10 november 2013 hielden wij ons evenement, en interessant genoeg, wanneer ik het heb over een volledige gemeenschapsaanpak, dat was ons eerste evenement in Castlemain bij Tonks Brothers, en daar is een hele gemeenschap. Er zijn raadmannen, mensen die zelf mentale hulp hebben gehad.

Dat eerste evenement zette de toon. Sindsdien hadden we meer evenementen. Interessant genoeg zijn niet alleen tradies het slachtoffer van angststoornissen, depressies of zelfmoord. We begonnen samen te werken met TAFE's. Met de boerenindustrie, met gemeentebesturen, op het voortgezet onderwijs. We organiseerden evenementen voor de partners van de tradies, want vaak zeggen tradies thuis niet tegen hun partner: "Raad eens, we hebben het gehad over mentale gezondheid en we gaan nu dit en dit doen." Evenementen voor de partners dus, die zelf misschien ook hulp nodig hebben. TAFE's zijn zeer populair. Voor mij is het van cruciaal belang deze jonge, kwetsbare mensen te bereiken. Werkplaatsen zijn aan bod gekomen; het hoge zelfmoordpercentage is pas echt hoog onder oudere mannen. Loodsmedewerkers van de gemeente en tradies hebben evenementen gehad. Interessant genoeg is bijna elk evenement -- en nu hebben we met weinig middelen 150 evenementen in vier staten gehouden.

Dus -- oh alstublieft, bedankt.

(Applaus)

Onveranderd is er bij ieder HALT-evenement in een ijzerhandel wel een tradie op me afgestapt, minstens één, om me te vertellen over zijn zelfmoordpoging. Op dat moment zijn ze niet suïcidaal, ze zijn eroverheen, maar deze mannen hadden nooit het idee dat ze hun gevoeligheden kwijt konden. Nooit eerder durfden ze hun zelfmoordpoging te bespreken, maar op de HALT-evenementen, waar niet van hen verwacht wordt dat ze praten, voelen zij zich op hun gemak en praten ze. Het is niet alleen dat ze mij hun verhaal vertellen, maar ze zeggen nu zelfs: "We voelen ons zeker genoeg om met andere mannen te praten." Mannen stonden op en zeiden: "Nooit eerder zei ik dit tegen iemand, maar ik ben depressief geweest, en als iemand hier het er met mij over wil hebben, dan sta ik voor je klaar." Dat zo uiten geeft kracht en lucht op.

We hebben een aanpak nodig die de hele gemeenschap ondersteunt. De tradies krijgen van ons tassen met informatie over hulpdiensten. Het is één ding om een tradie of evenementganger te zeggen: "Je moet daar en daarheen gaan", maar we hebben de hele gemeenschap nodig om zelfmoordpreventie te omarmen. Die hulpdiensten zijn nodig; zelfmoord discrimineert namelijk niet. Het is geen 'negen tot vijf'-iets. We moeten evenementen doen vóór 9 uur -- dan vinden onze ontbijtjes plaats -- en ook ná vijven. Dát moeten we doen. De gemeenschapsaanpak. We moeten bedrijven betrekken. Sport- en buurtclubs. We moeten de mensen daar trainen om mentale gezondheid te begrijpen.

Hier wat ontnuchterende statistieken om je een idee te geven. In 2016 waren er in Australië 2.866 zelfmoorden: bijna tweemaal zoveel als verkeersslachtoffers. Wereldwijd worden jaarlijks 800.000 zelfmoorden gepleegd: één iedere 40 seconden.

De samenleving moet dit tezamen aanpakken. We moeten gesprekken durven aangaan. Mannen die ik ken, vinden dat heel lastig. Absoluut. Als je een gesprek aangaat, vertel ik hen, moet je je op je gemak voelen in de omgeving waar je dat gesprek begint, of dat nou in de pub is, tijdens een wandeling, of na een potje voetbal. Vind die aangename plek om te praten.

Voor een deel draait het er om dat je begrijpt wat je wilt zeggen. Iedereen kent de uitspraak "Alles goed?" Ik heb het gezien. Ik heb het gevraagd. "Alles goed?" -Ja. "Alles goed?" -Ja. "Alles goed?" -Ja. "Alles goed?" -Nee. Wat zeg je daar nu op? Wat moet je zeggen? Ieder individu moet uitgerust zijn met het vermogen, de paraatheid om dat gesprek te voeren.

We moeten écht naar ze luisteren. Ik weet niet wie hier goed luistert -- ik werk aan mijn luistervaardigheden -- maar het is ware kunst om te luisteren zonder te oordelen. Doe er niet lollig over. Als iemand vertelt over mentale problemen en angststoornissen, depressie en zelfmoordgedachten, moet je daar respect voor tonen. Zij willen ons vertrouwen en dat we onze mond erover houden en het niemand vertellen. Dat moeten we dan ook doen.

We moeten dus gesprekken voeren. We moeten luisteren. En we moeten het stigma van geestelijke gezondheid verminderen. Bedrijven beginnen nu met 'geestelijke gezondheidsdagen'. Wat een goed plan. Niet alleen fysieke, maar geestelijke ziektedagen. Dingen veranderen. Wij kunnen daaraan bijdragen.

Ik ben een reddingsboei. Ik denk dat iedereen levens kan redden. De pijn van spijt is stukken groter dan die van hard werken.

Dankjulliewel."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen