Kunnen We "Alles" Hebben?





Overheidsbeleidsadviseur Anne-Marie Slaughter veroorzaakte in 2012 heel wat commotie met haar artikel "Waarom vrouwen nog steeds niet alles kunnen hebben". Maar... geldt dit wel alleen voor vrouwen? Slaughter legt hier haar ideeën uit en vertelt waarom bedrijfscultuur, overheidsbeleid en sociale gebeurtenissen kunnen leiden tot meer gelijkheid, voor mannen en vrouwen, voor ons allemaal.


"Mijn moment van de waarheid kwam niet helemaal onverwachts. In 2010 had ik de kans om promotie te maken op mijn werk als hoofd beleidsadvies op het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit was mijn kans om ervoor te gaan, om verder te komen in een van de weinige topbanen op het gebied van buitenlands beleid. Ik had net met succes een groot project van 18 maanden afgerond voor minister Clinton en ik wist dat ik nog meer aankon.

De vrouw die ik dacht te zijn, zou ja hebben gezegd. Maar ik reisde al 2 jaar heen en weer tussen Washington en Princeton, New Jersey waar mijn man en 2 tienerzonen woonden, en het ging niet goed. Ik overwoog om nog twee jaar in Washington te blijven of mijn zoons van school te halen en mijn man van zijn werk en ze te vragen bij mij te komen. Maar vanbinnen wist ik dat naar huis gaan de juiste keuze was, hoewel ik de vrouw die deze keuze maakte, niet helemaal herkende. De keuze was gebaseerd op liefde

en verantwoordelijkheid. Ik kon niet blijven toekijken hoe mijn oudste zoon slechte keuzes maakte zonder er voor hem te zijn als hij me nodig had. Maar de echte verandering kwam geleidelijk. In het jaar erna, toen mijn gezin alles op orde probeerde te krijgen, realiseerde ik me dat zelfs als ik weer voor de overheid kon werken, ik dat niet wilde. Ik wilde de laatste vijf jaar dat mijn zoons thuis woonden, niet missen. Ik mocht van mezelf eindelijk accepteren wat het belangrijkste voor me was, niet wat wat ik zou moeten willen of wat ik vond dat ik moest willen. Ik ging opnieuw het feministische verhaal onderzoeken waarin ik was opgegroeid en waar ik altijd voorstander van was. Ik sta nog steeds volledig achter

gelijkheid tussen mannen en vrouwen, maar laten we eens bedenken wat dat nu echt betekent en hoe we dat het beste kunnen bereiken. Ik had altijd het idee geaccepteerd dat de meest gerespecteerde en machtigste mensen in onze samenleving mannen op het hoogtepunt van hun carrière waren, en gelijkheid tussen man en vrouw gemeten zou moeten worden op basis van het aantal vrouwen op die posities: premiers, presidenten, CEO's, directeuren, managers, Nobelprijswinnaars, leiders. Ik denk nog steeds dat we er alles aan moeten doen om dat doel te bereiken. Maar dat is nog maar de helft van echte gelijkheid, en ik denk nu dat we dat nooit zullen bereiken tenzij we de andere helft herkennen. Ik vind dat echte gelijkheid, volledige gelijkheid, niet alleen betekent vrouwen naar waarde schatten op mannelijke criteria. Het betekent een veel breder aanbod creëren van keuzes die evenveel gerespecteerd worden voor mannen en vrouwen. En om dat te bereiken, moeten we onze werkplekken veranderen, ons beleid en onze cultuur. Op kantoor betekent echte gelijkheid

familie net zo belangrijk vinden als werk en begrijpen dat die elkaar versterken. Als leider en manager had ik altijd het motto dat als familie op één staat, werk niet op twee staat. Samen vormen ze een geheel. Als je voor mij werkt en je hebt problemen thuis, verwacht ik dat je daar tijd voor maakt, en ik weet zeker, en dat is altijd uitgekomen, dat het werk wel wordt gedaan, het wordt zelfs beter gedaan. Werknemers die een reden hebben om naar huis te gaan om voor hun kinderen en gezinsleden te zorgen zijn meer gefocust, efficiënter, en meer gericht op resultaat. Kostwinners die ook voor iemand moeten zorgen hebben veel meer ervaring en een groter netwerk. Een advocaat die af en toe helpt op de school van zijn kinderen praat met andere ouders. De kans is groter dat hij nieuwe klanten aanbrengt bij zijn kantoor dan een advocaat die zijn kantoor nooit verlaat. En door voor iemand anders te zorgen ontwikkel je vanzelf geduld, heel veel geduld, empathie, creativiteit, veerkracht, aanpassingsvermogen. Al deze eigenschappen zijn ontzettend belangrijk in een snelle, horizontale, met elkaar verbonden wereldwijde economie.

De beste bedrijven weten dit. De bedrijven die prijzen winnen in de Verenigde Staten voor flexibiliteit op de werkvloer zijn onder andere onze succesvolste bedrijven. Een landelijk onderzoek uit 2008 over het veranderende personeel toonde aan dat werknemers in flexibele en effectieve bedrijven meer betrokken zijn bij hun werk, tevredener en loyaler zijn, minder stress hebben en een betere mentale gezondheid hebben. Een werkgeversonderzoek uit 2012 toonde aan dat zeer flexibel beleid leidde tot lagere bedrijfskosten en een groter aanpassingsvermogen in een wereldwijde service-economie.

Je denkt misschien dat werk voorrang geven boven het gezin alleen een Amerikaans probleem is. Helaas is de obsessie met werk niet alleen maar een Amerikaanse ziekte. Twintig jaar geleden, toen mijn gezin voor het eerst naar Italië ging, wilden we genieten van een siësta. Een siësta betekent niet alleen het warmste gedeelte van de dag vermijden het betekent ook genieten van een lunch met het hele gezin. Als we daar nu heen gaan, zijn steeds minder bedrijven gesloten voor de siësta. Dit weerspiegelt de opkomst van wereldwijde bedrijven en 24 uur per dag concurrentie. Dus tijd maken voor degenen van wie we houden is overal ter wereld noodzakelijk. In beleidstermen

betekent echte gelijkheid erkennen dat het werk dat vrouwen van oudsher doen net zo belangrijk is als het werk dat mannen van oudsher doen, wie het ook doet. Vergeet niet dat de kost verdienen en voor elkaar zorgen even belangrijk zijn om als mens te overleven. Als we niet meer leven in een ruileconomie, moet iemand geld verdienen en iemand anders moet dat inkomen gebruiken om voor het gezin te zorgen. De meeste mensen vertalen

de kost verdienen en voor elkaar zorgen in categorieën: mannenwerk en vrouwenwerk. We vragen ons meestal niet af waarom mannenwerk belangrijker wordt gevonden. Maar denk eens aan een stel van hetzelfde geslacht, zoals mijn vriendinnen Sarah en Emily. Ze zijn psychiaters. Vijf jaar geleden zijn ze getrouwd en nu hebben ze een tweeling van 2 jaar. Ze vinden het geweldig om moeder te zijn, maar ze houden ook van hun werk, en ze zijn heel goed in wat ze doen. Dus hoe verdelen ze hun werk en hun zorgtaken? Moet een van hen stoppen met werken of minder gaan werken om bij de kinderen te zijn? Of moeten ze allebei hun werk aanpassen zodat ze veel flexibeler zijn? En welke criteria moeten ze gebruiken om die beslissing te nemen? Is het degene die het meeste verdient of degene die haar het werk het belangrijkst vindt? Of degene met de meest flexibele baas? Het perspectief van een homostel helpt ons in te zien

dat het combineren van werk en gezin geen vrouwenprobleem is, maar een gezinsprobleem. Sarah en Emily hebben geluk, want zij kunnen zelf kiezen hoeveel ze willen werken. Miljoenen mannen en vrouwen moeten allebei werken en verzorgen om genoeg te verdienen en veel mensen redden het maar net. Ze regelen de zorg zo goed en kwaad als mogelijk, maar het is niet genoeg en vaak ook niet veilig. Als geld verdienen en voor elkaar zorgen echt gelijk zijn, waarom zou een overheid dan niet net zoveel investeren in zorgvoorzieningen als basis van een gezonde maatschappij als in materiële infrastructuur als basis van een succesvolle economie? De overheden die het begrijpen,

en dat is niet zo verrassend, de overheden die het begrijpen, Noorwegen, Zweden, Denemarken, Nederland, bieden universele kinderopvang, ondersteuning voor thuisblijfouders, school en jeugdonderwijs, bescherming voor zwangere vrouwen en zorg voor ouderen en gehandicapten. Deze overheden investeren in die infrastructuur, net zoals ze investeren in wegen en bruggen, tunnels en treinen. Deze samenlevingen laten ook zien dat geld verdienen en voor elkaar zorgen elkaar juist versterken. Ze staan altijd in de top 15 van landen met de meest concurrerende economieën wereldwijd, maar tegelijkertijd staan ze ook hoog op de Better Life Index van de OESO. Ze staan hoger dan andere overheden zoals van de VS of Zwitserland, waar gemiddeld meer verdiend wordt, maar die lager scoren op de balans tussen werk en privéleven. Het veranderen van onze werkplekken

en het anders inrichten van de zorg zou dus een groot verschil maken,

maar dan hebben we nog geen keuzes die gelijkwaardig worden gewaardeerd, tenzij we onze cultuur veranderen, en de benodigde culturele verandering betekent dat mannen opnieuw moeten worden opgevoed. (Applaus) In ontwikkelingslanden worden vrouwen steeds meer opgevoed met het idee dat wij niet alleen thuis horen te zijn, maar mannen zijn nog steeds waar ze altijd al waren. Mannen worden nog opgevoed met het idee dat ze kostwinners moeten zijn en halen hun eigenwaarde uit hun positie op de carrièreladder ten opzichte van andere mannen. De feministische revolutie heeft nog een lange weg te gaan. Die is nog lang niet voltooid. Maar zestig jaar na de publicatie van "Het misverstand vrouw" hebben vrouwen zelfs meer keuzes dan mannen. We kunnen kiezen om kostwinner te zijn, thuisblijfmoeder, of een combinatie. Als een man echter besluit om voor het gezin te zorgen, wordt hij niet meer als mannelijk gezien. Zijn vrienden kunnen hem wel bewonderen, maar eigenlijk twijfelen ze aan zijn keuze. Wordt mannelijkheid niet bepaald op basis van zijn bereidheid om te concurreren met andere mannen om macht en status? Vrouwen denken er net zo over als mannen. We weten dat veel vrouwen de aantrekkelijkheid van een man nog steeds beoordelen op basis van hoe succesvol hij is op zijn werk. Een vrouw kan niet meer werken en nog steeds een aantrekkelijke partner zijn. Voor een man is dat een riskante positie. Dus als ouders en partners zouden we onze zonen en echtgenoten zo moeten opvoeden dat ze kunnen doen wat ze willen, of dat nu thuisblijven of werken is. We zouden ze moeten opvoeden om voor een ander zorgen, cool te maken voor jongens. (Applaus) Ik kan veel van jullie haast horen denken: "Echt niet."

Maar de verandering is al bezig. In de Verenigde Staten zijn veel mannen trots op hun kookkunsten en is de oven zelfs een obsessie geworden. Ze zijn aanwezig bij de bevalling. Ze nemen vaderschapsverlof. Ze kunnen net zo goed als hun vrouw met de baby wandelen of een peuter troosten, en ze doen steeds meer in het huishouden. Er zijn zelfs mannelijke studenten die zeggen: " Ik wil thuisblijfvader worden." Dat was 50 of zelfs 30 jaar geleden echt ondenkbaar. In Noorwegen hebben mannen 3 maanden vaderschapsverlof, maar ze verliezen het als ze het niet opnemen. Een hoge ambtenaar vertelde me dat bedrijven naar toekomstige mannelijke werknemers kijken en het vreemd vinden als ze hun verlof niet opnemen als ze een kindje krijgen. Dat betekent dat het lijkt alsof er iets mis is met je als persoon als je geen betrokken vader wil zijn. Ik ben opgevoed met het idee

dat een voorvechter zijn van vrouwenrechten betekent dat we er alles aan moeten doen om vrouwen aan de top te krijgen. Ik hoop dat ik nog lang genoeg leef om gelijkheid tussen man en vrouw te zien op alle niveaus op de werkvloer. Maar ik vind intussen dat we familie en werk even belangrijk moeten vinden en dat we achter het idee moeten staan dat goed doen voor de mensen van wie we houden, maakt dat we allemaal beter worden in alles wat we doen. Dertig jaar geleden onderzocht Carol Gilligan,

een geweldige psycholoog, adolescente meisjes, en stelde vast dat betrokkenheid een menselijke eigenschap is die net zo belangrijk is als rechtvaardigheid. Het blijkt dat "het maakt je niets uit" net zoveel onderdeel uitmaakt van ons als "dat is niet eerlijk". Bill Gates vindt dat ook. Hij zegt dat de twee grootste menselijke krachten eigenbelang en zorgen voor anderen zijn. Laten we die samenbrengen. Laten we van de feministische revolutie een humanistische revolutie maken. Als volledige mensen kunnen we nog beter geld verdienen en voor elkaar zorgen. Je denkt misschien dat dat niet kan, maar ik ben opgegroeid in een maatschappij waar mijn moeder vaasjes met sigaretten neerzette als er mensen kwamen eten, waar er aparte toiletten waren voor blanken en zwarten en waarin iedereen zei dat hij hetero was. Tegenwoordig is dat niet meer zo. De revolutie voor gelijkheid voor iedereen kan plaatsvinden. Ze vindt al plaats. Ze zal plaatsvinden. Hoe ver en hoe snel, dat bepalen we zelf. Bedankt."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen