Waarom Onze Beeldschermen Ons Minder Gelukkig Maken




 

"Een paar jaar geleden hoorde ik een interessant gerucht. Het hoofd van een groot huisdierenvoedingsbedrijf bracht bij de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering een blikje hondenvoer mee. En hij at het op. Zo overtuigde hij hen dat als het goed was voor hem, het goed genoeg was voor hun huisdieren. Deze strategie staat nu bekend als ‘dogfooding’ en is een gewone strategie in het bedrijfsleven. Het betekent niet dat iedereen hondenvoer gaat eten, maar ondernemers gebruiken hun eigen producten om te laten zien dat ze erin vertrouwen. Nu is dit een wijdverbreide praktijk, maar pas de uitzonderingen op de regel zijn interessant: wanneer mensen in het bedrijfsleven hun eigen producten niet gebruiken. In één industrie is dit de gewoonste zaak, het is er bijna regel, en dat is in de 'schermenindustrie'.

Toen Steve Jobs in 2010 de iPad uitbracht, beschreef hij de iPad als een ‘buitengewoon’ apparaat. Hij gaf je "De beste browse-ervaring ooit: veel beter dan een laptop, veel beter dan een smartphone. Het is een ongelooflijke ervaring." Een paar maanden later had hij een lang telefoongesprek met een journalist van de New York Times. Aan het einde van het gesprek stelde de journalist een nogal voor de hand liggende vraag. Hij zei: "Uw kinderen zullen wel van de iPad houden." In plaats van wat hij verwachtte, bracht Jobs' antwoord de journalist van zijn stuk. Hij was zeer verrast, want hij zei: "Ze gebruiken hem niet. We beperken de technologie wat voor onze kinderen."

Dit zie je vaak in de tech-wereld. Zo is er een school bij Silicon Valley, de ‘Waldorf School of the Peninsula’, waar ze pas schermen introduceren als de leerlingen 13-14 jaar zijn. Wat echt interessant is aan de school is dat 75% van de leerlingen ouders hebben met topposities in Silicon Valley. Toen ik dat hoorde, vond ik het interessant en verrassend, en ging ik nadenken over wat schermen betekenen voor mij, mijn familie, de mensen die ik liefhad, en voor mensen in het algemeen.

Dus hield ik me de afgelopen vijf jaar, als professor economie en psychologie, bezig met het effect van schermen op ons leven. Ik wil om te beginnen me focussen op hoeveel tijd ze ons ontnemen, en dan kunnen we praten over hoe die tijd eruitziet. Hier toon ik jullie de gemiddelde 24-urige werkdag op drie verschillende punten in de geschiedenis: 2007 -- 10 jaar geleden -- 2015 en dan nog de gegevens van vorige week. Een heleboel dingen zijn niet zo veel veranderd. We slapen ongeveer zeven-en-een-half tot acht uur per dag. Sommige mensen zeggen dat het wat minderde, maar niet veel. We werken acht-en-een-half tot negen uur per dag. We doen overlevingsactiviteiten -- zoals eten, wassen en op de kinderen letten -- ongeveer drie uur per dag.

Dat laat deze witte ruimte over. Dat is onze persoonlijke tijd. Die ruimte is ongelooflijk belangrijk voor ons. Daar definiëren we onszelf als individu. Daar hebben we hobby's en intieme relaties, daar denken we na over ons leven, en worden we creatief, en proberen we uit te maken of we een zinvol leven leiden. Dat krijgen we ook van ons werk, maar als mensen terugkijken op hun leven en zich afvragen hoe hun leven was aan het eind van hun leven, kijk dan naar hun laatste woorden -- ze praten over de dingen die gebeurden in die witte persoonlijke ruimte. Die is dus heilig, belangrijk voor ons.

Ik ga jullie laten zien hoeveel van die ruimte gaandeweg werd opgeofferd aan die schermen. In 2007, zo veel. Dat was het jaar dat Apple de eerste iPhone introduceerde. Acht jaar later, zo veel. Nu, zo veel. Zo veel van onze vrije tijd besteden we aan die schermen. In dit gele gebied, deze dunne strook, gebeurt de magie. Daar je ben je pas echt mens. Tegenwoordig is die ruimte erg klein.

Wat gaan we hieraan doen? De eerste vraag is: wat betekent die rode ruimte? Natuurlijk zijn schermen wonderbaarlijk, op een heleboel manieren. Ik woon in New York, veel van mijn familie woont in Australië, en mijn zoon is één jaar. Ze laten kennismaken, ging via de schermen. Dat kon 15 of 20 jaar geleden niet op deze manier. Er is dus veel goeds aan die schermen.

Eén ding dat je je kunt afvragen: wat gebeurt er in die tijd? Hoe verrijkend zijn de apps die we gebruiken? En sommige zijn verrijkend. Als je mensen vraagt terwijl ze ermee bezig zijn: "Vertel ons hoe je je nu voelt", zeggen ze dat ze er een goed gevoel bij hebben -- de apps voor ontspanning, sport, het weer, lezen, onderwijs en gezondheidszorg. Zij besteden gemiddeld negen minuten per dag aan elk ervan. Maar die apps maken veel minder tevreden. Ongeveer de helft, als je ze onderbreekt en vraagt: "Hoe voel je je?", zeggen dat ze zich er niet goed bij voelen. Het interessante eraan is -- dating, sociale netwerken, gaming, entertainment, nieuws, surfen op het web -- dat mensen 27 minuten per dag aan elk ervan besteden. We zijn drie keer langer bezig met de apps die ons niet gelukkig maken. Dat lijkt niet erg verstandig.

Eén reden waarom we zoveel tijd besteden aan dat soort apps, is dat ze ons beroven van stopsignalen. Stopsignalen kwam je overal tegen in de 20e eeuw. Ze zaten overal ingebakken. Een stopsignaal is in feite een signaal dat het tijd is om op te houden, om iets nieuws, iets anders te doen. En -- denk aan kranten: je leest ze uit, vouwt ze op, legt ze weg. Hetzelfde geldt voor tijdschriften, boeken –- je beëindigt een hoofdstuk en vraagt ​​je af of je wilt doorgaan. Je keek naar een show op tv waar wel een einde aan kwam en moest een week wachten op het vervolg. Overal waren er stopsignalen. Maar de manier waarop we vandaag media consumeren, mist die stopsignalen. De nieuws-feed blijft maar doorgaan, er komt geen eind aan: Twitter, Facebook, Instagram, e-mail, sms, het nieuws. En als je dan nog allerlei andere bronnen gaat raadplegen, kun je gewoon blijven doorgaan zonder ophouden.

Misschien een goede tip uit West-Europa, waar ze een aantal vrij goede ideeën over de werkplek lijken te hebben. Dit is bijvoorbeeld van een Nederlands ontwerpbureau. Ze hebben de bureaus vastgemaakt aan het plafond. Elke dag om 18 uur, wie je ook e-mailt of wat je ook doet, stijgen die bureaus op naar het plafond.

(Gelach)

(Applaus)

Vier dagen per week verandert die ruimte in een yogaruimte, één dag per week in een dansclub. Aan jou om uit te maken wat je kiest. Maar dit is een geweldige stopregel, omdat het betekent dat aan het eind van de dag alles stopt, werken gaat niet meer. Bij Daimler, het Duitse autobedrijf, hebben ze ook een goede strategie. Wanneer je op vakantie gaat, zeggen ze niet: "Deze persoon is op vakantie en zal later contact met je opnemen", maar: "Deze persoon is op vakantie, uw e-mail is verwijderd. Deze persoon krijgt deze email nooit te zien."

(Gelach)

"Je kunt over een paar weken opnieuw e-mailen of iemand anders e-mailen."

(Gelach)

En dus --

(Applaus)

Je kunt je voorstellen hoe dat is. Je gaat op vakantie en je bent ook op vakantie. De mensen die werken bij dit bedrijf voelen dat ze echt een werkonderbreking krijgen.

Maar dat vertelt ons niet veel over hoe we het zelf moeten aanpakken, daarom een aantal suggesties. Bijvoorbeeld dat je tussen 5 en 6 's middags je telefoon meer gebruikt. Het probleem is dat die tijd er iedere dag anders uitziet. Een veel betere strategie is om te zeggen: ik doe elke dag bepaalde dingen, dingen die elke dag terugkomen, zoals dineren. Soms ben ik alleen, soms met andere mensen, soms in een restaurant, soms thuis, maar de regel die ik heb aangenomen is: nooit neem ik aan tafel mijn telefoon op. Ik leg hem ver weg, zo ver mogelijk uit de buurt. Omdat we de verleiding slecht kunnen weerstaan, maar als stopsignaal kan je telkens als het diner begint je telefoon ver weg leggen om alle verleiding te voorkomen.

Eerst doet dat pijn. Ik had een geweldige angst iets te missen.

(Gelach)

Ik vocht ervoor.

Maar uiteindelijk wen je er wel aan. Dezelfde ontwenningsverschijnselen als bij een drug, maar het leven krijgt meer kleur, wordt rijker, interessanter -- je hebt betere gesprekken. Je krijgt echt contact met de mensen die bij je zijn. Een fantastische strategie, en we weten dat ze werkt, want als mensen dit doen -- en ik heb veel mensen gevolgd die dit hebben geprobeerd -- dijt het uit. Ze voelen zich er zo goed bij dat ze er ’s morgens al mee beginnen. Ze zetten hun telefoons in het weekend op vliegtuigmodus. Zo blijft je telefoon een camera, maar is het niet langer een telefoon. Echt een machtig idee en we weten dat mensen zich dan veel beter gaan voelen.

Hoe vatten we het samen? Schermen zijn wonderbaarlijk; dat zei ik al, en ik voel dat het waar is. Maar de manier waarop we ze gebruiken, lijkt op rijden op een heel snelle, lange weg in een auto met volledig ingedrukt gaspedaal en waarvan het rempedaal nogal ver weg zit. Je hebt de keuze. Ofwel snel je langs bijvoorbeeld prachtige zeegezichten en neem je snapshots uit het raam -- simpel om te doen -- of je doet iets anders en stuurt de auto naar de berm, duwt het rempedaal in, stapt uit, doet je schoenen en sokken uit, neemt een ​​paar stappen over het zand en ervaart hoe het zand voelt onder je voeten, loopt naar de zee en laat de zee rond je enkels kabbelen. Je leven zal rijker en betekenisvoller zijn, omdat je die ervaring inademt en omdat je je telefoon in de auto hebt gelaten.

Dank je."

(Applaus)

Bron: TED.com
Reactie plaatsen