3 Angsten Rond Schermtijd Voor Kinderen – En Waarom Ze Onterecht Zijn





Wij checken onze telefoons meer dan 50 keer per dag -- maar als onze kinderen ermee spelen, dan worden we nerveus. Verpesten schermen de kindertijd? Volgens kindermedia-expert Sara DeWitt niet. In een TED-talk waardoor je je een beetje minder schuldig zal voelen wanneer je een kind de tablet geeft terwijl jij het eten maakt, roept DeWitt een toekomstbeeld op waarin we enthousiast zijn om kinderen te zien interageren met schermen. Ze laat zien hoe nieuwe technologieën hen op een boeiende manier zelfs kunnen helpen te groeien, verbinding te maken en te leren.


"Ik wil beginnen met dit toestel onder de aandacht te brengen: de telefoon, die waarschijnlijk op dit eigenste moment in je zak zit. Meer dan 40 procent van de Amerikanen controleert zijn telefoon elke morgen in de eerste vijf minuten na het het ontwaken. En dan kijken ze er nog eens vijftig keer naar in de loop van de dag. Volwassenen beschouwen dit toestel als een noodzakelijk iets.

Maar nu wil ik dat je het ziet in de handen van een driejarige, en dan worden we collectief angstig. Ouders zijn erg bezorgd dat dit toestel de sociale groei van hun kinderen zal belemmeren, dat het hen zal verhinderen voldoende te bewegen, dat dit -- op één of andere manier -- de kindertijd zal verstoren. Ik wil die attitude uitdagen. Ik kan me een toekomst voorstellen waarin we enthousiast worden als we een kleuter zien omgaan met een scherm. Die schermen kunnen kinderen zelfs nog meer doen bewegen. Ze kunnen ons meer vertellen over wat een kind leert, dan een gestandaardiseerde test. En dit is de gekste gedachte: Ik geloof dat deze schermen de kracht hebben om meer echte gesprekken op gang te brengen tussen kinderen en hun ouders.

Ik ben misschien niet de meest evidente voorvechter van deze zaak: Ik ging jeugdliteratuur studeren, omdat ik wilde werken met kinderen en boeken. Maar een jaar of 20 geleden, had ik een ervaring die mijn focus verlegde. Ik hielp een onderzoek uit te voeren over kleuters en websites. Ik kwam binnen en werd gekoppeld aan de driejarige Maria. Maria had nog nooit een computer gezien. Dus om te beginnen moest ik haar leren de muis te gebruiken en toen ik het scherm opende, bewoog ze de muis over het scherm en stopte bij een figuurtje dat X de Uil heette. En toen ze dat deed, hief de uil zijn vleugel en zwaaide naar haar. Maria liet de muis vallen, duwde haar stoel achteruit, sprong op en begon enthousiast terug te zwaaien naar hem. Haar reactie op dat figuurtje was instinctief. Dit was geen passieve schermervaring. Dit was een menselijke ervaring. En ze was precies goed voor een driejarige.

Ik werk intussen al meer dan 15 jaar voor PBS Kids en mijn werk focust op het benutten van de kracht van technologie als iets positiefs in het leven van kinderen. Ik geloof dat we -- als samenleving -- een grote kans laten liggen. Door onze angsten en ons scepticisme over deze toestellen, benutten we ze niet optimaal in het leven van onze kinderen.

Angst over kinderen en technologie is niet nieuw, dat hebben we vaker gezien. Meer dan 50 jaar geleden woedde het debat over het nieuwe dominante medium: de televisie. Die kijkdoos in de woonkamer? Die zou kinderen weleens van elkaar kunnen scheiden. Hij zou kinderen afsluiten van de buitenwereld. Maar dat is het moment waarop Fred Rogers, jarenlang presentator van 'Mister Roger's Neighborhood', de samenleving uitdaagde om televisie als een instrument te zien; een instrument dat emotionele groei kan stimuleren. Dit is wat hij deed: Hij keek uit het scherm en voerde een gesprek, alsof hij het tegen elk kind afzonderlijk over gevoelens had. En dan pauzeerde hij ... ... zodat ze erover konden nadenken. Zijn invloeden zijn nog steeds voelbaar in het medialandschap van vandaag, maar in die tijd, was dat revolutionair. Hij veranderde onze kijk op televisie in het leven van kinderen.

Vandaag gaat het niet over één kijkdoos. Kinderen zijn omgeven door toestellen. En ik ben ook een ouder, ik begrijp die angsten. Maar ik wil 3 typische angsten belichten die ouders hebben en zien of we onze focus kunnen verleggen naar de kansen die erin schuilen.

Dus, angst nummer 1: "Schermen zijn passief. Ze zullen kinderen ervan weerhouden voldoende te bewegen." Chris Kratt en Martin Kratt zijn gebroeders zoölogen met een show over dieren, getiteld 'Wild Kratts'. Zij benaderden het PBS team met de vraag: "Kunnen we iets doen met de camera's die in elk toestel ingebouwd zijn? Zouden die camera's een heel natuurlijk, kinderlijk spelpatroon kunnen vastleggen: dieren nabootsen?"

We begonnen met vleermuizen. En toen kinderen het spel kwamen spelen, vonden ze het geweldig om zichzelf te zien met vleugels. Maar wat ik het leukste vond? Als het spel gedaan was en we de schermen afzetten, bleven de kinderen vleermuis spelen! Ze bleven door de kamer vliegen, ze bleven van links naar rechts schieten om muggen te vangen. En ze onthielden dingen! Ze onthielden dat vleermuizen 's nachts vliegen. En ze onthielden dat als vleermuizen slapen, ze ondersteboven hangen met ingevouwen vleugels. Dit spel kreeg kinderen wel degelijk aan het bewegen! Maar ook, als ze nu naar buiten gaan, kijken ze dan naar een vogel, denkend: Hoe vliegt die vogel anders dan ik vloog, toen ik een vleermuis was? De digitale technologie wakkerde ervaringsgericht leren aan, iets wat de kinderen verder meenemen.

Angst nummer 2: "Spelletjes spelen op deze schermen is tijdverspilling. Het zal de kinderen afleiden van hun opleiding." Spelontwikkelaars weten dat je veel kan leren over de vaardigheden van spelers door te kijken naar de back-end data: Waar pauzeerde een speler? Waar maakten ze fouten voordat ze het juiste antwoord vonden? Mijn team wilde die instrumenten gebruiken en toepassen op academisch leren.

Onze producer in Boston, WGBH, ontwikkelde een reeks Nieuwsgierig Aapje-spellen, toegespitst op wiskunde. Onderzoekers lieten 80 kleuters de spellen spelen. Daarna gaven ze elk van die 80 kleuters een gestandaardiseerde wiskundetest. We konden al snel zien dat die spellen de kinderen echt hielpen om belangrijke vaardigheden te begrijpen. Maar onze partners van UCLA wilden dat we nog verder gingen. Zij focussen op gegevensanalyse en studentenbeoordeling. Zij wilden de back-end data van het spelgedrag bekijken en zien of ze daarmee de wiskundecijfers van een kind konden voorspellen. Ze maakten een neuraal netwerk -- ze trainden de computer om die data te gebruiken. Dit zijn de resultaten. Dit is een deel van de scores op de gestandaardiseerde wiskundetest. En dit ... ... is de voorspelling van de computer van elk kind zijn score, gebaseerd op het spelen van enkele van die spelletjes. De voorspelling is verbazend accuraat, zeker aangezien deze spellen niet ontwikkeld werden met het oog op testen. Volgens deze onderzoekers kunnen dit soort spelletjes ons meer leren over het cognitieve leren van kinderen dan een gestandaardiseerde test. Wat als spellen de toetstijd in de klas konden reduceren? Wat als ze test-stress konden verminderen? Hoe zouden ze leerkrachten kunnen voorzien van momentopnames om hen te helpen bij individueel leren?

De derde angst die ik wil bespreken is volgens mij vaak de grootste. En dat is deze: "Deze schermen isoleren mij van mijn kind." Laten we een scenario bedenken. Laat ons zeggen dat jij een ouder bent en dat je 25 minuten ononderbroken tijd nodig hebt om het eten klaar te krijgen. En om dat te bereiken geef je een tablet aan je driejarige. Waarschijnlijk een moment waarover je je erg schuldig voelt.

Maar beeld je nu dit in: Twintig minuten later krijg je een sms op die telefoon die altijd binnen handbereik ligt, en er staat: "Alex heeft net 5 rijmwoorden gevonden. Vraag hem om samen dit spel te spelen. Kan jij een woord bedenken dat rijmt met 'kat'? Of met 'bal'?" Volgens onze studies voelden ouders zich gesterkt als ze zulke simpele tips krijgen. Ze waren zo enthousiast om deze spellen aan tafel te spelen met hun kinderen. En kinderen vonden het ook leuk! Ze vonden het haast magisch dat hun ouders wisten wat ze net gespeeld hadden, maar ze vinden het ook heerlijk om spellen te spelen met hun ouders. Simpelweg met kinderen praten over hun media kan zo ongelooflijk krachtig zijn.

Afgelopen zomer liet Texas Tech University in een studie zien dat het programma 'Daniel Tiger's Neighborhood' de ontwikkeling van empathie bij kinderen zou kunnen bevorderen. Maar er was een belangrijke voorwaarde: het grootste profijt was er enkel als ouders met hun kinderen praatten over wat ze bekeken hadden. Niet het kijken alleen, noch het praten alleen was voldoende -- het was de combinatie die het hem deed. Toen ik deze studie las, begon ik na te denken over hoe zelden ouders van kleuters met hun kind spreken over de inhoud van hetgeen ze spelen of bekijken.

Dus ik probeerde het met mijn vierjarige. Ik zei: "Heb jij een auto-spel gespeeld vandaag?" En Benjamin fleurde op en zei: "Ja! En heb je gezien dat ik mijn auto gemaakt had van een augurk? Maar de kofferbak ging niet goed open."

(Gelach)

Die hilarische conversatie over wat grappig was in het spelletje en wat beter gekund had, ging die ochtend de hele weg naar school door.

Ik ben hier niet om te suggereren dat alle digitale media goed zijn voor kinderen. Er zijn gegronde redenen om bezorgd te zijn over wat kinderen op dit moment te zien krijgen op deze schermen. En het is goed dat we nadenken over evenwicht: Hoe passen schermen naast alle andere zaken die een kind nodig heeft om te leren en te groeien? Maar als we ons vastpinnen op onze angsten, dan vergeten we een heel belangrijk punt. En dat is die kinderen in dezelfde wereld leven als wij: die waarin volwassenen meer dan 50 keer per dag hun gsm checken.

Schermen zijn een deel van kinderen hun leven. En als we doen alsof dat niet zo is, of als we overmand raken door onze angst, dan zullen kinderen nooit leren hoe en waarom ze te gebruiken. Wat als we onze verwachtingen eens wat hoger leggen voor deze media? Wat als we regelmatig met kinderen praten over wat ze zien op deze schermen? Wat als we eens beginnen te kijken naar de positieve impact die deze technologie kan hebben op het leven van onze kinderen? Pas dan kan het potentieel van deze instrumenten realiteit worden.

Dank je."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen