Waarom We Lachen





Wist je dat je 30 keer eerder lacht als je met iemand bent dan wanneer je alleen bent? Cognitief neurowetenschapper Sophie Scott presenteert dit feit en andere verrassende feiten over lachen in haar snelle, dynamische en jawel, lachwekkende reis door de wetenschap over dit onderwerp.


"Hallo. Ik ga jullie wat vertellen over lachen. Ik wil beginnen met de eerste keer dat ik lachen bewust opmerkte. Ik was heel jong, ongeveer zes jaar. Ik zag dat mijn ouders iets ongewoons deden waarbij ze lachten. Ze lachten heel erg hard. Ze rolden lachend over de vloer. Gillend van het lachen. Ik wist niet waarom ze lachten, maar ik wilde meedoen. Ik wilde er deel van uitmaken. Ik zat erbij en deed 'Hoo, hoo!' (Gelach) Ze waren trouwens aan het lachen om een liedje dat mensen zongen dat gebaseerd was op borden in de wc van een trein, waarop stond wat je wel en niet mocht doen in deze wc's. Wat je moet weten over Engelsen is, natuurlijk, dat we een enorm verfijnd gevoel voor humor hebben. (Gelach)

Toen begreep ik daar natuurlijk niets van. Het ging mij om het lachen. Ook als neurowetenschapper gaat het mij weer om lachen. Het is iets heel geks om te doen. Ik ga jullie wat voorbeelden laten horen, van mensen die lachen. Realiseer je eens hoe gek het geluid kan zijn dat mensen maken en hoe primitief het geluid klinkt. Het lijkt meer op een dierlijk geluid, dan op spraak. Hier is dus wat gelach. De eerste lach is best vrolijk.

(Audio: gelach)

De volgende man moet echt ademen. Er is hier een moment dat ik denk, je moet er wat lucht in laten, man, want het klinkt alsof hij alleen uitademt.

(Audio: gelach)

Dit is niet bewerkt; dit is hem echt.

(Audio: gelach) (Gelach)

Tot slot hebben we deze. Dit is een vrouw die lacht. Het geluid van lachen kan soms erg raar klinken. (Audio: gelach) Ze zegt: 'Mijn God, wat is dat?', in het Frans. We snappen het wel een beetje. Denk ik.

Om lachen te begrijpen, kijk je naar een lichaamsdeel waar psychologen en neurowetenschappers vaak niet lang naar kijken, de ribbenkast. Die lijkt niet echt opwindend. Terwijl jullie hem allemaal continu gebruiken. Wat iedereen nu met z'n ribbenkast doet -- niet stoppen -- is ademen. Je gebruikt de tussenribspieren om lucht in en uit te ademen, door je ribbenkast uit te zetten en samen te drukken. Als ik een band om je borst zou leggen, een ademband, en alleen zou kijken naar die beweging, dan zie je een zachte, sinusvormige beweging. Dat is dus ademhalen. Iedereen doet het. Niet stoppen! Zodra je begint te praten, dan gebruik je de ademhaling helemaal anders. Dus wat ik nu doe, ziet er meer zo uit. Bij praten, gebruik je hele kleine bewegingen, om de lucht eruit te persen. We zijn de enige dieren die dit kunnen. Dit is waarom wij kunnen praten.

Zowel praten als ademen hebben één aartsvijand, en dat is lachen. Want als je lacht, trekken diezelfde spieren heel gelijkmatig samen, en dan krijg je een soort zigzag. Dat knijpt de lucht er gewoon uit. Zo simpel ontstaat dat geluid. Je kunt ook op iemand stampen voor hetzelfde effect. Je drukt er gewoon lucht uit, en iedere samentrekking - huh - geeft een geluid. Als deze samentrekkingen samenlopen, kun je spasmes krijgen, en dan gaat je ademhaling piepen. Ik ben hier zo goed in. (Gelach)

Er is niet veel lachonderzoek gedaan. Bijna alles wat we denken te weten over lachen, blijkt fout. Veel mensen denken bijvoorbeeld dat de mens het enige dier is dat lacht. Nietzsche dacht dat wij de enigen zijn. Terwijl alle zoogdieren kunnen lachen. Het is goed waargenomen en beschreven bij zowel mensapen als ratten. Overal waar je het ziet, mensen, mensapen, ratten, wordt het geassocieerd met dingen zoals kietelen. Dat is hetzelfde bij mensen. Het word geassocieerd met spelen, en alle zoogdieren spelen. Overal waar je het tegenkomt, wordt het geassocieerd met interactie. Robert Provine, die veel onderzoek gedaan heeft, merkte op dat je 30 keer eerder geneigd bent te lachen als je met anderen bent, dan als je alleen bent, en dat het meest gelachen wordt in sociale interacties, zoals gesprekken. Als je mensen vraagt: 'Wanneer lach je?' dan noemen ze komedie, humor en grappen. Maar als je oplet, zie je dat mensen lachen met hun vrienden. Als we lachen met anderen, dan lachen we zelden om grappen. Je lacht om mensen te tonen dat je ze begrijpt, het met ze eens bent, of tot dezelfde groep behoort. Dat je ze aardig vindt of zelfs van ze houdt. En dat allemaal terwijl je met ze praat. Het lachen doet veel van dat emotionele werk voor je. Wat Robert Provine heeft opgemerkt, zoals je hier ziet, en waarom wij in het begin lachten toen we gelach hoorden en waarom ik lachte toen mijn ouders lachten... is dat lachen heel aanstekelijk is. Je kunt lachen van iemand 'krijgen', en je lacht sneller mee als je iemand kent. Dat wordt dus bepaald door de sociale context. Zet de humor opzij, en denk aan de sociale betekenis, want dat is de oorsprong van lachen.

Ik raakte erg geïnteresseerd in de verschillende manieren van lachen. Er is neurobiologisch bewijs voor hoe mensen geluid maken, dat erop wijst dat er twee soorten lachen zijn. Het lijkt erop dat de neurobiologie voor het hulpeloos, ongecontroleerd lachen zoals mijn ouders die niet meer bijkwamen door een grappig liedje, wellicht een andere oorsprong heeft dan het beleefde, sociale lachen dat je hoort, -- geen vervelend lachen, maar lachen als onderdeel van iemands communicatie of interactie met jou. Iets waarvoor ze kiezen. In de evolutie hebben we twee manieren ontwikkeld om geluid te maken. Ongecontroleerde geluiden komen uit een ouder systeem dan de meer vrijwillige geluiden zoals mijn praten. Het is dus mogelijk dat lachen twee verschillende wortels heeft.

Ik heb hier meer in detail naar gekeken. We moesten hiervoor opnames maken van lachende mensen. We moesten er alles aan doen om mensen te laten lachen. Ook lieten we deze proefpersonen gemaakt lachen. Stel een vriend vertelt een grap en je lacht, omdat je die vriend aardig vindt, niet omdat die grap zo geweldig is. Ik laat jullie wat horen. Vertel me of dit echt lachen is, of gemaakt. Is dit ongecontroleerd lachen of niet?

(Audio: Gelach)

Hoe klinkt dit? Gemaakt? Publiek: Gemaakt. Sophie Scott: Gemaakt. En deze?

(Audio: gelach)

(Gelach)

Ik ben hier zo goed in.

(Gelach) (Applaus)

Niet echt. Nee, dat was hopeloos lachen. Om dit op te nemen, hoefden ze alleen mij op te nemen, kijkend naar een vriendin van wie ik wist dat ze om iets zou lachen. Toen deed ik dat.

Veel mensen horen goed het verschil tussen echt en gemaakt lachen. Het lijken verschillende dingen te zijn. Het is interessant dat chimpansees bijna hetzelfde doen. Zij lachen anders als ze gekieteld worden, dan wanneer ze met elkaar spelen. Het lijkt dat ongecontroleerd lachen anders is dan 'sociaal' lachen. Akoestisch klinkt het heel anders. Een echte lach duurt langer en is hoger in toon. Als je hard begint te lachen, pers je lucht uit je longen onder veel hogere druk dan je bewust ooit zou lukken. Ik zou bijvoorbeeld nooit zo hoog kunnen zingen. Je krijgt ook samentrekkingen en van die rare piepgeluiden. Dit alles betekent dat echt lachen gevoelsmatig zeer makkelijk herkenbaar is.

Gemaakt lachen daarentegen klinkt een beetje nep. Maar dat is het niet. Het is sociaal erg belangrijk. We kiezen er vaak voor om te lachen. Het lijkt een lach op zich. Je vindt bijvoorbeeld nasaliteit, in gemaakt lachen. Zo'n 'ha, ha, ha, ha, ha' geluid, wat je nooit zou kunnen als je echt lacht. Het lijken dus echt twee verschillende dingen.

In de scanner zagen we wat het brein doet als je lachen hoort. Dit is een heel saai experiment. We speelden echt en gemaakt lachen af. Dat het om lachonderzoek ging, zeiden we niet. Er waren andere geluiden bij, om af te leiden. Mensen lagen alleen naar geluiden te luisteren. Ze hoefden verder niets te doen. Toch reageert het brein heel anders op echt lachen dan op gemaakt lachen. Significant anders. In het blauwe gebied, het geluidscentrum, zie je dat het brein reageert op echt lachen. Het lijkt erop dat als je iemand ongecontroleerd hoort lachen dat je geluid hoort dat je in andere context nooit hoort. Het is ondubbelzinnig. Het lijkt geassocieerd met een hogere auditieve verwerking van deze nieuwe geluiden. Maar als je iemand gemaakt hoort lachen, zie je die roze gebieden oplichten in hersengebieden die geassocieerd worden met mentaliseren: bedenken wat iemand anders denkt. Ik denk dat dit betekent dat zelfs als je tijdens een hersenscan, wat heel saai en oninteressant is, iemand hoort die 'A ha ha ha ha' doet, je probeert na te gaan waarom diegene lacht. Lachen is altijd betekenisvol. Je probeert het altijd te begrijpen in de context. Zelfs als je er op dat moment niets mee te maken hebt. Je wil toch weten waarom deze mensen lachen.

We konden kijken naar hoe mensen echt en gemaakt lachen horen over alle leeftijdsgroepen heen. We deden een online experiment met de Royal Society. We stelden mensen twee vragen. Ze hoorden eerst gelach en moesten aangeven hoe echt of gemaakt het klonk. Het echte lachen staat in rood en gemaakt lachen in blauw. Je ziet dat er een snel begin is. Als je ouder wordt, word je beter in het herkennen van echt lachen. Bij zesjarigen is het gokken, zij kunnen het verschil niet echt horen. Als je ouder wordt, word je er beter in. Het is interessant dat je pas piekt als je eind 30 of begin 40 bent. Je begrijpt lachen nog niet goed als je in de puberteit komt en nog steeds niet wanneer je hersenen volgroeid zijn, rond je twintigste. Je blijft leren over lachen gedurende je hele vroege volwassenheid.

Als we de vraag omdraaien en niet vragen of lachen echt is, maar als we vragen in hoeverre deze lach jou aan het lachen maakt hoe aanstekelijk je deze lach vindt, dan zien we wat anders. Hoe jonger je bent, des te meer je wilt meelachen. Ik wilde met mijn ouders meelachen, ook al wist ik niet waarom. Dat kun je echt zien. Iedereen, jong en oud, vindt echt lachen aanstekelijker dan gemaakt lachen. Als je ouder wordt, wordt het allemaal minder aanstekelijk. Ofwel we worden chagrijniger naarmate we ouder worden, of het betekent dat naarmate je lachen beter begrijpt, je meer nodig hebt om te lachen dan gelach van andere mensen. Je hebt het sociale nodig.

We hebben dus erg interessant gedrag waar veel misvattingen over bestaan. Maar ik raak ervan overtuigd dat lachen nog veel meer is dan een belangrijke sociale emotie die we moeten bestuderen, want mensen blijken lachen waanzinnig genuanceerd te gebruiken. Er komt binnenkort een heel mooi onderzoek uit van Robert Levenson uit Californië, over een longitudinale studie met echtparen. Hij laat stellen in zijn laboratorium moeilijke gesprekken voeren terwijl ze verbonden zijn aan een leugendetector, zodat hij ze gestrest ziet raken. Dan zegt hij tegen de man: 'Vertel me iets dat je vrouw doet, dat jou ergert.' Je ziet onmiddellijk - stel je eens voor, jij en je partner - je kunt je voorstellen dat iedereen van zoiets gestrest raakt. Je ziet dat mensen fysiek gestrest raken. Hij ziet dat stellen die dat gestreste gevoel neutraliseren met positieve emoties als lachen, onmiddellijk minder gestrest worden en zich fysiek zichtbaar beter voelen. Zij gaan als stel beter om met deze onprettige situatie. Ook zijn dit de stellen die zeggen dat zij veel voldoening vinden in hun relatie en die langer bij elkaar blijven. Als je kijkt naar hechte relaties, dan is lachen een hele handige indicator voor hoe mensen samen emoties reguleren. We tonen zo niet alleen dat we elkaar aardig vinden, maar voelen ons er samen beter door.

Ik denk niet dat dit alleen voor romantische relaties geldt. Ik denk dat het karakteristiek is voor hechte emotionele relaties, zoals je met vrienden hebt. Vandaar mijn volgende filmpje. Het is een YouTube-video van enkele jonge mannen in Oost-Duitsland die een filmpje maken om hun heavy metal band te promoten. Het is ontzettend macho, en ze zijn heel serieus. Let op wat er gebeurt met lachen, als het mis gaat. Hoe snel dat gebeurt en hoe het de stemming verandert.

Hij heeft het koud en zal nat worden. Hij heeft zijn zwembroek aan. Hij heeft een handdoek. Er is ijs. Wat zou er kunnen gebeuren? Video begint. Serieuze stemming. En zijn vrienden beginnen al te lachen. Zij lachen al hard. Hij lacht nog niet. (Gelach) Nu begint hij ook. En nu lachen ze allemaal. (Gelach) Ze liggen op de grond. (Gelach)

Wat ik hier heel leuk aan vind, is dat het heel serieus is, tot hij op het ijs springt. En omdat hij er niet doorheen zakt en er ook geen bloed vloeit of botten rondvliegen, beginnen zijn vrienden te lachen. Stel je voor dat ze zouden zeggen: 'Serieus, Heinrich, ik denk dat het gebroken is' dan zou het niet leuk zijn. Dat zou stressvol zijn. Of als hij lachend rond rent met een gebroken been en z'n vrienden zeggen, 'je moet naar het ziekenhuis', dan is het niet leuk. Het lachen werkt omdat het hem uit een pijnlijke, gênante, moeilijke situatie haalt en plaatst in een grappige situatie waarom we kunnen lachen. Dat is een echt interessante toepassing, die heel vaak voorkomt.

Ik kan me zoiets herinneren, van mijn vaders begrafenis. We sprongen niet in onze zwembroek op het ijs rond. We zijn geen Canadezen! (Gelach) (Applaus) Een begrafenis is altijd moeilijk. Ik had een lastig familielid, en mijn moeder had het moeilijk. Ik herinner me dat ik haar vlak voor aanvang een gebeurtenis vertelde uit een comedy uit de jaren 70! Ik dacht nog: ik heb geen idee waarom ik dit doe. Later besefte ik dat ik op zoek was naar iets -- wat dan ook -- waarmee ik haar kon laten lachen, samen met mij. Het was een hele basale reactie, om samen te kunnen lachen. Als we samen kunnen lachen, dan gaat het beter. Dan gaan we het redden.

In feite doen we dit allemaal. Je doet het zo vaak dat het niet eens opvalt. Iedereen onderschat hoe vaak hij lacht. Je doet iets, als je samen lacht, dat je toegang geeft tot een heel oud evolutionair systeem, dat zoogdieren ontwikkeld hebben om banden te smeden en onderhouden en om emoties te reguleren en ons beter te voelen. Het is niet uniek voor mensen, het is echt heel oud gedrag dat ons gevoel helpt reguleren en ons beter doet voelen.

Met andere woorden, als het om lachen gaat, zijn we allemaal gewoon zoogdieren. (Gelach)

Dank je wel. (Applaus)

Dank je." (Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen