Moet Je Vertrouwen Op Je Eerste Indruk?




Je kunt er niets aan doen; soms krijg je gewoon een slecht gevoel over iemand dat moeilijk af te schudden is. Wat gebeurt er in je hersenen als je dat kritieke (en vaak blijvende) eerste oordeel maakt? Peter Mende-Siedlecki deelt de sociale psychologie van eerste indrukken - en waarom deze aan kunnen geven dat mensen in de basis goed zijn.

Stel, je zit bij een voetbalwedstrijd met een onhebbelijke vent naast je. Hij is luidruchtig, morst zijn drank op je en bespot je team. Een paar dagen later loop je in het park als het plots begint te gieten. En wie laat je schuilen onder zijn paraplu? Diezelfde vent van de voetbalwedstrijd. Verander je van gedachten door deze tweede ontmoeting of blijf je bij je eerste indruk en ben je klaar met hem?

Volgens onderzoek in sociale psychologie vormen we snel blijvende indrukken van anderen door hun gedrag. Dat lukt ons zonder inspanning. We leiden stabiele karaktertrekken af uit een enkele gedraging, zoals een botte opmerking of een onhandigheid. Met onze indrukken als gids, kunnen we goed voorspellen hoe mensen zich in de toekomst zullen gedragen. Wetende dat die kerel een kwal was die eerste keer op het voetbalveld, zou je meer van hetzelfde kunnen verwachten. Zo ja, dan ontloop je hem misschien bij een volgende ontmoeting.

Desalniettemin kan onze indruk door nieuwe informatie veranderen. Gedragsonderzoekers onderscheiden vaste patronen die bepalen hoe we onze indrukken herzien. Enerzijds heeft heel negatieve, hoogst immorele informatie over iemand normaal gesproken meer invloed dan heel positieve, hoogst morele informatie. Dus, helaas voor onze nieuwe vriend van de voetbalwedstrijd, weegt zijn slechte gedrag wellicht zwaarder dan zijn goede gedrag in het park. Onderzoek suggereert dat we daartoe neigen omdat immoreel gedrag meer diagnostisch of onthullend is voor wat betreft iemands ware karakter.

Oké, dus volgens die logica weegt slecht altijd zwaarder dan goed als het op herzien aankomt. Nou, niet noodzakelijk. Bepaalde soorten leren lijken niet te leiden tot een dergelijke voorkeur voor het negatieve. Als we over iemands kunde en vaardigheden leren, bijvoorbeeld, dan is de neiging omgekeerd. Dan weegt positieve informatie ineens zwaarder.

Terug naar het voetbal. Als een speler scoort, heeft dat uiteindelijk meer impact op je indruk van zijn vaardigheid, dan als ze het net missen. De twee kanten van de herzieningsmedaille zijn uiteindelijk redelijk consistent. In het algemeen is gedrag dat gezien wordt als zeldzamer ook het gedrag dat mensen zwaarder laten doorwegen als ze hun indrukken vormen en herzien: hoogst immoreel gedrag en hoogst competent gedrag.

Dus wat gebeurt er in de hersenen als we onze indrukken herzien? Met fMRI, of functionele MRI, ontdekten onderzoekers een uitgebreid netwerk van hersengebieden dat reageert op nieuwe informatie die inconsistent is met eerste indrukken, waaronder gebieden die vaak worden geassocieerd met sociale cognitie, aandacht en cognitieve controle.

Bovendien, bij het herzien van indrukken op basis van gedragingen, komt activiteit in de ventrolaterale prefrontale cortex en de bovenste slaapgroeve overeen met de beleving van hoe frequent dit gedrag doorgaans voorkomt. Met andere woorden: de hersenen lijken basale statistische gedragskenmerken bij te houden om complexe beslissingen te kunnen maken over het karakter van anderen. Ze moeten beslissen of iemands gedrag gewoon is of buitengewoon.

In de situatie met de vervelende voetbalfan annex goede Samaritaan, zeggen je hersenen: "In mijn ervaring zou bijna iedereen zijn paraplu uitlenen, maar hoe die vent zich gedroeg bij de wedstrijd, dat was ongebruikelijk." En dus besluit je bij je eerste indruk te blijven.

De goede moraal in deze gegevens: je hersenen, en bij uitbreiding jijzelf, hechten misschien wel meer belang aan heel negatieve, immorele dingen die iemand heeft gedaan vergeleken met heel positieve, morele dingen, maar het is een direct resultaat van de relatieve zeldzaamheid van dat slechte gedrag.

We zijn meer gewend dat mensen in essentie goed zijn, zoals wanneer zij iemand in nood helpen. In die context kan slecht zwaarder wegen dan goed, maar alleen omdat goed vaker voorkomt.

Denk eens aan je laatste beoordeling op basis van iemands gedrag, vooral als je echt merkte dat je van gedachten veranderde over iemand. Was het gedrag waardoor je je indruk wijzigde, iets dat je van iedereen zou verwachten, of was het iets volstrekt buitengewoons?

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen