Wil Je Ergens Geweldig In Worden? Neem Dan Een Coach





Hoe worden we ergens beter in? Atul Gawande heeft deze vraag onderzocht met de precisie van een chirurg. Hij deelt wat naar zijn gevoel de sleutel is: een goede coach om een nauwkeuriger beeld van onze realiteit te bieden, om positieve denkgewoonten in te prenten en om onze acties te ontleden en ze vervolgens weer te helpen opbouwen. "Het gaat er niet om hoe goed je nu bent, maar om hoe goed je zult zijn", zegt Gawande.


"Ik sta hier vandaag niet als expert. Ik sta hier als iemand die heel erg geïnteresseerd is in hoe ik bedrevener word in wat ik doe en hoe we dat allen doen. Het gaat niet alleen om hoe goed je nu bent. Wat echt uitmaakt, is hoe goed je zal zijn.

Toen ik een geboortecentrum in het noorden van India bezocht, keek ik naar de verloskundigen en besefte ik dat ik in hen een extreme versie van deze strijd zag, namelijk hoe mensen verbeteren in gecompliceerde omstandigheden ... of niet. De vrouwen hier bevallen in een gebied waar een typisch geboortecentrum een kindersterftecijfer van 1 op 20 heeft. Het sterftecijfer voor moeders ligt tien keer hoger dan elders. Al decennia kennen we de cruciale praktijken die de grote doodsoorzaken bij geboortes tegengaan, maar zelfs op deze plek -- vooral op deze plek -- zijn de simpelste dingen niet simpel. Je moet bijvoorbeeld je handen wassen en propere handschoenen aandoen, maar hier staat de kraan in een andere kamer en zijn er geen propere handschoenen. Om ze te hergebruiken, wassen ze de handschoenen in een kom met verdund bleekwater maar je ziet dat er nog bloed van de vorige bevalling aan hangt. 10% van alle baby's wordt geboren met ademhalingsproblemen. We weten wat te doen. Je droogt de baby met een schone doek om hem te stimuleren om te ademen. Als ze niet beginnen te ademen, maak je hun luchtwegen vrij. Als dat niet werkt, geef je hen adem met het babymasker. Maar dit zijn vaardigheden die ze vooral uit leerboeken geleerd hebben en dat babymasker is kapot.

Deze zorgwekkende afbeelding toont hoe nijpend de situatie precies is. Deze baby is tien minuten geleden geboren en hij leeft, maar nauwelijks. Geen propere doek, hij is niet afgedroogd, geen opwarming via huidcontact, een onsteriele klem op de navelstreng. Een infectie is bijna onvermijdelijk en zijn temperatuur zakt met de minuut. Een succesvolle geboorte vereist een succesvol team van mensen. Het hele team moet kundig en op één lijn zijn: de vroedvrouwen op een plek als deze, de dokter die hen ondersteunt, de voorraadbeheerder die ervoor zorgt dat 22 cruciale medicijnen en provisies voorradig en binnen bereik zijn, de verantwoordelijke geneesheer die instaat voor de kwaliteit van de hele instelling. Het zijn allemaal ervaren professionals. Ik heb niemand ontmoet die niet aan duizenden bevallingen had meegeholpen. Maar tegenover de moeilijkheden waarvoor ze staan, lijken ze aan hun limiet te zijn. Ze verbeterden niet meer. Wat echt uitmaakt, is hoe goed je zal zijn.

Dit leidt tot een fundamentele vraag. Hoe worden professionals beter in wat ze doen? Hoe worden ze geweldig? Hier zijn twee visies over. De eerste is de traditionele pedagogische. Je gaat naar school, je studeert, je oefent, je leert, je studeert af en dan ga je de wereld in en vervolgt zelfstandig je pad. Een professional is in staat om zijn eigen vooruitgang te sturen. Dit is de benadering die de meeste professionals gevolgd hebben. Dit is hoe dokters leren, hoe advocaten leren, wetenschappers... muzikanten. En het werkt. Kijk bijvoorbeeld naar de legendarische vioolleraar in Juilliard, Dorothy DeLay. Zij heeft een hele reeks vioolvirtuozen opgeleid: Midori, Sarah Chang, Itzhak Perlman. Ze kwamen als jonge talenten naar haar toe en werkten gedurende jaren met haar. Zij werkte vooral, zei ze, aan het ontwikkelen van denk- en leergewoonten bij hen, waardoor ze hun eigen weg konden vinden, zonder haar wanneer ze klaar waren.

De tegenovergestelde visie komt uit de sportwereld. Daar zegt men: "Je bent nooit klaar. Iedereen heeft een trainer nodig." Iedereen. De beste ter wereld heeft een trainer nodig.

Ik dacht hierover als chirurg. Iemand betalen om me in mijn operatiekamer te observeren en te bekritiseren. Dat lijkt absurd. Expertise betekent dat je geen training nodig hebt.

Welke visie is juist? Coaching werd in sport geïntroduceerd als een heel Amerikaans idee. In 1875 speelden Harvard en Yale een van de eerste wedstrijden van American football. Yale huurde een hoofdtrainer in; Harvard niet. Het resultaat? In de volgende drie decennia won Harvard slechts vier keer. Harvard huurde een trainer in.

(Gelach)

Het werd de werkwijze in de sportwereld. Maar is het nodig? Werkt het ook zo in andere sectoren?

Ik besloot het te vragen aan -- uitgerekend -- Itzhak Perlman. Hij had getraind op de manier van Dorothy DeLay en werd zowat de grootste violinist van zijn generatie. Een mooie zaak als je schrijft voor "The New Yorker", is dat mensen me terugbellen als ik hen opbel.

(Gelach)

Perlman belde me terug. We hadden een gesprek van bijna twee uur over hoe hij raakte waar hij geraakt is in zijn carrière.

Ik vroeg hem: "Waarom hebben violinisten geen coaches?"

Hij antwoordde: "Ik weet het niet, maar ik had altijd een coach."

"Jij hebt altijd een coach gehad?"

"Oh ja, mijn vrouw, Toby."

Ze waren samen afgestudeerd van Juilliard en ze had haar job als concertviolinist opgegeven om zijn coach te zijn. Ze zat in het publiek, observeerde hem en gaf feedback.

"Itzhak, in het middelste deel klonk je een beetje mechanisch. Wat kan je volgende keer anders doen?" Dat was cruciaal voor alles wat hij geworden is, zei hij.

Het blijkt dat er heel wat problemen zijn wanneer je alles alleen doet. Je herkent de obstakels niet die in je weg staan en als je dat wel doet, weet je niet per se hoe je ze moet oplossen. Op een gegeven moment zal je als gevolg hiervan niet langer verbeteren. Ik dacht hierover na en besefte dat dat exact was wat er gebeurd was met mij als chirurg.

Ik begon met praktijk in 2003 en tijdens de eerste paar jaren vertoonde mijn leercurve een regelmatige, opwaartse verbetering. Mijn complicatiecijfers zakten van het ene op het andere jaar. Na ongeveer vijf jaar bleven ze gelijk. Nog een paar jaar later besefte ik dat ik niet meer verbeterde. Ik dacht: "Is dit het hoogste dat ik zal bereiken?"

Dus dacht ik wat meer en zei: "Oké, ik probeer een coach." Ik vroeg het aan een voormalig professor van me die met pensioen was -- hij heet Bob Osteen -- en hij wou naar mijn operatiekamer komen en mij observeren. Het eerste geval... Ik herinner het me nog. Het ging prachtig. Ik dacht dat hij niet veel te zeggen zou hebben wanneer we klaar waren. Hij had echter een volledige pagina gevuld met opmerkingen.

(Gelach)

"Gewoon kleine dingen," zei hij.

(Gelach)

Maar de kleine dingen zijn belangrijk. "Heb je gemerkt dat het licht niet meer op de wonde gericht stond tijdens de operatie? Je hebt gedurende een halfuur geopereerd met behulp van licht van reflecterende oppervlakken. Wat me nog opviel," zei hij, "is dat je elleboog af en toe omhoog gaat. Dat betekent dat je niet alles onder controle hebt. De ellebogen van een chirurg moeten rusten aan zijn zijden. Dus als je je elleboog omhoog voelt gaan, moet je een ander instrument nemen of je voeten bewegen." Het was een heel nieuw niveau van bewustzijn. Ik kon niet anders dan denken dat dit iets heel diepgaands was. Hij beschreef wat goede coaches doen. Die vormen voor jou een tweede paar ogen en oren en bieden accurater zicht op jouw realiteit. Ze herkennen de grondslagen. Ze ontleden je handelingen en helpen je dan die weer op te bouwen. Na twee maanden van coaching voelde ik dat ik weer verbeterde. Na een jaar zag ik mijn complicaties nog meer dalen. Het was pijnlijk. Ik vond het niet leuk om geobserveerd te worden en soms wou ik dat ik niet aan dingen moest werken. Soms voelde ik dat ik eerst zou achteruitgaan voor ik zou verbeteren. Maar het deed me beseffen dat de coaches iets enorm belangrijks op het spoor waren.

In mijn andere baan bestuur ik een innovatiecentrum voor gezondheidssystemen, Ariadne Labs, waar we werken aan problemen met de uitvoering van gezondheidszorg, zoals bij geboortes wereldwijd. Als onderdeel hiervan stelden we met de Wereldgezondheidsorganisatie een 'veilige bevalling'-checklist op. Het geeft de fundamenten weer. Het ontleedt de fundamenten, de cruciale handelingen die een team moet uitvoeren wanneer een vrouw aan het bevallen is, wanneer ze klaar is om te duwen, wanneer de baby geboren is en wanneer moeder en kind naar huis kunnen. We wisten dat alleen het uitdelen van een checklist niet veel zou veranderen en dat zelfs lesgeven hierover niet noodzakelijk voldoende zou zijn opdat mensen veranderingen zouden maken die nodig zijn om het kind te doen leven. Ik dacht aan mijn ervaring en zei: "Laten we coaching proberen. Wat als we coaching proberen op een enorm grote schaal?"

We vonden een aantal geweldige partners, zoals de regering van India. We deden een test daar in 120 geboortecentra, in Uttar Pradesh, de grootste staat van India. Bij de helft van de centra observeerden we alleen, maar de andere helft kreeg bezoek van coaches. We leidden een leger op van dokters en verpleegsters, zoals zij. Die leerden om de zorg te observeren, en ook de managers en hielpen hen hun sterktes op te bouwen en aan hun zwaktes te werken. Een van de vaardigheden waaraan gewerkt moest worden, bleek van fundamenteel belang te zijn: communicatie. De verpleegsters leerden te melden dat een babymasker stuk is of dat er geen handschoenen zijn of dat iemand zijn handen niet wast. En anderen, waaronder de managers, leerden te luisteren. Dit kleine leger van coaches begeleidde uiteindelijk 400 verpleegsters en andere verloskundigen en 100 artsen en managers. We volgden de resultaten van 160.000 geboortes.

De resultaten... In de controlegroep - dit zijn degenen die geen coaching kregen - voldeed men maar aan 1/3 van de 18 basispraktijken die we maten. En het belangrijkste: in de loop van de onderzoeksjaren zagen we geen verbetering doorheen de tijd. De andere groep kreeg vier maanden coaching waarna we afbouwden over acht maanden en we zagen hen verbeteren totdat zelfs meer dan 2/3 van de praktijken uitgevoerd werd. Het werkt. We zagen de verbetering in kwaliteit en dit in uiteenlopende soorten centra. Dit suggereert dat coaching als brede aanpak kan werken om waarde te brengen in wat we doen. Je kan je deze nieuwe functiecategorie over de hele wereld voorstellen, met miljoenen mensen om de functie te vervullen.

We stonden echter duidelijk nog aan het begin, want er was nog een lange weg te gaan. Alle delen van de checklist zijn nodig voor een substantiële verminderingen in sterftecijfers. Maar we zagen de eerste plaatsen die dit doel benaderden en dit centrum was er een van, omdat coaching hen hielp om de fundamentele zaken uit te voeren. En je zag het hier.

Deze 23-jarige vrouw is binnengebracht door een ambulance, bevallend van haar derde kind. Haar water brak in het triagegebied, dus brachten ze haar meteen naar de bevallingsruimte en voerden hun controles uit. Ik heb een tijdsaanduiding gezet zodat je kan zien hoe snel dit allemaal gebeurt en hoe dit alles veel gecompliceerder maakt. Binnen de vier minuten hadden ze de bloeddruk genomen, haar polsslag gemeten en ook de hartslag van haar baby gemeten. Dat betekende dat de bloeddrukmeter en de foetale dopplermonitor beschikbaar waren en de verpleegster ze kon gebruiken. Het team was bekwaam en gecoördineerd. De moeder deed het goed, de hartslag van de baby was 143, wat normaal is. Acht minuten later steeg de intensiteit van de weeën, dus waste de verpleegster haar handen, trok schone handschoenen aan, onderzocht haar en zag dat haar baarmoederhals volledig verwijd was. De baby kon geboren worden. Daarna ging ze meteen verder met haar volgende reeks controles. Ze doorliep alle instrumenten en zorgde ervoor dat alles wat ze nodig had, naast het bed stond. Het babymasker was er, de steriele handdoek, de steriele instrumenten die men nodig heeft. En drie minuten later, met één duw, was de baby eruit.

(Applaus)

Ik keek naar deze bevalling en plots besefte ik dat de stemming in die kamer veranderd was. De verpleegster keek naar de gezondheidswerker die met de vrouw binnenkwam, want de baby leek levenloos. Ze was blauw en slap en ademde niet. Ze zou één van die een-op-twintig zijn. Maar de verpleegster ging verder met haar controlepunten. Ze droogde de baby met een schone handdoek en toen dat na een minuut de baby niet stimuleerde, haalde ze snel het babymasker en iemand anders haalde de afzuiging. Ze had geen mechanische afzuiging, omdat elektriciteit onbetrouwbaar was, en gebruikte mondafzuiging. Binnen de 20 seconden maakte ze de luchtwegen van het kleine meisje vrij. Een groene, dikke vloeistof kwam eruit en binnen de minuut, waarin ze bleef uitzuigen, begon de baby met ademen.

(Applaus)

Nog een minuut en de baby huilde. Vijf minuten daarna was ze roos en warmde ze op op de borst van haar moeder. De moeder reikte naar de hand van de verpleegster en ze konden allemaal ademen.

Ik zag een team, getransformeerd door coaching en ik zag ten minste één leven hierdoor gered worden. We zochten de moeder een paar maanden later op. Moeder en kind deden het goed. De baby heet Anshika. Dat betekent 'mooi'. Zij is wat er mogelijk is wanneer we echt begrijpen hoe mensen beter worden in wat ze doen.

Bedankt."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen