Anderen Helpen Maakt Gelukkig – Als Je Het Op De Juiste Manier Doet





Onderzoek wijst uit dat het helpen van anderen ons gelukkiger maakt. Maar in haar baanbrekend onderzoek naar vrijgevigheid en vreugde ontdekte sociaal psycholoog Elizabeth Dunn dat er een addertje onder het gras zit: het maakt verschil hoe we helpen. Ontdek hoe we een grotere impact kunnen maken -- en ondertussen ons eigen geluk kunnen vergroten -- als we één belangrijke verandering maken in hoe we anderen helpen. "Laten we stoppen met denken over geven als een morele verplichting en beginnen met erover te denken als een bron van plezier", zegt Dunn.


"Ik heb een behoorlijk leuke baan, namelijk erachter zien te komen wat mensen gelukkig maakt. Het is zo leuk dat het bijna een beetje onbeduidend lijkt, helemaal in een tijd waarin we geconfronteerd worden met behoorlijk deprimerende krantenkoppen. Maar het blijkt dat bestuderen van geluk een sleutel kan zijn tot het oplossen van een aantal van de moeilijkste problemen die we hebben. Het heeft me bijna 10 jaar gekost om hierachter te komen.

In het begin van mijn carrière heb ik met mijn medewerkers een artikel gepubliceerd in 'Science' met de titel 'Geld uitgeven aan anderen vergroot geluk'. Ik had veel vertrouwen in deze conclusie, alleen was er één probleem: het leek niet op mij van toepassing te zijn.

(Gelach)

Ik gaf zelden geld aan goede doelen en wanneer ik dat deed voelde ik niet die warmte die ik verwachtte. Ik begon me af te vragen of er misschien iets mis was met mijn onderzoek of dat er iets mis was met mij. Mijn eigen glansloze emotionele reactie op het geven was helemaal verwarrend omdat mijn vervolgonderzoeken lieten zien dat zelfs peuters blijdschap vertoonden na het geven aan anderen.

In één experiment brachten mijn collega's Kiley Hamlin, Lara Aknin en ik, kinderen net onder de twee jaar oud naar het laboratorium. Je kan je voorstellen dat we moesten werken met een betaalmiddel waar peuters heel veel om geven, dus we gebruikten hun equivalent van goud, namelijk Goldfish crackers.

(Gelach)

We gaven de kinderen een schat aan Goldfish crackers voor henzelf en de mogelijkheid om een deel van de crackers weg te geven aan een pop genaamd Monkey.

(Video) Onderzoeker: Ik heb meer snoepjes gevonden en ik geef ze allemaal aan jou.

Peuter: Oh. Dank je wel.

Onderzoeker: Maar, weet je, ik zie hier geen snoep meer. Wil jij er één aan Monkey geven?

Peuter: Ja. Onderzoeker: Ja?

Peuter: Ja. Alsjeblieft.

Onderzoeker: Oh, lekker. Mmmm.

Peuter: Alles weg, hij at het op.

Elizabeth Dunn: We trainden onderzoeksassistenten deze video's te bekijken en de emotionele reacties van de peuters te coderen. Natuurlijk vertelden we hen onze hypotheses niet. De data lieten zien dat peuters behoorlijk blij waren wanneer ze de stapel crackers voor zichzelf kregen, maar dat ze nog blijer waren als ze een paar van deze crackers weg konden geven.

Dit warme gevoel bij geven, blijft tot in de volwassenheid bestaan. Toen we enquêtes analyseerden van meer dan 200.000 volwassenen van over de hele wereld, zagen we dat bijna een derde van de wereldbevolking aangaf de afgelopen maand wat geld gedoneerd te hebben aan goede doelen. Opvallend was dat overal op de wereld de mensen die geld doneerden gelukkiger waren dan de mensen die dat niet deden, zelfs rekening houdend met hun persoonlijke financiële situatie. En deze correlatie was niet triviaal. Het leek erop dat doneren aan goede doelen ongeveer hetzelfde verschil voor geluk maakte als het hebben van twee keer zoveel inkomen.

Als onderzoeker, als je zoveel geluk hebt op een effect te stuiten dat wereldwijd voor kinderen en volwassen geldt, ga je je afvragen: kan dit een deel zijn van de menselijke aard? We weten dat plezier adaptief gedrag versterkt, gedrag zoals eten en seks, die onze soort helpen voortbestaan, en het leek me dat geven zo'n soort gedrag was.

Ik was erg enthousiast over deze ideeën en ik schreef erover in de 'New York Times'. Een van de mensen die dit artikel lazen was mijn boekhouder.

(Gelach)

Ja. Toen ik mijn belastingaangifte moest doen, zat ik tegenover hem en zag hem langzaam met zijn pen tikken op het gedeelte 'goede doelen' op mijn belastingaangifte met een gezichtsuitdrukking van slecht verborgen afkeuring.

(Gelach)

Mijn carrière was gebouwd rondom het laten zien hoe goed het voelt om te geven, maar zelf deed ik dat niet zo veel. Dus nam ik me voor om meer te geven.

Rond die tijd hoorden we overal heftige verhalen over de vluchtelingencrisis in Syrië. Ik wilde heel graag helpen, dus haalde ik mijn creditcard tevoorschijn. Ik wist dat mijn donatie waarschijnlijk ergens het verschil voor iemand zou maken, maar naar de website van een succesvol goed doel gaan en mijn Visanummer invoeren voelde nog steeds niet als voldoende.

Toen hoorde ik over de Groep van Vijf. De Canadese overheid staat toe dat een groep van vijf Canadezen direct een vluchtelingenfamilie sponsort. Je moet genoeg geld verzamelen om de familie te steunen in hun eerste jaar in Canada en dan komen ze letterlijk met een vliegtuig naar je woonplaats. Een van de dingen van dit project die ik zo gaaf vind, is dat niemand het alleen mag doen. En in plaats van een Groep van Vijf gingen we samenwerken met een gemeenschapsorganisatie en vormden we een groep van 25. Na bijna twee jaar van papierwerk en wachten hoorden we dat onze familie in Vancouver zou arriveren binnen zes weken. Ze hadden vier zoons en een dochter, dus haastten we ons om een woning voor hen te vinden. Met veel geluk vonden we een huis, maar daar moest veel aan gebeuren. Dus kwamen mijn vrienden 's avonds en in het weekend langs en schilderden, maakten schoon en zetten meubels in elkaar.

Toen de grote dag daar was, vulden we de koelkast met melk en vers fruit en vertrokken naar het vliegveld om onze familie te ontmoeten. Het was een beetje overweldigend voor iedereen, vooral voor het kind van vier jaar oud. Zijn moeder werd herenigd met haar zus die al eerder naar Canada was gekomen via hetzelfde project. Ze hadden elkaar 15 jaar lang niet gezien.

Als je hoort dat meer dan 5,6 miljoen vluchtelingen uit Syrië gevlucht zijn, word je geconfronteerd met een tragedie dat het menselijk brein nog niet helemaal kan bevatten. Het is zo abstract. Als je iemand van ons eerder gevraagd had 15 uur per maand te geven om te helpen met de vluchtelingencrisis, hadden we waarschijnlijk nee geantwoord. Maar zodra we onze familie naar hun nieuwe huis in Vancouver brachten, realiseerden we ons allemaal hetzelfde: we zouden al het nodige doen om hen te helpen gelukkig te worden.

Deze ervaring deed me meer nadenken over mijn onderzoek. In het laboratorium hadden we gezien dat het positieve effect van geven versterkt werd als mensen zich verbonden voelden met degenen die ze hielpen en zich konden voorstellen welk verschil ze maakten in de levens van die personen.

In een van de experimenten bijvoorbeeld, gaven we proefpersonen de gelegenheid om wat geld te doneren aan ofwel UNICEF ofwel Spread the Net. We kozen deze goede doelen bewust, omdat ze samenwerkten en hetzelfde ontzettend belangrijke doel deelden om de gezondheid van kinderen te verbeteren. Maar ik denk dat UNICEF zo'n groot en globaal goed doel is, dat het moeilijk voor te stellen is hoe je eigen kleine donatie een verschil kan maken. Spread the Net daarentegen geeft donateurs een concrete belofte: voor elke 10 dollar geven ze één klamboe om een kind tegen malaria te beschermen.

We zagen dat hoe meer geld mensen aan Spread the Net gaven, des te gelukkiger ze zich daarna zeiden te voelen. Deze emotionele waar voor hun geld was daarentegen compleet afwezig als mensen geld aan UNICEF gaven. Dit suggereert dat alleen geld geven aan een belangrijk goed doel niet altijd genoeg is. Je moet je voor kunnen stellen hoe je geld precies een verschil gaat maken.

Het Groep van Vijf-project bracht dit idee naar een heel nieuw niveau. Toen we met dit project begonnen, praatten we over wanneer de vluchtelingen zouden arriveren. Nu spreken we over hen als onze familie. We namen de kinderen kort geleden mee om te schaatsen en later die dag vroeg mijn zoon van zes, Oliver, me: "Mama, wie is het oudste kind in onze familie?" Ik nam aan dat hij over zijn vele neven en nichten sprak en dat was ook het geval, maar hij sprak ook over onze Syrische familie.

Sinds onze familie hier aankwam, hebben heel veel mensen en organisaties aangeboden om te helpen, variërend van het geven van gratis vullingen bij de tandarts tot zomerkampen. Het liet me de goedheid zien die in onze gemeenschap bestaat. Dankzij één donatie konden de kinderen naar een fietskamp en elke weekdag kwam iemand van onze groep daarnaartoe om hen aan te moedigen. Ik was daar toevallig op de dag dat de zijwieltjes eraf zouden moeten en ik zal je vertellen dat de jongen van vier dit geen goed idee vond. Dus ik ging naar hem toe en praatte met hem over de langetermijnvoordelen van het rijden zonder zijwieltjes.

(Gelach)

Toen herinnerde ik me dat hij 4 jaar was en nauwelijks Engels sprak. Dus ik gebruikte een woord dat hij zeker te weten kende: ijsje. Als je het zonder zijwieltjes probeert, krijg je een ijsje van me. Dit is wat er gebeurde.

(Video) ED: Ja. Ja!

Kind: Ik ga het proberen.

ED: O mijn god! Wat doe je het goed!

(Gegil) Wat doe je het goed! Je doet het helemaal alleen!

(Publiek) (Gelach)

(Video) ED: Goed gedaan!

(Publiek) (Gelach)

(Applaus)

ED: Dus dit is het soort helpen waar mensen van zijn gaan genieten, maar 40 jaar lang was Canada het enige land ter wereld dat toestond dat particulieren vluchtelingen sponsorden.

Nu -- Canada!

(Applaus)

Mooi, he?

Nu beginnen Australië en Groot Brittannië soortgelijke projecten. Stel je eens voor hoe anders de vluchtelingencrisis er uit zou zien als meer landen dit mogelijk maakten.

Het creëren van dit soort betekenisvolle verbindingen tussen individuen zorgt voor een kans om met uitdagingen om te gaan die overweldigend voelen. Een van die uitdagingen ligt een paar straten hiervandaan, aan de oostelijke kant van de binnenstad van Vancouver. Naar sommige maatstaven is dat het armste stadsdeel van Canada. We twijfelden of we daar vluchtelingen naartoe zouden brengen, omdat hier al zoveel mensen zijn die het moeilijk hebben. Mijn vriend Evan vertelde me dat toen hij een kind was en zijn ouders door deze buurt reden, dat hij zich altijd op de achterbank verstopte. Maar Evans ouders zouden nooit hebben bedacht dat toen hij volwassen werd hij de deuren van een lokaal restaurant zou openen en deze gemeenschap uitnodigde om te genieten van driegangendiners. Het programma dat Evan hielp ontwikkelen heet 'Genoeg Borden' en het doel is niet alleen gratis eten aanbieden, maar om momenten van verbintenis te creëren tussen mensen die elkaar anders niet eens in de ogen zouden kijken. Elke avond sponsort een lokaal bedrijf het diner en stuurt een groep vrijwilligers die helpen met het maken en serveren van de maaltijd. Na afloop worden de restjes verdeeld tussen mensen die op straat leven en er blijft zelfs genoeg geld over om 1000 gratis lunches aan deze gemeenschap te geven in de dagen daarna.

De voordelen van dit project strekken verder dan voedsel. Voor de vrijwilligers is het een kans om met mensen in contact te komen, om rustig naar hun verhalen te luisteren. Na deze ervaring loopt één van de vrijwilligers anders naar zijn werk zodat hij in plaats van deze buurt te vermijden, hij er juist doorheen wandelt, terwijl hij lacht naar of oogcontact maakt met bekende gezichten.

Wij zijn allemaal in staat te genieten van het geven. Maar we kunnen niet verwachten dat dit vanzelf gebeurt. Geld uitgeven om anderen te helpen, bevordert niet vanzelfsprekend geluk. In plaats daarvan maakt het uit hoe we het doen. En als we willen dat mensen meer geven, moeten we de manier veranderen waarop we denken over geven aan goede doelen. We moeten mogelijkheden creëren om te geven die ons onze gedeelde menselijkheid leren te waarderen. Als iemand van jullie voor een goed doel werkt, beloon dan jullie donateurs niet met pennen of kalenders.

(Applaus)

Beloon hen met de kans om de exacte impact te zien die hun vrijgevigheid maakt en om verbinding te krijgen met de personen en gemeenschappen die ze helpen.

We zijn gewend te denken over geven als iets wat we moeten doen. En dat is het ook. Maar door er op deze manier over te denken, missen we een van de beste onderdelen van mens zijn: dat we ons ontwikkeld hebben om plezier te ervaren in het helpen van anderen. Laten we niet meer over geven denken als gewoon een morele verplichting en laten we erover denken als een bron van plezier.

Dank jullie wel."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen