Een Ode Aan Jaloezie




 

Wat is jaloezie? Wat drijft het, en waarom houden we er stiekem van? Geen enkel onderzoek heeft ooit zijn "eenzaamheid, lange levensduur, grimmige sensatie" kunnen vangen - dat wil zeggen, zegt Parul Sehgal, met uitzondering van fictie. In deze TED-talk doorzoekt ze pagina's uit de literatuur om te laten zien dat jaloezie niet zo anders is dan een zoektocht naar kennis.

"Toen ik acht jaar oud was, kwam er een nieuw meisje in de klas. Ze was zo indrukwekkend -- typisch voor het nieuwe meisje in de klas. Ze had een grote bos glanzend haar en een schattig pennenzakje. Ze was ontzettend goed in provinciehoofdsteden. Ze kon goed spellen. Ik werd dat jaar gestremd door jaloezie, totdat ik mijn snode plan bedacht.

Op een dag bleef ik wat langer op school, iets te lang, en ik hing rond in het meisjestoilet. Toen de kust veilig was, verscheen ik, sloop ik het klaslokaal binnen, en pakte ik van het bureau het cijferboekje. Toen deed ik het. Ik rommelde met de cijfers van mijn rivale, een klein beetje maar, ik verlaagde wat hoge cijfers. Alle hoge cijfers. (Gelach) Ik ging net het boekje terugleggen in de la, maar wacht, sommige andere klasgenoten hadden ook belachelijk goede cijfers. In razernij corrigeerde ik alle cijfers. Niet denkbeeldig. Ik gaf iedereen een onvoldoende, en ik gaf mezelf alleen maar hoge cijfers. Ik was er nu toch, dus waarom niet?

Ik sta nog steeds versteld van m'n gedrag. Ik snap niet hoe dat idee in me opkwam. Ik snap niet waarom het zo goed voelde. Het voelde geweldig. Ik snap niet waarom ik nooit gepakt ben. Het was zo overduidelijk. Ik ben nooit gepakt. Maar ik snap vooral niet waarom het me zo stoorde dat dit kleine meisje zo goed was in spelling.

Jaloezie verbijstert me. Het is zo mysterieus en zo wijdverspreid. We weten dat baby's jaloezie kennen. Primaten ook. Blauwe vinken zijn er heel gevoelig voor. We weten dat jaloezie de belangrijkste oorzaak is van echtelijke moorden in de Verenigde Staten. Toch heb ik nooit een onderzoek gelezen dat een verklaring geeft voor haar eenzaamheid, haar langdurigheid of haar grimmige pretjes.

Daarvoor moeten we kijken naar fictie, want de roman is het lab dat jaloezie bestudeerd heeft in elke mogelijke configuratie. Ik overdrijf misschien niet eens als ik zeg dat we zonder jaloezie geen literatuur hadden gehad. Geen trouweloze Helena, geen Odyssee. Geen jaloerse koningen, geen Arabische nachten. Geen Shakespeare. Daar gaan onze literatuurlijsten, want we verliezen 'Het geluid en de drift', we verliezen 'Gatsby', 'En de zon gaat op', we verliezen 'Madame Bovary', 'Anna Karenina'. Geen jaloezie, geen Proust. Ik weet dat het hip is om te zeggen dat Proust overal een antwoord op heeft, ik weet dat het hip is om te zeggen dat Proust overal een antwoord op heeft, maar in het geval van jaloezie, heeft hij die wel een beetje. Het is het honderdjarig bestaan van zijn meesterwerk, 'Op zoek naar de verloren tijd', het grondigste onderzoek naar seksuele jaloezie, en normale concurrentie, mijn straatje, dat we ons kunnen wensen. (Gelach)

Als we denken aan Proust, denken we aan het sentimentele. We denken aan een jongetje dat probeert te slapen, We denken aan een madeleine gedoopt in lavendelthee. We vergeten hoe hard zijn visie was. We vergeten hoe genadeloos hij is. Deze boeken vond Virginia Woolf taai als kattendarmen. Ik weet niet wat kattendarmen zijn, maar laten we aannemen dat het intimiderend is.

Eens zien waarom ze zo goed samengaan, de roman en jaloezie, jaloezie en Proust. Is eenvoudigweg dat jaloezie, wat neerkomt op de persoon, verlangen, beletsel, een sterke grondslag is voor verhalen? Ik weet het niet. Ik denk dat het erg confronterend is. Bedenk maar eens wat er gebeurt als we ons jaloers voelen. Als we ons jaloers voelen, praten we onszelf een verhaal aan. We praten onszelf een verhaal aan over andermans leven. Door deze verhalen voelen we ons vreselijk, want zo zijn ze ook bedacht. Als vertellers van het verhaal weten we precies welke details nodig zijn om nog wat zout in de wonde te strooien. Jaloezie maakt ons allen tot amateur-schrijvers. Proust begreep dat goed.

In het eerste deel, 'De kant van Swann', de boekenserie, is Swann, een van de hoofdpersonen, vol lof over zijn maîtresse, en hoe goed ze is in bed. Plotseling, in slechts een paar zinnen, en dit zijn proustiaanse zinnen, zo lang als rivieren dus, maar in slechts een paar zinnen deinst hij opeens terug en beseft hij: "Wacht eens, alles wat ik leuk vind aan deze vrouw, zou iemand anders ook leuk vinden aan deze vrouw. Alles wat mij plezier geeft, kan een ander ook plezier geven, misschien wel nu." Dit verhaal praat hij zichzelf aan, en vanaf dat moment schrijft Proust dat Swann elke nieuwe charme die hij opmerkt in zijn maîtresse toevoegt aan zijn 'collectie van instrumenten in zijn persoonlijke martelkamer'.

We moeten toegeven dat Swann en Proust berucht waren voor hun jaloezie. Prousts vriendjes moesten haast het land verlaten als ze het wilden uitmaken. Maar je hoeft niet zo jaloers te zijn om toe te geven dat het zwaar is. Jaloezie is slopend. Het is een hongerige emotie. Ze moet gevoed worden.

Waar houdt jaloezie van? Jaloezie houdt van informatie. Jaloezie houdt van details. Jaloezie houdt van een grote bos glanzend haar, het schattige pennenzakje. Jaloezie houdt van foto's. Daarom is Instagram zo'n hit. (Gelach) Proust verbindt de taal van studie en jaloezie. Wanneer Swann jaloers is, staat te luistervinken bij deuropeningen, en de dienaren van zijn maîtresse omkoopt, verdedigt hij dit gedrag. Hij zegt: "Ik weet dat je dit weerzinwekkend vindt, maar het is niet anders dan een oude tekst interpreteren of naar een monument kijken." Hij zegt: "Het is wetenschappelijk onderzoek met intellectuele waarde." Proust probeert aan te tonen dat jaloezie ondraaglijk voelt en ons te kijk zet, maar het is, in de kern, een zoektocht naar kennis, een zoektocht naar waarheid, pijnlijke waarheid.

En wat Proust betreft, hoe pijnlijker de waarheid, hoe beter. Verdriet, vernedering, verlies, dat waren de wegen naar wijsheid voor Proust. Hij zegt: "Een vrouw die we nodig hebben, die ons doet lijden, ontlokt bij ons een scala aan gevoelens die dieper gaan dan een genie die ons interesseert." Moeten we maar wrede vrouwen zoeken? Nee, ik denk dat hij zegt dat jaloezie ons een spiegel voorhoudt. Is er een andere emotie die ons opensplijt op deze manier? Is er een andere emotie die blijk geeft van onze agressie, onze afzichtelijke ambitie, en onze rechten? Is er een andere emotie die ons leert te kijken met zo'n bijzondere intensiteit?

Freud zou hier later over schrijven. Op een dag werd Freud bezocht door een angstige jongeman die in de ban was van de gedachte dat zijn vrouw vreemdging. Freud zei dat er iets vreemd was aan deze man, want hij keek niet naar wat z'n vrouw deed. Ze was onschuldig. Iedereen wist het. Het arme kind wordt gewoon zonder reden verdacht. Hij zoekt naar dingen die zijn vrouw doet, zonder het door te hebben. Onbewust gedrag. Lacht ze hier te overdreven? Botste ze daar per ongeluk tegen een man op? Freud zegt dat de man verandert in de bewaker van het onderbewuste van zijn vrouw.

De roman is heel goed op dit punt. De roman beschrijft heel goed hoe jaloezie ons leert te kijken met intensiteit, maar niet met nauwkeurigheid. Hoe intenser onze jaloezie is, hoe meer we in fantasie gaan wonen. Dit is waarom jaloezie ons niet alleen aanspoort tot gewelddadige dingen, of illegale dingen. Jaloezie prikkelt ons tot gedrag dat razend inventief is.

Nu denk ik aan m'n 8-jarige ik, dat geef ik toe, maar ik denk ook aan een bepaald nieuwsbericht. Een 52-jarige vrouw uit Michigan werd betrapt op het creëren van een nep Facebook-account, waarmee ze afschuwelijke berichten verstuurde naar haarzelf, voor een jaar. Voor een heel jaar. Ze probeerde de nieuwe vriendin van haar ex erin te luizen. Ik moet toegeven: toen ik dit hoorde, reageerde ik vol bewondering. (Gelach) Laten we eerlijk zijn. Wat een enorme, weliswaar misplaatste, creativiteit. Dit komt uit een roman. Dit komt uit een roman van Patricia Highsmith.

Highsmith is een van m'n favorieten. Ze is een briljante en bizarre Amerikaanse literaire dame. Ze is de auteur van 'Vreemden op de trein' en 'The Talented Mr. Ripley', boeken die gaan over hoe jaloezie rommelt met onze gedachten. Zodra we in dat rijk van jaloezie zitten, kan het vlies tussen werkelijkheid en mogelijkheid zo doorboord worden. Neem Tom Ripley, haar beroemdste personage. Tom Ripley gaat van jou willen, of willen wat je hebt, naar jou zijn en hebben wat je ooit had. Jij ligt onder de zoden. Hij neemt je naam over, hij draagt je ringen, hij leegt je bankrekening. Dat is één manier.

Wat moeten we doen? We kunnen niet Tom Ripley achterna gaan. Ik kan de wereld geen onvoldoendes geven, hoe graag ik dat ook zou willen. Dat is jammer, want we leven in afgunstige tijden. We leven in jaloerse tijden. We gebruiken toch allemaal sociale media, waarin alles om jaloezie draait?

Biedt de roman een uitweg? Ik weet het niet zeker. Laten we doen wat personages dan altijd doen, als ze op de hoogte zijn van een mysterie. Laten we naar 221B Baker Street gaan en vragen om Sherlock Holmes. Als mensen denken aan Holmes, dan denken ze dat Professor Moriarty zijn aartsvijand is, een crimineel meesterbrein. Ik gaf altijd de voorkeur aan Inspector Lestrade, het miezerige hoofd van Scotland Yard, de man die Holmes dringend nodig heeft, zijn talent nodig heeft, maar hem verafschuwt. Het komt me zo bekend voor. Lestrade heeft z'n hulp nodig, verafschuwt hem, en straalt verbitterdheid uit gedurende de mysteries. Maar tijdens de samenwerking verandert er iets. Later, in 'The Adventure of the Six Napoleons', komt Holmes binnen en verbluft hij iedereen met z'n oplossing. Lestrade richt zit tot Holmes en zegt: "We zijn niet jaloers op je, Mr. Holmes. We zijn trots op je." Hij zegt dat er geen man is in Scotland Yard die niet Sherlock Holmes' hand zou willen schudden.

Het is een van de weinige keren dat Holmes ontroerd is in de mysteries, en ik vind het heel ontroerend, deze scène, maar het is ook mysterieus. Het doet jaloezie af als een geometrisch vraagstuk, niet als een emotie. Het ene moment staan ze tegenover elkaar, het volgende moment horen ze bij elkaar. Plotseling kan Lestrade bewondering opbrengen voor het talent dat hij verafschuwde. Kan het echt zo simpel zijn? Wat als jaloezie echt een kwestie van geometrie is, gewoon een kwestie van waar we onszelf plaatsen in verhouding tot anderen? Misschien hoeven we iemand zijn uitmuntendheid dan niet kwalijk te nemen. We kunnen onszelf erop afstemmen.

Maar ik hou van rampenplannen. Terwijl we daarop wachten, kan fictie een troost zijn. Fictie kan jaloezie demystificeren. Fictie kan ze temmen, en uitnodigen. En kijk eens wie ze samenbrengt: lieve Lestrade, angstaanjagende Tom Ripley, gekke Swann, Marcel Proust zelf. We zijn in goed gezelschap. Hartelijk bedankt."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen