Een Nieuwe Kijk Op De Overgang Naar Het Moederschap





Wanneer er een baby geboren wordt, wordt er ook een moeder geboren -- maar de natuurlijke (en soms wankele) overgang naar het moederschap wordt vaak gekenmerkt door schaamte en stilzwijgen of verkeerd gediagnosticeerd als een postnatale depressie. In deze vlotte, informatieve TED-talk legt voortplantingspsychiater Alexandra Sacks uit welk emotioneel getouwtrek er komt kijken bij het moeder worden -- en deelt ze een term die de overgang kan helpen beschrijven: matrescentie.


"Kun je je een tijd herinneren dat je last van je hormonen had en humeurig was? Je had last van puistjes, je lichaam groeide op vreemde plekken en snel en tegelijkertijd verwachtten mensen van je dat je volwassener was. Tieners, nietwaar?

Deze zelfde veranderingen gebeuren bij een vrouw wanneer ze een baby krijgt. We weten dat het normaal is dat de emoties van tieners alle kanten opgaan, dus waarom praten we over zwangerschap dan niet op dezelfde manier? Er zijn boeken volgeschreven over de ontwikkeling tot adolescent en we hebben niet eens een woord dat de overgang naar het moederschap beschrijft. We hebben er een nodig.

Ik ben een psychiater die werkt met zwangere en pas bevallen vrouwen, een voortplantingspsychiater. In de 10 jaar die ik werkzaam ben in dit veld is mij een patroon gaan opvallen. Het gaat ongeveer zo: een vrouw belt me op, ze heeft net een baby gehad en ze is bezorgd. Ze zegt: "Ik ben hier niet goed in. Ik geniet hier niet van. Heb ik een postnatale depressie?"

Ik ga dan door de symptomen van die diagnose heen en het wordt me duidelijk dat ze geen klinische depressie heeft en dat vertel ik haar ook. Maar ze is niet gerustgesteld. "Het hoort niet zo te voelen", houdt ze vol. Dus ik zeg: "Oké, hoe had je verwacht dat het zou voelen?" Ze zegt: "Ik dacht dat het moederschap me compleet en gelukkig zou maken. Ik dacht dat ik door mijn instincten zou weten wat ik moest doen. Ik dacht dat ik de baby altijd op de eerste plek zou willen zetten."

Dit is een onrealistische verwachting van hoe de overgang naar het moederschap voelt. Zij was niet de enige. Ik kreeg telefoontjes met vragen zoals deze van honderden vrouwen, die allemaal bezorgd waren dat er iets mis was, omdat ze zich ontoereikend voelden. Ik wist niet hoe ik ze moest helpen, want hen vertellen dat ze niet ziek waren, deed ze zich niet beter voelen. Ik wilde een manier vinden om deze overgang te normaliseren, om uit te leggen dat onbehagen niet altijd hetzelfde is als ziekte.

Ik wilde meer te weten komen over de psychologie van het moederschap. Maar er bleek weinig te vinden in de medische handboeken, want dokters schrijven voornamelijk over ziekte. Dus ik richtte me op de antropologie. Het duurde twee jaar, maar in een essay dat niet meer wordt uitgegeven, geschreven in 1973 door Dana Raphael, vond ik eindelijk een nuttige term om dit onderwerp te omkaderen: matrescentie. Het is geen toeval dat het woord 'matrescentie' lijkt op 'adolescentie'. Beide zijn periodes waarin lichamelijke en hormonale veranderingen leiden tot een omwenteling in hoe een persoon zich emotioneel voelt en hoe ze zich verhoudt tot de wereld. Net als adolescentie is matrescentie geen ziekte, maar omdat het niet voorkomt in het medisch vocabulaire, omdat dokters mensen er niet over informeren, wordt het verward met een ernstiger aandoening, genaamd postnatale depressie.

Ik heb voortgebouwd op de antropologische vakliteratuur en heb over matrescentie gesproken met mijn patiënten aan de hand van een concept genaamd 'duwen en trekken'.

Hier komt het 'trekken'-gedeelte. Mensenbaby's zijn uniek in hun afhankelijkheid. Anders dan bij andere dieren kunnen onze baby's niet lopen, ze kunnen zichzelf niet voeden, ze zijn erg moeilijk om voor te zorgen. De evolutie heeft ons een handje geholpen met een hormoon genaamd oxytocine. Dat komt rond de geboorte vrij en ook gedurende huid-op-huid contact, dus het neemt zelfs toe als je de baby niet gebaard hebt. Oxytocine helpt het moederbrein in te zoomen, het trekt haar aandacht naar binnen, zodat de baby nu het middelpunt van haar wereld is.

Maar tegelijkertijd duwt haar geest de moederrol weg, omdat ze zich al die andere delen van haar identiteit herinnert -- andere relaties, haar werk, hobby's, een spiritueel en intellectueel leven, om niet te spreken over fysieke behoeften: slapen, eten, bewegen, seks hebben, naar het toilet gaan, alleen --

(Gelach)

indien mogelijk.

Dit is het emotionele getouwtrek van de matrescentie. Dit is de spanning die de vrouwen die mij opbelden, voelden. Daarom dachten ze dat ze ziek waren. Als vrouwen de natuurlijke voortgang van de matrescentie kenden, als ze wisten dat de meesten het zwaar vinden om in dit geduw en getrek te leven, als ze wisten dat, onder deze omstandigheden, ambivalentie normaal is en niet iets om je voor te schamen, dan zouden ze zich minder alleen voelen, dan zouden ze zich minder gestigmatiseerd voelen en ik denk dat het zelfs het aantal postnatale depressies zou verlagen. Dat zou ik ooit graag eens onderzoeken.

Ik geloof in gesprekstherapie, dus als we willen veranderen hoe onze cultuur kijkt naar deze overgang naar het moederschap, moeten vrouwen met elkaar praten, niet alleen met mij. Dus moeders, praat over jouw matrescentie met andere moeders, met je vrienden en, als je er een hebt, met je partner, zodat zij hun eigen transitie beter kunnen begrijpen en jou beter kunnen steunen.

Maar het gaat niet alleen om het beschermen van je relatie. Wanneer je een deel van je identiteit behoudt, geef je ook ruimte aan je kind om diens eigen identiteit te ontwikkelen.

Wanneer een baby geboren wordt, wordt er ook een moeder geboren, elk op haar eigen wankele manier. Matrescentie is een diepgaand proces, maar het is ook moeilijk en dat is wat het menselijk maakt.

Dankjewel."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen