Als we spreken over 'Engels', dan denken we vaak dat het om één taal gaat. Maar wat hebben de dialecten die in tientallen landen wereldwijd gesproken worden met elkaar gemeen, of met de taal van Chaucer? Claire Bowern herleidt de taal van vandaag de dag terug naar haar oude wortels en laat zien hoe het Engels zich gedurende generaties heeft ontwikkeld.
Als we het over Engels hebben, denken we vaak dat het één taal is. Maar wat hebben de dialecten die in tientallen landen gesproken worden met elkaar gemeen, of met de boeken van Chaucer? Hoe verhouden die dialecten zich tot de vreemde woorden van Beowulf?
Het antwoord is dat - net als de meeste talen - het Engels zich ontwikkeld heeft over generaties van sprekers en enorme veranderingen heeft doorgemaakt. Door deze veranderingen ongedaan te maken kunnen we de taal van nu herleiden tot haar oude wortels.
Hoewel het moderne Engels veel gemeen heeft met Romaanse talen die van het Latijn afstammen, zoals Frans en Spaans, maakten veel van deze woorden er oorspronkelijk geen deel van uit.
Deze kwamen pas in de taal met de Normandische invasie van Engeland in 1066. Toen de Franssprekende Normandiërs Engeland veroverden en de heersers werden, brachten zij hun taal mee en voegden ze een enorme hoeveelheid Franse en Latijnse woorden toe aan het Engels dat er eerder gesproken werd. Nu noemen we die taal Oud-Engels. Dit is de taal van Beowulf.
Het lijkt misschien niet zo bekend, maar het is misschien beter te herkennen als je wat Duits kent. Dat komt omdat Oud-Engels tot de Duitse taalfamilie hoort, die in de 5e en 6e eeuw voor het eerst naar de Engelse eilanden gebracht werd door de Angelen, Saxen en de Juten. De Duitse dialecten die zij spraken, werden bekend als het Angelsaksisch.
De invasie van Vikingen van de 8e tot de 11e eeuw brachten meer leenwoorden uit het Oud-Noors mee. Het is lastig om de wortels van het moderne Engels te zien tussen alle leenwoorden uit het Frans, Latijn, Oud-Noors en andere talen.
Vergelijkende taalkunde kan helpen door op de grammaticale structuur te focussen, op patronen in klankverschuiving en op een bepaalde basiswoordenschat. Na de 6e eeuw bijvoorbeeld, veranderde de beginklank van Germaanse woorden van een 'p' in een 'pf', terwijl in hun Oud-Engelse tegenhangers de 'p' onveranderd bleef.
In een andere splitsing ontwikkelden woorden met een 'sk'-klank in het Zweeds een 'sh'-klank in het Engels. Er zijn nog steeds een paar woorden in het Engels met 'sk' zoals 'skirt' en 'skull,' maar dit zijn directe leenwoorden uit het Oud-Noors, die na de 'sk'-'sh' verandering kwamen.
Deze voorbeelden tonen aan dat net als de Romaanse talen die van het Latijn afstammen, het Engels, Zweeds, Duits en vele andere talen van hun eigen gemeenschappelijke voorvader afstammen, het Proto-Germaans dat rond 5000 v.Chr. gesproken werd.
Deze historische taal werd nooit opgeschreven. We kunnen ze alleen reconstrueren door de afstammelingen te vergelijken, wat te danken is aan de consistentie van de veranderingen.
We kunnen hetzelfde proces gebruiken om nog een stap verder te gaan en de oorsprong van het Proto-Germaans te herleiden tot het Proto-Indo-Europees, dat zo'n 6000 jaar geleden gesproken werd op de Pontische steppe in wat nu Oekraïne en Rusland is.
Dit is de gereconstrueerde voorvader van de Indo-Europese familie die bijna alle talen omvat die in Europa gesproken werden en in grote delen van Zuid- en West-Azië. Hoewel het nog wat meer werk vereist, kunnen we dezelfde systematische gelijkenissen of overeenkomsten zien tussen verwante woorden in verschillende Indo-Europese takken.
Als we Engels vergelijken met Latijn, dan zie we dat het Engels een 't' heeft waar het Latijn een 'd' heeft en een 'f' waar het Latijn een 'p' heeft aan het begin van een woord.
Enkele verre verwanten van het Engels zijn Hindi, Perzisch en de Keltische talen die het verving in wat nu Groot-Brittannië is. Proto-Indo-Europees stamde zelf af van een nog oudere taal, maar zover gaan historische en archeologische bewijzen niet.
Vele raadsels blijven buiten ons bereik zoals de link tussen Indo-Europees en andere grote taalfamilies en de aard van talen die in Europa gesproken werden voordat het Engels kwam.
Het wonderbaarlijke feit blijft dat bijna 3 miljard mensen in de wereld, die elkaar vaak niet kunnen verstaan, en toch dezelfde woorden spreken die in 6000 jaar geschiedenis gevormd zijn.