Het Geheim Van Verlangen In Een Langdurige Relatie




 

In langdurige relaties verwachten we vaak dat onze geliefde zowel onze beste vriend als een erotische partner is. Esther Perel betoogt echter dat goede en toegewijde seks stoelt op twee tegenstrijdige behoeften: onze behoefte aan veiligheid en onze behoefte aan verrassing. Dus hoe zorg je dan dat het verlangen in je relatie blijft bestaan? Met humor en welsprekendheid laat Perel ons in deze TED-talk kennismaken met het mysterie van erotische intelligentie.

"Waarom vervaagt goede seks zo vaak, zelfs voor stellen die evenveel van elkaar blijven houden? En waarom is goede intimiteit geen garantie voor goede seks, in tegenstelling tot wat we graag geloven? Of, the volgende vraag zou zijn; kunnen we verlangen naar wat we al hebben? Dat is de vraag van 1 miljoen, toch? En waarom is het verbodene zo erotisch? Hoe komt het dat grensoverschrijding verlangen zo versterkt? En waarom maakt seks baby's, terwijl die een ramp zijn voor de erotiek bij koppels? Het is min of meer de fatale klap voor erotiek. Als je verliefd bent, hoe voelt dat? Als je verlangt, hoe anders is dat dan?

Dit zijn een aantal vragen die centraal staan in mijn zoektocht naar de aard van erotisch verlangen en de dilemma's die ermee gepaard gaan in moderne liefde. Daarvoor reis ik de wereld af. Het valt me op dat overal waar de romantiek haar intrede heeft gedaan, er een verlangenscrisis lijkt te bestaan. Een verlangenscrisis, als in het bezitten van het verlangen -- verlangen als uitdrukking van onze individualiteit, van onze vrije keuze, van onze voorkeuren, van onze identiteit - verlangen dat een centraal concept is geworden als deel van de moderne liefde en van de individualistische samenleving.

Dit is de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid dat we seksualiteit proberen te ervaren op lange termijn, niet omdat we 14 kinderen willen, of zelfs méér, omdat velen van hen het niet zullen halen, en niet alleen omdat het de huwelijkse plicht van de vrouw alleen is. Dit is de eerste keer dat we seks over een langere periode willen om plezier en verbondenheid die in verlangen zijn geworteld.

Dus wat maakt verlangen duurzaam en waarom is het zo moeilijk? Aan de basis van duurzaam verlangen in een vaste relatie ligt volgens mij de afstemming van twee fundamentele menselijke behoeftes. Aan de ene kant, onze behoefte aan zekerheid, voorspelbaarheid, veiligheid, betrouwbaarheid, degelijkheid, duurzaamheid -- al deze verankerende basiservaringen van ons leven die we ons thuis noemen. Maar we hebben een even sterke behoefte -- zowel mannen als vrouwen -- aan avontuur, nieuwe dingen, mysterie, risico, gevaar, het onbekende, het onverwachte, verrassing -- je snapt het al -- aan rondreizen, rondtrekken. Dus onze behoefte aan veiligheid en onze behoefte aan avontuur verzoenen binnen één relatie, of zoals we nu zo graag zeggen 'een huwelijk met passie', was vroeger contradictio in terminis.

Het huwelijk was een economisch instituut waarin je een levenslang partnerschap kreeg met kinderen en sociale status en opvolging en gezelschap. Maar nu willen we dat onze partners ons nog steeds deze dingen geven, maar daar bovenop wil ik ook nog dat je mijn beste vriend en mijn vertrouweling en passionele geliefde bent. En we leven twee keer zo lang. (Gelach) Dus nu komen we bij één persoon en vragen in principe om ons te voorzien van wat we vroeger van een volledig dorp kregen: laat me erbij horen, geef me een identiteit, geef me continuïteit, maar geef me ook zelfoverstijging en mysterie en ontzag, allemaal in één. Geef me troost, geef me snedigheid, geef me nieuwheid, geef me vertrouwdheid. Geef me voorspelbaarheid, geef me verrassing. We denken dat dat een gegeven is en dat speeltjes en lingerie ons erbij zullen helpen. (Applaus)

Dus nu komen we bij de existentiële realiteit van het verhaal. Want ik denk, in zekere zin -- ik kom er nog op terug -- dat de verlangenscrisis vaak een crisis van de verbeelding is.

Dus waarom vervaagt goede seks zo vaak? Wat is de relatie tussen liefde en verlangen? Hoe verhouden ze zich tot elkaar en hoe zijn ze tegenstrijdig? Want daarin ligt het mysterie van erotiek.

Als er een werkwoord is dat past bij liefde, is dat 'hebben'. En als er een werkwoord past bij verlangen, is dat 'willen'. In liefde willen we hebben, we willen de geliefde kennen. We willen de afstand zo klein mogelijk maken. We willen de kloof verkleinen. We willen de spanningen neutraliseren. We willen nabijheid. Maar in verlangen willen we meestal niet terug naar bekende plaatsen. Als we de uitkomst vooraf kennen, interesseert het ons niet. In verlangen willen we een ander, iemand aan de andere kant, die we kunnen bezoeken, waar we wat tijd mee door kunnen brengen, zodat we kunnen zien wat er in hun hoerenbuurt gebeurt. In verlangen willen we over de brug komen. Of, zoals ik het soms zeg, vuur heeft lucht nodig. Verlangen heeft ruimte nodig. Als het zo gezegd wordt, is dat vaak behoorlijk abstract.

Maar toen nam ik een vraag met me mee. Ik ben in meer dan 20 landen geweest in de laatste paar jaar met 'Paren in gevangenschap'. Ik vroeg de mensen: wanneer voel je je het meest aangetrokken tot je partner? Niet per se seksueel, maar het meest aangetrokken. Over alle culturen heen, over alle religies en over geslacht -- behalve een -- zijn er een paar antwoorden die terug blijven komen.

De eerste groep is: ik voel me het meest aangetrokken tot mijn partner als ze weg is, als we niet bij elkaar zijn, als we terug bij elkaar komen. Kort gezegd, als ik terug het vermogen krijg om mezelf te verbeelden met mijn partner, als mijn verbeelding terug in beeld komt en als ik het kan baseren op afwezigheid en heimwee, die een belangrijke component is van verlangen.

Maar de tweede groep is nog interessanter: ik ben het meest aangetrokken tot mijn partner als ik hem zie in de studio, als ze op het podium is, als hij in z'n element is, als ze iets doet waarvoor ze een passie heeft, als ik hem op een feestje zie en andere mensen echt tot hem zijn aangetrokken als ik haar hof zie houden. Samengevat: als ik naar mijn partner kijk die straalt van zelfvertrouwen, waarschijnlijk de grootste opwinder over de hele lijn. Stralend, zelfvoorzienend. Ik kijk naar deze persoon -- trouwens, in verlangen praten mensen er zelden over, als we samengesmolten zijn, vijf centimeter van elkaar. Ik weet niet hoeveel dat is in inches. Maar het is ook niet als de andere persoon zo ver weg is dat je hem niet meer ziet. Het is als ik naar m'n partner kijk vanaf een comfortabele afstand, vanwaar deze persoon die al zo vertrouwd, zo bekend is, tijdelijk opnieuw een beetje mysterieus is, op een bepaalde manier moeilijk te bereiken.

En in deze ruimte tussen mij en de ander ligt het erotische élan, ligt die beweging naar de ander. Want soms, om het met Proust te zeggen, gaat mysterie niet over reizen naar nieuwe plaatsen, maar over kijken met nieuwe ogen. En dus, als ik mijn partner iets alleen zie doen waarin hij of zij helemaal opgaat, dan kijk ik tijdelijk naar deze persoon vanuit een ander perspectief, en ik blijf open voor de mysteries die zo dicht bij me zijn.

En dan, nog belangrijker, in deze omschrijving van de ander of mezelf -- dat is hetzelfde -- is het interessantste dat er geen behoeftigheid zit in verlangen. Niemand heeft iemand anders nodig. Er zit geen 'zorgen voor' in verlangen. Voor iemand zorgen is geweldig liefdevol. Maar het is een krachtig anti-aphrodisiac Ik moet de eerste persoon nog tegenkomen die opgewonden raakt van iemand die hem nodig heeft. Naar hen verlangen is een ding. Hen nodig hebben is een afknapper, en vrouwen weten dat al eeuwen, want al wat ouderschap bevordert, zal meestal de erotische lading doen afnemen. Om goede redenen.

De derde groep antwoorden was meestal: als ik verrast ben, als we samen lachen, zoals vandaag iemand op kantoor tegen me zei, als hij in zijn pak zit, dus ik zei: het is of het pak of de cowboylaarzen. Maar in principe gaat het om iets nieuws. Maar nieuwigheid gaat niet over nieuwe posities. Het is geen repertoire aan technieken. Nieuwigheid is: welk gedeelte van jezelf laat je uitblinken? Welk gedeelte van jou wordt gewoon gezien? Want op een bepaalde manier zou je kunnen zeggen: seks is niet iets dat je doet, hè? Seks is een plek waar je heengaat. een ruimte die je betreedt binnen in jezelf en met een ander, of anderen.

Dus, waar ga je heen in seks? Met welke delen van jezelf maak je verbinding? Wat wil je daar uitdrukken? Is het een plaats voor meditatie en spirituele vereniging? Is het een plaats voor ondeugendheid en om veilig agressief te zijn? Is het een plaats waar je je eindelijk kunt overgeven en geen verantwoordelijkheid voor alles hoeft te nemen? Is het een plaats waar je kinderlijke wensen tot uitdrukking komen? Wat komt daaruit? Het is een taal. Het is niet alleen gedrag. En het is het poëtische van die taal dat me interesseert. dat is waarom ik het concept 'erotische intelligentie' ging verkennen.

Dieren hebben seks. Het is de spil, het is biologie, het is het natuurlijke instinct. Wij zijn de enigen die een erotisch leven hebben, dat is seksualiteit getransformeerd door de menselijke verbeelding. Wij zijn de enigen die urenlang de liefde kunnen bedrijven, een zalige tijd, meerdere orgasmes, en niemand aanraken, gewoon omdat we het ons kunnen voorstellen. We kunnen hints geven, we hoeven het niet eens te doen. We kunnen dat krachtige ding dat we anticipatie noemen, beleven, die de mortel van het verlangen is, de mogelijkheid om het zich te verbeelden, alsof het gebeurt, om het te ervaren alsof het gebeurt, terwijl er niets gebeurt en tegelijk alles gebeurt. Dus toen ik begon te denken over erotiek, begon ik te denken over de poëtica van seks. Als ik ernaar kijk als een intelligentie dan is het iets dat je kan cultiveren. Wat zijn de ingrediënten? Fantasie, speelsheid, nieuwheid, nieuwsgierigheid, mysterie. Maar de centrale factor is echt de verbeelding.

Nog belangrijker: om te kunnen begrijpen bij welke koppels er een erotische vonk is, wat het verlangen levend houdt, moest ik teruggaan naar de oorspronkelijke definitie van erotiek, de mystieke definitie. Ik benaderde die via een tweesprong, door te kijken naar trauma, wat de andere kant is, via de gemeenschap waarin ik ben opgegroeid, een gemeenschap in België, allen overlevenden van de Holocaust. In mijn gemeenschap waren er twee groepen: degenen die niet gestorven waren en degenen die weer tot leven kwamen. Diegenen die niet stierven, leefden vaak aan de grond genageld, konden geen genoegen beleven, geen vertrouwen, want als je waakzaam bent, bezorgd, angstig en onzeker, kan je je hoofd niet optillen om op te stijgen in de ruimte en speels veilig en fantasierijk te zijn. Degenen die weer tot leven kwamen, begrepen het erotische als een tegengif tegen dood. Zij wisten hoe ze zichzelf in leven moesten houden. Toen ik ging luisteren naar de seksloosheid van de koppels met wie ik werkte, hoorde ik mensen zeggen: "Ik wil meer seks." Maar meestal willen mensen betere seks, door weer aan te knopen met die kwaliteit van levendig zijn, levendigheid, vernieuwing, vitaliteit, eros, energie die seks hen kon geven - of die ze hoopten ervan te krijgen.

Dus ging ik een andere vraag stellen. "Ik sluit me af als..." werd de vraag. "Ik onderdruk mijn verlangen als...", wat niet hetzelfde is is als "Wat ik niet opwindend vind, is..." en "Ik knap af op jou als..." Mensen zeiden: "Ik word niet opgewonden als het dood voelt vanbinnen, als ik niet van mijn lichaam houd, als ik me oud voel, als ik geen tijd voor mezelf heb gehad, als ik niet eens de kans kreeg om te vragen hoe het met je gaat, als ik niet goed presteer op het werk, als ik me onzeker voel, als ik een lage eigenwaarde heb, als ik het gevoel heb dat ik geen recht heb op willen, op nemen, op genot ontvangen."

Toen ging ik de omgekeerde vraag stellen: "Ik wind mezelf op als ik..." Want meestal vragen mensen graag: "Jij maakt me opgewonden, wat mij opgewonden maakt..." en ik kom niet ter sprake. Dus als je je dood voelt vanbinnen, kan de ander zich uitsloven voor Valentijnsdag, het zal niets uitmaken, want er zit toch niemand aan de receptie. (Gelach) Dus "ik wind mezelf op als ik", "ik verlang", "ik word wakker als..."

In deze paradox tussen liefde en verlangen lijkt het vreemde, dat juist deze ingrediënten die liefde voeden -- wederkerigheid, veiligheid, zorg, verantwoordelijkheid voor de ander -- soms de ingrediënten zijn die verlangen verstikken. Want verlangen gaat vaak gepaard met gevoelens die niet altijd de liefde ten goede komen: jaloezie, bezitsdrang, agressie, macht, dominantie, ondeugendheid, onheil. In principe zullen de meesten van ons 's nachts opgewonden raken door dezelfde zaken waar we overdag tegen demonstreren. De erotische geest is niet erg politiek correct. Als iedereen fantaseerde op een rozenbed, zouden we hier niet zulke interessante gesprekken over hebben. Maar nee, in ons hoofd daarboven zijn een heleboel dingen gaande die we niet altijd weten te brengen aan de persoon die we liefhebben omdat we denken dat bij liefde onzelfzuchtigheid hoort maar bij verlangen hoort een portie egoïsme, in de beste zin van het woord: het vermogen om verbonden te blijven met jezelf in aanwezigheid van een ander.

Daarom wil ik dit kleine plaatje voor jullie schetsen, want de behoefte om deze twee behoeftes te verzoenen, daar zijn we mee geboren. Onze behoefte aan verbondenheid, onze behoefte aan gescheidenheid of onze behoefte aan veiligheid en avontuur, of onze behoefte aan harmonie en aan autonomie. Denk aan het kleine kind dat op je schoot zit, dat daar gezellig genesteld is, veilig en comfortabel. Op een gegeven moment hebben we allemaal de behoefte om de wereld in te gaan, om te ontdekken en te verkennen. Dat is het begin van verlangen, die verkenning heeft nieuwsgierigheid en ontdekking nodig. Op een gegeven moment draaien ze zich om en kijken naar je, en als je dan zegt; "Mijn kind, de wereld is een geweldige plek. Ga er voor! Er is zoveel plezier daarbuiten," dan kunnen ze zich afwenden en verbondenheid en gescheidenheid ervaren, op het zelfde moment. Ze kunnen zich laten leiden door hun fantasie, in hun lichaam in hun speelsheid, wetende dat er altijd iemand zal zijn als ze terugkomen.

Maar als er aan deze kant iemand zegt: "Ik maak me zorgen, ik ben ongerust, ik ben depressief. Mijn partner heeft al zo lang niet voor mij gezorgd. Wat is er zo leuk daarbuiten? Hebben we niet alles dat we nodig hebben, samen, jij en ik?", dan zijn er een paar kleine reacties die we allemaal min of meer herkennen. Sommigen van ons zullen terugkomen, zijn al lang terug, en dat kleine kind dat terugkomt is het kind dat afstand zal doen van een deel van zichzelf om de ander niet te verliezen. Ik zal mijn vrijheid opgeven om te voorkomen dat ik verbondenheid verlies. Ik zal leren liefhebben op een manier die met extra zorg beladen zal worden, met extra verantwoordelijkheid en extra bescherming en ik zal niet weten hoe je te verlaten om te kunnen spelen, om plezier te ervaren, om te ontdekken, om in mezelf te gaan. Vertaal dit in volwassen taal. Het begint heel jong. Het houdt stand in ons seksleven tot het einde. Kind nummer twee komt terug maar kijkt de hele tijd over zijn schouder. "Ga je er zijn voor mij? Ga je me vervloeken? Ga je me uitschelden? Ga je boos op me zijn?" Ze kunnen er dan vandoor zijn, maar ze zijn nooit echt weg. Dat zijn vaak de mensen die je zullen vertellen: "in het begin wat het superopwindend." Want in het begin was de groeiende intimiteit nog niet zo sterk dat ze daadwerkelijk leidde tot de daling van verlangen. Hoe meer verbonden ik werd, hoe meer verantwoordelijkheid ik voelde, hoe minder ik mezelf kon laten gaan in jouw aanwezigheid. Het derde kind komt eigenlijk niet echt terug.

Dus als je verlangen duurzaam wil maken, dan is er dat hele dialectische stukje. Aan de ene kant wil je veiligheid om te kunnen gaan. Maar als je niet kan gaan, kan je geen plezier hebben je kan geen hoogtepunt bereiken, je kan geen orgasme hebben, je wordt niet opgewonden want je spendeert je tijd in het lichaam en het hoofd van de ander en niet van jezelf.

Dus in dit dilemma over verzoening tussen twee fundamentele behoeften zijn er een aantal dingen die erotische koppels doen, zo heb ik begrepen. Eén: ze hebben een heleboel seksuele privacy. Ze begrijpen dat er een erotische ruimte is die van elk van hen is. Ze begrijpen ook dat voorspel niet iets is wat je doet vijf minuten voor het echte ding. Voorspel begint meer aan het einde van het vorige orgasme. Ze begrijpen ook dat een erotische ruimte niet over elkaar strelen gaat. Het gaat over een ruimte creëren waar je 'Management Inc.' achterlaat misschien het 'agile'- programma achterlaat, (Gelach) en je echt alleen die plaats betreedt waar je ophoudt een goede burger te zijn die zorgt voor dingen en verantwoordelijk is. Verantwoordelijkheid en verlangen botsen gewoon met elkaar. Ze gaan niet zo goed samen. Erotische koppels begrijpen ook dat passie toe- en afneemt. Het is als de maan, met af en toe een eclips. Maar ze weten hoe ze die kunnen doen herleven Ze weten ze terug te brengen, Ze weten ze terug te brengen, want ze hebben één grote mythe doorbroken: de mythe van spontaneïteit, die zegt dat het gewoon uit de lucht komt vallen als je de was aan het vouwen bent als een 'deus ex machina', en in feite begrepen ze dat wat er ook gaat gebeuren, al bestaat in een langetermijnrelatie.

Toegewijde seks is seks met voorbedachte rade. Het is bewust. Het is opzettelijk. Het is aandacht en aanwezigheid.

Fijne Valentijnsdag."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen