"We Laten Verdriet Niet Achter Ons, We Leven Ermee Verder"





In een toespraak die hartverscheurend en hilarisch is, deelt Nora McInerny, schrijver en podcaster, haar zuurverdiende wijsheid over leven en dood. Haar openhartige benadering van iets dat, laten we wel wezen, ons allemaal treft, is net zo bevrijdend als gedreven. Ze moedigt ons aan om te veranderen hoe we verdriet benaderen. "Een rouwende persoon zal weer lachen en glimlachen", zegt ze. "Ze gaan verder met hun leven, maar dat betekent niet dat ze hun verdriet achter zich hebben gelaten."


"Ja, 2014 was een belangrijk jaar voor mij. Heb je dat ook wel eens, zo'n speciaal jaar, zo'n kraker van een jaar? Bij mij ging het zo: op 3 oktober eindigde mijn tweede zwangerschap voortijdig, op 8 oktober stierf mijn vader aan kanker en op 25 november stierf vervolgens mijn man Aaron, na drie jaar te hebben geleden aan glioblastoom graad 4, wat een sjieke naam is voor een hersentumor.

Kortom, met mij kan je lachen.

(Gelach)

Mensen nemen me altijd graag mee uit. Ik ben populair. Wanneer ik vertel over deze periode van mijn leven, krijg ik meestal als reactie:

(Zucht)

"Dit kan ik niet bevatten." Maar volgens mij kun je dat wél. Volgens mij kun je het. En ik denk dat je het moet, want op een dag overkomt het jou. Misschien niet dezelfde tegenslagen in deze volgorde of in dit tempo, maar ik zei al: ik ben leuk. Uit onderzoek is gebleken -- en dit zal je verbazen -- dat al je geliefden een kans van 100% hebben om te sterven.

(Gelach)

En daarom zit je hier bij TED.

(Gelach)

(Applaus)

Na al deze tegenslagen heb ik er mijn werk van gemaakt om over dood en verlies te praten, niet alleen mijn eigen, want dat is gauw verteld, maar over verlies en over tragedies die anderen hebben meegemaakt. Het is een gat in de markt, moet ik zeggen.

(Gelach)

Weliswaar een klein gat en ik zou er liever meer mee verdienen ...

(Gelach)

Ik heb stimulerende boeken geschreven, ik geef een inspirerende podcast uit en richtte een non-profitbureautje op. Ik doe gewoon wat ik kan om meer mensen te troosten die troost nodig hebben. En bij groot verdriet is daar veel behoefte aan. Je zit vooral om troost verlegen als het iemand anders betreft. Ik ben een groep begonnen samen met mijn vriendin Moe, die ook weduwe is; we noemen onszelf de Hippe Jonge Weduwenclub.

(Gelach)

We zijn een echte club, met lidmaatschapskaarten en T-shirts. En wanneer jouw geliefde sterft, je man, je vrouw, je vriend of vriendin, of je nu getrouwd was of niet, gaan je vrienden en familieleden op zoek onder hun vrienden en de vrienden van hun vrienden naar iemand met een soortgelijke ervaring. Ze brengen jullie met elkaar in contact, zodat je met elkaar kunt praten en je verdriet niet over anderen uitstort.

(Gelach)

Dat doen we dus. We zijn gewoon een aantal groepjes waar mannen, vrouwen, hetero en homo, getrouwd en anderszins partners met elkaar kunnen praten over hun overleden geliefde en dingen kunnen zeggen die de anderen in hun leven nog niet kunnen of willen aanhoren. We hebben allerlei soorten gesprekken, zoals: "Mijn man stierf twee weken terug en ik denk continu aan seks. Is dat normaal?"

Ja.

"En als het gaat om seks met een tv-ster?"

Minder normaal, maar vooruit.

(Gelach)

Dingen zoals: "Als ik op straat oude mensen hand in hand zie lopen, mensen die duidelijk al tientallen jaren een stel zijn, en ik stel me voor wat ze allemaal samen hebben meegemaakt, de goede dingen, de nare dingen, de ruzies die ze hebben gehad over wie het vuilnis buiten zet ... dan word ik gewoon ontzettend kwaad."

(Gelach)

Zo was dat bij mijzelf.

De meeste gesprekken in de groep houden we gewoon voor onszelf, maar we praten er wel met anderen over als de rest van de wereld -- die verdriet te wachten staat maar nog niet getroffen is -- er misschien wat mee kan. Voor de duidelijkheid, ik houd me alleen maar bezig met niet-wetenschappelijk onderzoek, dus klopte ik aan bij de Hippe Jonge Weduwenclub en ik zei: "Lieve mensen, weet je nog dat je geliefde stierf?

En weet je nog wat de mensen tegen je zeiden?"

"O ja!"

"Waar had je de grootste hekel aan?"

Ik kreeg veel reacties, veel antwoorden, er werd van alles genoemd, maar twee dingen sprongen er al gauw uit. "Verder leven."

Sinds 2014 ben ik opnieuw getrouwd met Matthew, een hele knappe man, we hebben een samengesteld gezin met vier kinderen, we wonen in een buitenwijk van Minneapolis in Minnesota. We hebben een asielhond.

(Gelach)

Ik rijd in een busje waarvan de deuren opengaan zonder dat ik ze hoef aan te raken.

(Gelach)

Naar alle maatstaven gemeten hebben we een goed leven. Ik heb trouwens het woord 'measure' nooit als 'mèzjoer' uitgesproken.

(Gelach)

Geen idee waar dat vandaan kwam.

(Gelach)

Ik heb het nog nooit iemand zo horen uitspreken. Toch lijkt het correct, die uitspraak. Daardoor is het Engels nou zo'n rommeltje ...

(Gelach)

Knap hoor, als iemand Engels spreekt en ook nog een taal die wél duidelijk is -- petje af.

(Gelach)

Dus naar alle maatstaven ...

(Gelach)

naar alle maatstaven is ons leven goed, maar ik heb niet 'verder geleefd'. Ik heb niet 'verder geleefd' en ik heb een hekel aan die kreet en ik snap iedereen die dat vindt. Want dat zou betekenen dat het leven en de dood van Aaron en zijn liefde maar momenten zijn geweest die ik achter me kan laten en dat dat waarschijnlijk ook zou moeten. Maar wanneer ik over Aaron praat, gebruik ik vaak de tegenwoordige tijd. Ik vond dat altijd een beetje raar klinken. Maar toen merkte ik dat iedereen het doet. Niet omdat we de dingen ontkennen of omdat we ze zijn vergeten, maar omdat onze geliefden die ons zijn ontvallen voor ons nog steeds zo aanwezig zijn. Als ik dus zeg: "Aaron is …" zeg ik dat omdat Aaron nog steeds 'is'. Niet op dezelfde manier als vroeger -- wat veel beter was -- en niet in de zin zoals kerkmensen me proberen te vertellen. Hij is gewoon onuitwisbaar, dus is hij gewoon aanwezig voor mij.

Hier is hij voor mij aanwezig in mijn werk, in het kind dat van ons samen is, in de andere drie kinderen die ik grootbreng, die hem nooit hebben ontmoet en geen DNA van hem hebben, maar die in mijn leven zijn puur omdat ik Aaron had en omdat ik hem nu kwijt ben. Hij is erbij in mijn huwelijk met Matthew, omdat ik door Aarons leven, liefde en dood de mens ben geworden met wie Matthew wilde trouwen. Ik heb niet verder geleefd ná Aaron, ik heb verder geleefd mét hem.

(Applaus)

We strooiden de as van Aaron uit in zijn favoriete rivier in Minnesota en toen de zak leeg was -- als je gecremeerd bent, pas je in een plastic zak -- zat er nog as aan mijn vingers. Ik had mijn handen in het water kunnen afspoelen, maar in plaats daarvan heb ik ze afgelikt, want ik was zo bang dat ik nóg meer zou kwijtraken en ik wilde er absoluut zeker van zijn dat hij altijd deel van mij zou zijn. Dat zou hij natuurlijk toch zijn,

want als je je geliefde drie jaar lang zichzelf met vergif ziet volstoppen opdat hij nog iets langer zijn leven met je kan delen, dan blijft je dat bij. Als je hem ziet wegteren van die gezonde vent op je eerste avond tot niets, dan blijft je dat bij. En als je je zoon die nog geen twee jaar oud is naar zijn vaders bed ziet lopen op die allerlaatste dag, alsof hij weet wat er gaat gebeuren en zegt: "Ik hou van je. Alles klaar. Doeidoei!" -- dan blijft je dat bij. Net zoals wanneer je verliefd wordt, écht verliefd wordt op iemand die jou ook helemaal ziet zitten en zelfs wanneer je zegt: "O nee, dit wordt echt niks. Liefde is geen wedloop of realityshow, maar een rustig proces. Liefde is die onzichtbare, stabiele draad die ons met elkaar verbindt, ook als er alom chaos heerst en dingen uit elkaar vallen, en ook wanneer hij overleden is." Dat blijft je bij. Wat wij altijd deden -- omdat ik altijd koude handen heb en hij zo'n warm lijf, stak ik mijn ijskoude handen altijd onder zijn overhemd en hield ze tegen zijn warme lijf.

(Gelach)

Hij vond dat vreselijk,

(Gelach)

maar hij hield van me. En direct nadat Aaron was overleden ging ik naast hem in bed liggen, stak ik mijn handen onder zijn lijf en voelde ik zijn warmte. Ik weet niet eens of mijn handen koud waren, maar ik kan wel zeggen: ik wist dat dit de laatste keer was dat ik dit kon doen en dat die herinnering altijd verdrietig zal zijn. Die herinnering zal altijd pijn doen. Zelfs wanneer ik 600 jaar oud ben en niet meer dan een hologram.

(Gelach)

Net zoals ik bij de herinnering aan onze eerste ontmoeting altijd zal moeten lachen. Verdriet is geen geïsoleerde emotie maar vermengt zich altijd met allerlei andere emoties.

Ik ontmoette Matthew, mijn huidige man -- die dat geen fijne titel vindt,

(Gelach)

hoewel die heel correct is.

(Gelach)

Ik ontmoette Matthew, en ... je kon een zucht van opluchting horen bij de mensen die van mij houden. Zoiets van: "Het is voorbij! Ze heeft het gered! Het is allemaal goed gekomen en we kunnen naar huis. We hebben het goed gedaan." Op die manier ernaar kijken, spreekt mij erg aan; zo dacht ik er zelf ook zo'n beetje over. Maar ik zat ernaast. Er begon een nieuw hoofdstuk. Een mooi hoofdstuk -- ik hou van je, lieverd -- écht een mooi hoofdstuk. Maar vooral in het begin leek het een heel andere wereld. Zoals in die boeken uit de jaren 80 met 'kies je eigen avontuur', met twee parallelle verhaallijnen. Ik opende mijn hart voor Matthew en mijn verstand zei: "Wil je aan Aaron denken, in het verleden, het heden, de toekomst? Stap er dan gewoon in!" Dat deed ik dus. En die twee verhaallijnen ontvouwden zich direct. Mede doordat ik verliefd werd op Matthew ging ik goed de omvang beseffen van wat ik met Aaron was kwijtgeraakt. Wat even belangrijk is, ik ging daardoor beseffen dat mijn liefde voor Aaron en mijn verdriet om Aaron en mijn liefde voor Matthew elkaar niet tegenwerken. Het zijn gewoon strengen van hetzelfde touw. Ze zijn van hetzelfde materiaal.

Ik ben ... wat zeiden mijn ouders altijd? Ik ben niet bijzonder.

(Gelach)

Zij hadden 4 kinderen, en die waren ... eerlijk gezegd.

(Gelach)

Ik ben niet bijzonder. Ik weet dat, ik weet heel goed dat de hele dag, dag in dag uit, over de hele wereld verschrikkelijke dingen gebeuren. Voortdurend. Ik zei al, ik ben een leuk mens. Er gebeuren verschrikkelijke dingen. Elke dag maken mensen ingrijpend, traumatisch verlies mee. En als onderdeel van mijn werk heb ik die rare podcast gemaakt. Soms praat ik met mensen over het ergste dat hun ooit is overkomen. Soms is dat het verlies van een geliefde, een paar dagen of weken geleden of jaren of tientallen jaren geleden. En de mensen met wie ik praat, hebben zich niet rond hun verlies teruggetrokken waardoor hun leven alleen daarom draait. Ze hebben geleefd; hun wereld is blijven draaien. Maar ze praten met mij, een volkomen vreemde, over hun overleden geliefde, want dit zijn de ervaringen die ons kenmerken en vormen, evengoed als de fijne ervaringen dat doen, en ook voor de rest van ons leven. Wanneer je al lang geen lieve kaartjes meer krijgt of warme maaltijden. We zeggen niet tegen de mensen om ons heen die van het goede leven genieten dat ze 'verder moeten leven' -- nee toch? We sturen geen kaartje met: "Gefeliciteerd met jullie prachtige baby", om vijf jaar later te denken: Weer een verjaardagsfeestje? Hou toch op!

(Gelach)

Ja hoor, hij is vijf.

(Gelach)

Wow.

(Gelach)

Maar rouw is een van die dingen, net als verliefd raken of een kind krijgen of op HBO naar The Wire kijken, die je niet snapt tot het jou overkomt, of tot je het zelf gaat doen. En als het jou eenmaal overkomt, als het jouw geliefde of jouw baby is en jij bent in de rouw en jij zit vooraan bij de uitvaartdienst, dán snap je het. Je begrijpt dat deze ervaring niet iets is van één moment. Het is geen botje dat weer terugschiet. Nee, je hebt iets chronisch opgelopen. Iets ongeneeslijks. Het is niet fataal, maar soms kan verdriet wel zo aanvoelen. En als we het bij elkaar niet kunnen voorkomen, wat kunnen we dan wél doen?

Anders dan proberen elkaar eraan te herinneren dat sommige dingen niet gerepareerd kunnen worden en dat sommige wonden er niet zijn om te genezen. We hebben elkaar nodig om elkaar te helpen bedenken, en elkaar eraan te herinneren dat verdriet een emotie is de vele kanten heeft. Dat je bedroefd én blij kunt zijn, in de rouw én tot liefhebben in staat in hetzelfde jaar, dezelfde week, in dezelfde ademtocht. Bedenk dat iemand in de rouw weer zal gaan lachen en vrolijk kijken. Met een dosis geluk vindt iemand zelfs een nieuwe liefde. O ja, ze gaan absoluut hun leven weer oppakken, maar dat betekent niet dat ze hun verleden achter zich laten.

Dank je wel."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen