Zo Tem Je Je Afdwalende Geest





Amishi Jha onderzoekt hoe we aandacht geven: het proces waarmee ons brein beslist wat er belangrijk is in de voortdurend binnenkomende informatiestroom. Zowel externe afleidingen (zoals stress) als innerlijke (zoals dagdromerij) verminderen de kracht van onze aandacht, zegt Jha -- maar met simpele technieken is die te versterken. "Geef aandacht aan je aandacht", aldus Jha.


"Denk eens aan de volgende stelling: mensen benutten slechts 10% van hun hersencapaciteit. Als neurowetenschapper kan ik je vertellen dat Morgan Freemans imponerende voordracht deze zin weliswaar mooi doet klinken, maar dat de stelling volstrekt fout is.

(Gelach)

In werkelijkheid benutten mensen 100% van hun hersencapaciteit. De hersenen zijn een zeer efficiënt, energieslurpend orgaan dat volledig gebruikt wordt. En zelfs al draaien ze op volle kracht, toch kunnen ze al die informatie niet aan. De omgeving biedt veel meer informatie dan ze kunnen verwerken. Voor dit overbelastingsprobleem had de evolutie een oplossing: het aandachtssysteem van het brein.

Dankzij aandacht merken we op, selecteren we, en kennen we de rekenkracht van de hersenen toe aan een deel van alles wat voorhanden is. Aandacht kun je zien als de leider van het brein. Waar de aandacht heen gaat, volgt de rest van het brein. In zekere zin is ze de baas van je hersenen. De laatste vijftien jaar heb ik het aandachtssysteem van het menselijk brein bestudeerd. Bij al onze studies was ik zeer geïnteresseerd in één vraag: als onze aandacht inderdaad de baas van ons brein is, is ze een goede baas? Leidt ze ons op bekwame wijze? Om deze grote vraag te lijf te gaan, wilde ik drie dingen weten. Ten eerste: hoe bepaalt aandacht onze waarneming? Ten tweede: waarom laat ze ons in de steek en voelen we ons vaak troebel en afgeleid? Ten derde: kunnen we iets doen aan die troebelheid? Kunnen we ons brein door oefening aandachtiger maken? Zodat onze aandacht sterker en stabieler is tijdens onze werkzaamheden.

Dus ... ik wilde je in het kort laten zien hoe we dit gaan bekijken. Een zeer treffend voorbeeld van hoe onze aandacht wordt ingezet. Als voorbeeld hiervoor gebruik ik iemand die ik heel goed ken. Hij is iemand uit een grote groep mensen met wie we werken voor wie aandacht een kwestie van leven of dood is. Denk aan medische professionals of brandweermannen of soldaten of mariniers.

Dit is het verhaal van een marinier: kapitein Jeff Davis. De scène die ik met jullie wil delen, gaat zoals je ziet niet over zijn tijd op het slagveld. Hij bevond zich op een brug in Florida. Maar in plaats van te kijken naar zijn omgeving, te genieten van het uitzicht en van de koele oceaanbries, reed hij hard en overwoog hij om van de brug af te rijden. Hij vertelde me later dat hij daar slechts met uiterste inspanning van afzag. Hij was net terug uit Irak en hoewel zijn lichaam zich op die brug bevond, was zijn geest, zijn aandacht, duizenden kilometers ver weg. Hij werd overmand door leed. Zijn geest was bezorgd en werd in beslag genomen door pijnlijke herinneringen en angst voor de toekomst. Ik ben heel blij dat hij zichzelf niet om het leven bracht. Als leider wist hij dat hij hier waarschijnlijk niet als enige mee kampte. Dat gold ook voor veel van zijn collega-mariniers.

In 2008 gingen we samenwerken in een tot dusver ongekend project: het testen en aanbieden van zogenaamde 'mindfulnesstraining' aan militairen in actieve dienst. Maar voordat ik je iets vertel over mindfulnesstraining of de resultaten van dat onderzoek, is het belangrijk om te begrijpen hoe aandacht werkt in de hersenen.

Veel van ons aandacht-onderzoek dat we doen in het laboratorium heeft te maken met hersengolfopnames. In deze hersengolfopnames dragen mensen gekke hoofdkappen die lijken op badmutsen, waar elektrodes in verwerkt zijn. Deze elektrodes pikken alle elektrische hersenactiviteit op. Dat doen ze op de milliseconde nauwkeurig. Zo kunnen we het verloop volgen van kleine schommelingen in voltage. Zodoende kunnen we heel precies de hersenactiviteit in kaart brengen. Zo'n 170 milliseconden nadat we onze deelnemers een gezicht tonen op het scherm, zien we een zeer betrouwbare, waarneembare hersensignatuur. Dat gebeurt helemaal achterin de schedel, boven de hersengebieden waar gezichtsherkenning plaatsvindt. Vanwege de voorspelbaarheid en exactheid van deze gezichtsherkenningsfunctie hebben we deze hersengolfcomponent een naam gegeven. We noemen hem de N170-component. Deze component gebruiken we in veel van onze onderzoeken om te kunnen zien welke impact aandacht kan hebben op onze waarneming.

Ik zal jullie een idee geven van het soort experimenten dat we doen in het lab. We laten deelnemers beelden zien als deze. Als het goed is zie je een gezicht en een tafereel door elkaar heen. We vragen onze deelnemers om tijdens het bekijken van zulke samengevoegde beelden iets te doen met hun aandacht. Bij sommige testen vragen we hen te letten op het gezicht. Om te controleren of ze dat doen, laten we hen op een knop duwen om te zeggen of het gezicht mannelijk of vrouwelijk is. Bij andere testen vragen we hen naar het tafereel -- is het binnens- of buitenshuis? Zo kunnen we aandacht manipuleren en vaststellen dat deelnemers ook doen wat we hen opdragen. Onze hypothesen over aandacht waren als volgt. Als aandacht echt zijn werk doet en waarneming beïnvloedt, werkt het wellicht als een versterker. Daarmee bedoel ik dat wanneer we aandacht geven aan het gezicht, dit duidelijker en opvallender wordt, makkelijker zichtbaar. Concentreren we ons op het tafereel, dan zien we het gezicht amper nog omdat we tafereelinformatie verwerken.

Nu wilden wij kijken naar die hersengolfcomponent van gezichtsherkenning, de N170, om te zien of die veranderde naarmate onze deelnemers hun aandacht richtten op het tafereel of het gezicht. We vonden het volgende. Wanneer ze aandacht gaven aan het gezicht, was de N170 groter. En als ze letten op het tafereel -- je ziet het in rood -- is hij kleiner. Dat verschil tussen de blauwe en de rode lijn maakt nogal wat uit. Het toont aan dat aandacht -- het enige dat anders was, aangezien de afbeeldingen steeds identiek waren -- aandacht verandert waarneming. En dat gebeurt heel snel. Binnen 170 milliseconden nadat je het gezicht ziet. In onze vervolgstudies wilden we testen hoe we dat effect konden verstoren of verminderen. We vermoedden dat als je mensen in een stressvolle omgeving zet, als je hen afleidt met schokkende, negatieve beelden, beelden van lijden en geweld -- ongeveer wat we op het nieuws zien, helaas -- dat dit invloed heeft op hun aandacht. Dat vonden we inderdaad.

Als we stressvolle beelden tonen terwijl ze dit experiment doen, krimpt deze aandachtskloof, zijn kracht vermindert. In andere onderzoeken wilden we zien: oké, prima -- niet prima ... slecht nieuws, dat stress dit met hersenen doet -- maar als stress inderdaad zo'n krachtige invloed heeft op aandacht door externe afleiding, werkt dat ook zonder externe afleiding? Als we onszelf afleiden? Om dit te doen, moesten we een experiment verzinnen waarin we mensen hun eigen dagdromen konden laten genereren. Dat zijn gedachten die niets te maken hebben met de taak die op dat moment wordt uitgevoerd. De truc hierbij is dat je mensen eigenlijk verveelt. Ik hoop dus dat er momenteel niet veel gedagdroomd wordt.

(Gelach)

Als we mensen vervelen, produceren ze met gemak allerlei innerlijke content om bezig te zijn. Dus we ontwierpen 's werelds saaiste experiment. De deelnemers zagen enkel een reeks gezichten op het scherm. Het ene na het andere. Ze drukten op de knop zodra ze een gezicht zagen. Dat was het. Nu was de truc dat soms een gezicht ondersteboven hing, en dat gebeurde heel sporadisch. Tijdens die testen moesten ze daarop niet reageren. Al snel merkten we dat ze dagdroomden, want ze drukten op de knop als het gezicht ondersteboven was. Hoewel dat duidelijk zichtbaar was. Dus wilden we weten wat er gebeurt als mensen dagdromen. En wat we vonden, was dat net als bij externe stress en externe afleiding in de omgeving, interne afleiding, onze dagdromen, ook die aandachtskloof verminderen. De aandachtskracht wordt minder.

Wat leren we van al deze verhalen? We leren dat aandacht heel krachtig inwerkt op onze waarneming. Ondanks haar kracht, is ze ook fragiel en kwetsbaar. En dingen als stress en dagdromen verzwakken haar. Maar dat speelt zich allemaal af in een gecontroleerde laboratoriumsetting. Hoe werkt dat in ons dagelijks leven? Of nu? Waar is je aandacht nu? Om die terug te halen wil ik een voorspelling doen over jouw aandacht tijdens de rest van mijn talk. Klaar? Hier is de voorspelling. Vier van de acht volgende minuten zul je niet naar me luisteren.

(Gelach)

Het is een uitdaging. Let dus goed op, alsjeblieft. Waarom zeg ik dit? Ik veronderstel dat je blijft zitten waar je zit en zo aardig bent om naar me te kijken terwijl ik praat. Maar uit een groeiende literatuur valt af te leiden dat zo'n 50% van ons waakbewustzijn besteed wordt aan dagdromen. Dit zijn misschien minuscule uitstapjes die we maken, privégedachten die opkomen. En als dit dagdromen plaatsvindt, kan dat problemen geven. Nu vrees ik niet voor ernstige gevolgen zoals jullie hier zitten, maar stel je voor dat een militaire leider vier minuten mist van een rapportage, of een rechter die vier minuten mist van een getuigenis, of een chirurg of brandweerman die maar even afdwaalt. Dat kan grote gevolgen hebben. Daarom de vraag: waarom doen we dit? Waarom dwalen we zoveel af?

Deel van het antwoord is dat onze geest een voortreffelijke tijdreiziger is. Dat doet het met groot gemak. Als je de geest vergelijkt met een muziekspeler, zie je dat. We kunnen met onze geest terug naar gebeurtenissen die reeds hebben plaatsgevonden. Of we spoelen vooruit, om te plannen voor dingen die we nog willen doen. In deze mentale tijdreismodus van verleden of toekomst belanden we heel frequent. Dat overkomt ons meestal zonder dat we ons ervan bewust zijn, en zelfs als we ons willen concentreren. Denk aan hoe je een boek wilde lezen en onderaan de pagina bemerkte dat geen woord was doorgedrongen. Dat overkomt ons. Als dit gebeurt, als we afdwalen zonder ons ervan bewust te zijn, dan heeft dat consequenties. We maken fouten. We zien soms cruciale informatie over het hoofd. En het bemoeilijkt het nemen van beslissingen. Het is erger wanneer we stress ervaren. Overmand door de situatie. We reflecteren niet alleen, wanneer we terugspoelen. We herbeleven het verleden, herkauwen en berouwen gebeurtenissen die voorbij zijn.

Of we spoelen onder stress geestelijk vooruit. Niet alleen om productief te plannen. We verzinnen doemscenario's over dingen die nog niet gebeurd zijn en wellicht nooit gaan gebeuren. Nu zit je misschien te denken: oké ... onze geest dwaalt vaak af. Vaak zonder dat we het merken. Onder stress is het nog erger; dan dwalen we hardnekkiger en vaker.

Is hier iets aan te doen? Gelukkig is het antwoord daarop: ja. Bij ons werk leerden we: het tegenovergestelde van een gestreste, dwalende geest is een aandachtige geest. 'Mindfulness' houdt in dat je aandacht schenkt aan je huidige ervaring. Geconcentreerd, zonder enige vorm van emotionele reactie op wat er gebeurt. Je blijft bij die afspeelknop en ervaart van moment op moment hoe je leven zich ontvouwt. En mindfulness is niet enkel een concept. Het is eerder een oefening. Je moet die aandachtige zijnswijze belichamen om er profijt van te hebben. Veel van ons werk houdt in dat we mensen programma's bieden waarin de deelnemers een scala aan oefeningen krijgen die ze dagelijks moeten doen om meer momenten van aandacht te kweken in hun leven. Veel van de groepen waarmee we werken zijn stressrijk. Zoals ik zei: soldaten, medisch personeel. Voor hen kan een dwalende geest vreselijke gevolgen hebben. Dus wat we bieden is laagdrempelig en tijdefficiënt, voor een optimale training waar ze baat bij hebben. Tijdens dit alles kunnen we volgen wat er gebeurt, niet alleen in hun dagelijks leven maar ook in meest veeleisende omstandigheden die ze tegenkomen.

Waarom willen we dit doen? We willen dit bijvoorbeeld aan studenten geven vóór examens. Of we willen accountants trainen tijdens het belastingseizoen. Of soldaten en mariniers tijdens een missie. Waarom is dat? Omdat op die momenten hun aandacht waarschijnlijk het kwetsbaarst is, vanwege stress en dwalende gedachten. En dat zijn ook de momenten waarop we hun aandacht in topconditie willen hebben zodat ze goed presteren. Dus tijdens ons onderzoek geven we hen een reeks aandachtstesten. We volgen hun aandacht aan het begin van een stressvolle periode, en twee maanden later testen we hen nogmaals om te zien of er verschil is. Hebben ze profijt van de mindfulnesstraining? Biedt het bescherming tegen afdwalen dat plaatsvindt tijdens stress? Dit zijn de resultaten.

Als wij tijdens een stressvolle periode helemaal niets doen, neemt de aandacht af. Na zo'n stressvolle periode presteren mensen slechter dan ervoor. Maar met mindfulnesstraining beschermen we daartegen. Ze blijven stabiel, ook al werken ze net als de anderen onder hoge stress. Mogelijk nog indrukwekkender is dat als mensen onze training volgen gedurende pakweg acht weken, en ze doen werkelijk dagelijks hun mindfulnessoefeningen die hen leren om in het moment aanwezig te zijn, dan gaan ze er zelfs op vooruit, zelfs in die stressvolle situatie. Dit laatste is belangrijk om je te realiseren. Het laat zien dat mindfulnessoefeningen sterk lijken op lichamelijke oefeningen. Als je ze niet doet, heb je geen profijt. Maar als je de oefeningen echt doet, geldt: hoe meer je oefent, hoe meer resultaat.

Ik wil nog even terugkomen op kapitein Jeff Davis. Zoals ik zei aan het begin: zijn mariniers waren betrokken bij onze allereerste mindfulnesstraining. Zij vertoonden hetzelfde patroon, wat erg geruststellend was. We hadden hen de oefeningen aangeboden vlak voor ze uitgezonden werden naar Irak. Bij terugkomst vertelde kapitein Davis ons welke voordelen hij zag bij het programma. Hij zei dat ze deze keer na afloop van de missie veel meer 'aanwezig' waren. Ze waren scherp. Ze waren minder reactief. In sommige gevallen ervoeren ze meer medeleven met de aanwezige mensen en met elkaar. Hij zei dat in zekere zin de mindfulnesstraining hen een belangrijk stuk gereedschap bood tegen het ontwikkelen van posttraumatische stressstoornis en het zelfs veranderde in posttraumatische groei. Dit was erg overtuigend voor ons.

Kapitein Davis en ik bleven zelfs -- dit was tien jaar geleden, in 2008 -- bleven al die jaren contact houden. Hij is doorgegaan met mindfulnessoefeningen op dagelijkse basis. Hij werd bevorderd tot majoor en zwaaide uiteindelijk af uit het Korps Mariniers. Hij scheidde en hertrouwde, kreeg een kind, haalde een MBA. Gedurende al deze bezoekingen, veranderingen en levensgeluk bleef hij zijn aandachtsoefeningen doen. Nu wilde het noodlot dat kapitein Davis enkele maanden geleden als 46-jarige een zware hartaanval kreeg. Hij belde me een paar weken geleden. Hij zei: "Ik wil je wat vertellen. Ik weet dat de betrokken doktoren mijn hart hebben gered, maar mindfulness heeft mijn leven gered. Mijn tegenwoordigheid van geest om de ambulance te stoppen die me naar het ziekenhuis bracht," -- dat deed hij zelf ... de helderheid van geest waarin hij merkte dat er angst en zorgen waren, maar hij er niet door gegrepen werd -- hij zei: "Voor mij waren dat de geschenken van mindfulness." Ik was opgelucht om te horen dat hij oké was, maar echt getroffen door hoe hij zijn eigen aandacht had getransformeerd. Eerst was zijn aandachtssysteem een heel slechte baas: een die hem bijna van de brug deed rijden. Nu was dat een voortreffelijk leider en gids, die zijn leven had gered.

Ik wil eindigen met mijn oproep aan jullie allemaal. Hier komt hij. Besteed aandacht aan je aandacht. Oké? Geef aandacht aan jouw aandacht. Gebruik mindfulnessoefeningen om dagelijks te werken aan je welbevinden, door je eigen dwalende geest te temmen en jouw aandacht te maken tot een vertrouwde gids in je eigen leven.

Dank je wel."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen