3 Lessen Van Revolutionaire Liefde In Een Tijd Van Woede




 

Wat is het tegengif tegen toenemend nationalisme, polarisatie en haat? In deze inspirerende, poëtische TED-talk vraagt Valarie Kaur ons om liefde terug te eisen als een revolutionaire daad. Terwijl ze van de geboortekamer naar tragische plaatsen van bloedvergieten reist, laat Kaur ons zien hoe de keuze voor liefde een kracht voor gerechtigheid kan zijn.

(Sikh gebed) "Waheguru Ji Ka Khalsa, Waheguru Ji Ki Fateh."

"Er is een moment in het kraambed dat je denkt dat je doodgaat. Het lichaam strekt zich tot een onmogelijke cirkel. De weeën volgen elkaar binnen de minuut op. Golf na golf -- er is amper tijd om te ademen. De medische term? 'Transitie'. 'Alsof je doodgaat' klinkt tenslotte niet echt wetenschappelijk.

(Gelach)

Ik heb het nagevraagd.

Tijdens mijn 'transitie' duwde mijn man op mijn heiligbeen opdat mijn lichaam niet zou breken. Mijn vader stond achter het gordijn te wachten -- of verborg hij zich? Maar mijn moeder stond naast me. De vroedvrouw zei dat ze het hoofdje al kon zien, maar ik voelde alleen maar een ring van vuur. Ik zei: "Moeder, ik kan het niet", maar zij stond mijn grootvaders gebed al in mijn oor te gieten.

(Sikh gebed) "Tati Vao Na Lagi, Par Brahm Sarnai." "De hete winden kunnen jou niet deren."

"Je bent dapper", zei ze. "Je bent dapper." Plots zie ik mijn grootmoeder achter mijn moeder staan. En haar moeder daar weer achter. En haar moeder daar weer achter ... Een lange rij vrouwen die al eerder door het vuur hadden geperst. Ik haalde adem; ik perste; mijn zoon werd geboren. Toen ik hem in mijn armen hield, al snikkend en bevend van de golf oxytocine die door mijn lichaam joeg, was mijn moeder al bezig om iets te eten voor me te maken. Zorgend voor haar kind, zoals ik voor het mijne. Mijn moeder was altijd al voor me bezig geweest, van mijn geboorte tot aan die van mijn zoon. Zij wist allang wat ik nu pas een naam begon te geven: dat liefde meer is dan een golf van emotie die ons overkomt als we geluk hebben. Liefde is zoete arbeid. Heftig. Bloederig. Onvolkomen. Levengevend. Een keuze die we steeds opnieuw maken.

Ik ben een Amerikaanse activist voor burgerrechten die sinds 11 september 2001 met niet-blanke gemeenschappen heeft gevochten tegen onrechtvaardig overheidsbeleid en uitingen van haat op straat. En op onze meest pijnlijke momenten, geconfronteerd met schrijnende ongerechtigheid, heb ik het zwoegen van die liefde zijn vruchten zien afwerpen. Mijn leven in de frontlinie van het bevechten van haat in Amerika is een strijd geweest die ik revolutionaire liefde ben gaan noemen. Revolutionaire liefde is de keuze om je vrijwillig in te spannen voor mensen die er niet uitzien zoals wij, voor onze tegenstanders die ons pijn doen en voor onszelf. In deze tijd van enorme woede, waarin het vuur rondom ons woedt, geloof ik dat revolutionaire liefde hetgeen is waar deze tijd om vraagt.

Mochten je tenen krom gaan staan als ik zeg dat liefde het antwoord is ... dan herken ik dat.

(Gelach)

Ik ben advocaat.

(Gelach) Laat me dus uitleggen hoe ik liefde heb leren zien als wapen voor sociale rechtvaardigheid door drie voorvallen.

Mijn eerste ontmoeting met haat was op het schoolplein. Ik was een klein meisje dat opgroeide in Californië, waar mijn familie al een eeuw lang leeft en boert. Toen ik hoorde dat ik naar de hel zou gaan omdat ik geen christen was en een 'zwarte hond' werd genoemd omdat ik niet blank was, rende ik in mijn opa's armen. Papa Ji droogde mijn tranen en bood me de woorden van Goeroe Nanak, de oprichter van het sikhisme. "Ik zie geen vreemde", zei Nanak. "Ik zie geen vijand." Mijn grootvader leerde me dat ik ervoor kon kiezen alle nieuwe gezichten ook echt te zien en er interesse in te hebben. En als ik die interesse heb, zal ik naar hun verhalen luisteren, zelfs als dat niet eenvoudig is; ik zal weigeren hen te haten, zelfs al haten ze mij; ik beloof zelfs ze te beschermen als ze gevaar lopen. Dat betekent het om sikh te zijn: s-i-k-h. Het pad bewandelen van de heilige strijder. Hij vertelde het verhaal van de eerste vrouwelijke sikh-strijder. Mai Bhago. Het verhaal gaat dat 40 strijders hun post hadden verlaten tijdens een grote slag tegen een keizerrijk. Ze kwamen terug in een dorp en een vrouw uit het dorp sprak ze aan en zei: "Jullie lopen niet weg van de strijd. Jullie keren terug naar het vuur en ik zal jullie leiden." Ze besteeg een paard, ze zette een tulband op en met het zwaard in de hand en het vuur in haar ogen leidde ze hen waar niemand heen wilde. Zij werd degene waar ze op had gewacht. "Verlaat je post niet, lieveling." Mijn grootvader zag me als een strijder. Ik was een klein meisje met twee lange vlechten, maar ik beloofde het.

Ik maak een sprong naar toen ik 20 was. Ik zie de Twin Towers vallen, mijn keel slaat van afschuw dicht en dan flitst er een gezicht over het scherm: een gekleurde man met een tulband en een baard en ik realiseer me dat de nieuwe vijand van ons land eruit ziet als mijn opa. En de tulband, het symbool van onze dienstbaarheid, wordt het symbool van terrorisme. En sikhs worden haatobjecten, net als onze moslimbroeders en -zusters. De eerste persoon die werd vermoord door haat na 11 september was een sikh die in Arizona voor zijn benzinestation stond. Balbir Singh Sodhi was een familievriend die ik 'oom' noemde. Hij werd vermoord door iemand die zich 'patriot' noemde. Hij was de eerste van velen die vermoord zouden worden, maar zijn verhaal -- onze verhalen haalden amper het avondnieuws. Ik was ten einde raad, maar ik had een camera en verborg me niet. Ik ging naar zijn weduwe, Joginder Kaur. Ik huilde met haar en vroeg haar: "Wat wil je de Amerikaanse mensen zeggen?" Ik verwachtte verwijten. Maar ze keek me aan en zei: "Bedank ze van me. 3.000 Amerikanen kwamen naar de herdenking van mijn man. Ze kenden mij niet, maar ze huilden met me. Bedank ze van me." Er kwamen duizenden mensen, want in tegenstelling tot de nationale media vertelden de lokale media Balbirs verhaal wel. Verhalen kunnen de interesse wekken die van vreemdelingen zusters en broeders maakt.

Dit was mijn eerste les in revolutionaire liefde -- dat verhalen ons helpen geen vreemdeling te zien. En dus ... werd mijn camera mijn zwaard. Mijn rechtendiploma werd mijn schild. Mijn filmpartner werd mijn echtgenoot.

(Gelach)

Verrassend genoeg.

En wij gingen deel uitmaken van een generatie pleitbezorgers die werkten voor gemeenschappen die onder vuur lagen. Ik werkte in extra beveiligde gevangenissen, aan de kust van Guantanamo, op plaatsen van massamoorden met het bloed nog vers op de grond. En iedere keer, 15 jaar lang, met elke film, met elke rechtszaak, met elke campagne dacht ik dat we het land veiliger maakte voor de volgende generatie.

Toen werd mijn zoon geboren. Op een moment ... dat de haatdelicten tegen onze gemeenschappen op hun hoogtepunt waren sinds 11 september. Wanneer rechts nationalisme in de hele wereld weer de kop opsteekt en zich het presidentschap van de VS heeft toegeëigend. Wanneer blanke racisten door onze straten marcheren met brandende fakkels en ongemaskerd. Ik moet er rekening mee houden dat mijn zoon opgroeit in een land dat gevaarlijker voor hem is dan dat het ooit voor mij was. En er zullen momenten komen dat ik hem niet kan beschermen wanneer hij als terrorist wordt aangezien ... net zoals zwarte mensen in Amerika nog steeds als crimineel worden gezien. Kleurlingen: illegaal. Homo's and transseksuelen: immoreel. Inheemse bevolking: wilden. Vrouwen en meisjes als bezit. En als ze onze lichamen niet herkennen als het kind van een moeder, wordt het eenvoudiger ons uit te zetten, ons buiten te houden, ons te deporteren, ons op te sluiten, ons op te offeren aan de illusie van veiligheid.

(Applaus)

Ik wilde mijn post verlaten. Maar ik had het beloofd, dus ging ik terug naar dat benzinestation waar Balbir Singh Sodhi vijftien jaar geleden was vermoord. Ik brandde een kaars op de plek waar hij was doodgebloed. Zijn broer, Rana, keek me aan en zei: "Er is niets veranderd."

En ik vroeg hem: "Van wie hebben we nog niet geprobeerd te houden?"

We besloten de moordenaar in de gevangenis op te bellen. De telefoon gaat over. Mijn hart klopt in mijn oren. Ik hoor de stem van Frank Roque, een man die ooit zei ... "Ik ga wat tulbanden schieten. En waarom hun kinderen ook niet." En iedere emotionele impuls in me zegt: "Ik kan het niet." Maar ik leg mezelf de interesse op en vraag: "Waarom?" "Waarom accepteerde je ons verzoek om te praten?"

Frank zegt: "Het spijt me wat er is gebeurd, maar het spijt me ook voor al die doden op 11 september." Hij accepteert de verantwoordelijkheid niet. Ik word boos om Rana te beschermen, maar Rana staat nog open voor Frank -- hij luistert -- en reageert.

"Frank, dit is voor het eerst dat ik je hoor zeggen dat het je spijt."

En Frank -- Frank zegt: "Ja. Het spijt me wat ik je broer heb aangedaan. Ooit, als ik naar de hemel ga en God over me zal oordelen, zal ik naar je broer vragen. Ik zal hem omhelzen. En ik zal hem vragen om vergeving."

En Rana zegt ... "We hebben je al vergeven."

Vergeven is niet vergeten. Vergeven is vrij zijn van haat. Want als we vrij zijn van haat, zien we degenen die ons kwetsen niet als monsters, maar als mensen die zelf gewond zijn, die zichzelf bedreigd voelen, die niets beters weten te doen met hun onzekerheid dan ons te kwetsen, de trekker over te halen, hun stem uit te brengen of beleid tegen ons goed te keuren. Maar als sommigen van ons interesse in hen kunnen hebben en hun verhalen willen aanhoren, komen we erachter dat onderdrukken zijn tol eist. Het ontneemt hen hun vermogen om lief te hebben.

Dit was mijn tweede les in revolutionaire liefde. We houden van onze vijand door hun wond te verzorgen. Hun wond verzorgen is niet hetzelfde als hen helen, dat kunnen zij alleen. Ervoor zorgen, zorgt ervoor dat we onze vijand kunnen zien: de terrorist, de fanaat, de demagoog. Zij zijn geradicaliseerd door culturen en beleid dat wij samen kunnen veranderen. Ik keek terug op al onze campagnes en realiseerde me dat iedere keer dat we slechte acteurs bestreden, we niet veel verder kwamen. Maar als we onze zwaarden en schilden gebruikten om slechte systemen aan te pakken, dan zagen we verandering. Ik heb aan campagnes gewerkt die honderden mensen uit eenzame opsluiting vrij kregen, die corrupte politie-afdelingen dwongen tot reorganisatie en beleid inzake haatdelicten veranderden. De keuze om onze vijand lief te hebben is moreel en pragmatisch, en het opent de deur naar de voorheen onvoorstelbare mogelijkheid van verzoening.

Maar vergeet niet ... het kostte vijftien jaar om tot dat telefoontje te komen. Ik moest eerst afrekenen met mijn eigen woede en verdriet. Onze vijanden liefhebben vereist dat we onszelf liefhebben. Gandhi, King, Mandela -- ze leerden ons veel over het liefhebben van anderen en je vijanden. Ze hadden het niet vaak over het liefhebben van onszelf. Dit is een feministische interventie.

(Applaus)

Ja.

(Applaus)

Want al veel te lang is vrouwen en niet-blanke vrouwen verteld hun woede te onderdrukken, hun verdriet te onderdrukken in naam van liefde en vergeving. Maar als we onze woede onderdrukken, verhardt het zich juist tot naar buiten gerichte haat, maar dan meestal naar binnen gericht. Maar het moederschap heeft me geleerd dat al onze emoties een functie hebben. Vreugde is het resultaat van liefde. Verdriet is de prijs voor liefde. Woede is de kracht die het beschermt.

Dit was mijn derde les in revolutionaire liefde. We hebben onszelf lief als we door het vuur van de pijn heen ademen en weigeren het zich te laten verharden tot haat. Daarom ben ik ervan overtuigd dat onze liefde zich moet manifesteren in alle drie richtingen om revolutionair te zijn. Alleen van onszelf houden is prettig, maar dat is narcisme.

(Gelach)

Alleen van je vijanden houden is jezelf verafschuwen. Alleen van anderen houden werkt niet. Dat gebeurt op het moment veel. We moeten al die drie vormen van liefde toepassen. Hoe doen we dat? Klaar?

Ten eerste: om anderen lief te hebben, moet je geen vreemdelingen zien. We kunnen onze ogen trainen om als we vreemdelingen zien, op straat, in de trein, op het scherm, in onszelf te zeggen: "Broeder, zuster, tante, oom." En als we dit zeggen, zeggen we daarmee: "Jij bent een deel van me dat ik nog niet ken. Ik verkies geïnteresseerd te zijn in jou. Ik zal naar je verhalen luisteren en in het geweer komen als je gevaar loopt."

Ten tweede: om onze vijand lief te hebben, verzorgen we hun wond. Ben je je bewust van de wond in hen die jou kwetsen? Kun je interesse in ze hebben? En als deze vraag paniek in je lijf teweegbrengt, dan is je meest revolutionaire daad om aandacht te schenken aan en te zorgen voor je eigen behoeften.

Ten derde: jezelf liefhebben is een kwestie van ademen en persen. Wanneer wij onszelf door het vuur in ons lichaam persen, door het vuur in de wereld, moeten we samen ademen om samen te kunnen persen. Hoe adem jij elke dag? Met wie adem je? Want ... wanneer beleidsbeslissingen en nieuws over geweld ons hard raken, soms meerdere keren per minuut, dan kan dat voelen als sterven. Op dat soort momenten legt mijn zoon zijn hand op mijn wang en zegt: "Tijd om te dansen, mam?" En we dansen. In het duister ademen en dansen we. Ons gezin wordt een eiland van revolutionaire liefde. Onze vreugde is een daad van moreel verzet. Hoe bescherm jij je vreugde elke dag? Want vanuit die vreugde zien we zelfs het duister met andere ogen.

Dus vraagt de moeder in mij: als deze duisternis nu eens niet het duister van het graf is, maar het duister van de baarmoeder? Als onze toekomst nu eens niet dood is, maar juist nog niet geboren? Als dit nu eens onze transitie is? Denk aan de wijsheid van de vroedvrouw. "Ademen", zegt ze. En dan -- "persen." Als we niet persen gaan we dood. Als we niet ademen gaan we dood.

Revolutionaire liefde vereist van ons dat we ademen en ons door het vuur persen met het hart van een strijder en de ogen van een heilige, zodat je ooit ... zodat je ooit mijn zoon zult zien als jouw zoon en hem zult beschermen als ik er niet ben. Je zult de wonden verzorgen van degenen die hem willen kwetsen. Je zult hem leren van zichzelf te houden omdat jij van ook jouzelf houdt. Je zult hem influisteren -- zoals ik dat bij jou doe -- "Je bent dapper." Je bent dapper."

Dankjewel.

(Applaus)

(Sikh gebed) "Waheguru Ji Ka Khalsa, Waheguru Ji Ki Fateh."

(Applaus)

(Gejuich)

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen