De Kunst Van De Stilte





De plaats waar reisschrijver Pico Iyer het liefst heen zou gaan? Nergens. In een contra-intuïtieve en lyrische TED-talk vertelt Iyer over het ongelooflijke inzicht dat je krijgt als je tijd neemt voor stilte. In onze wereld van constante beweging en afleiding stelt hij strategieën voor waarmee je elke dag een paar minuten terug kunt pakken, of elk seizoen een paar dagen. Deze TED-talk is voor iedereen die zich overweldigd voelt door de eisen van de huidige wereld.


"Ik ben levenslang op reis. Als klein kind had ik al door dat het goedkoper was om op kostschool te gaan in Engeland dan om naar de beste school te gaan wat verder in onze straat in Californië. Sinds mijn negende vloog ik al meerdere keren per jaar, alleen, over de Noordpool, op weg naar school. Hoe vaker ik vloog, hoe leuker ik het vliegen ging vinden, dus de week nadat ik de middelbare school had afgemaakt, begon ik bij te klussen als poetshulp zodat ik elk seizoen van mijn 18de levensjaar op een ander continent kon doorbrengen. Tot ik, haast onvermijdelijk, reisschrijver werd, en mijn werk en mijn passie één werden. Ik voelde dat als je het geluk had om door de bij kaars verlichte tempels van Tibet te wandelen, of langs de boulevards van Havana te struinen, met overal om je heen muziek, dat je die geluiden en de kobaltblauwe hemel en de flits van de blauwe oceaan naar je vrienden thuis kon meebrengen, waarmee je een toets van magie en helderheid aan je eigen leven toevoegde. Maar helaas, zoals jullie weten, is een van de eerste dingen die je leert als je reist, dat het nergens magisch is als je niet met de juiste ogen kijkt. Breng een boze man naar de Himalaya en hij gaat klagen over het eten. Ik ontdekte dat de beste manier om een meer attente en waarderende blik te ontwikkelen, er vreemd genoeg in bestond om nergens heen te gaan, om stil te zitten. Door stil te zitten, krijgen velen van ons wat we in ons supersnelle leven het meeste nodig hebben: een pauze. Het was ook de enige manier waarop ik door de diavoorstelling van mijn ervaring kon gaan om zin te geven aan de toekomst en het verleden. Tot mijn grote verrassing ontdekte ik dat nergens heen gaan even spannend was als naar Tibet of Cuba gaan. Met nergens heen gaan, bedoel ik niets meer afschrikwekkends dan elke dag enkele minuten of elk seizoen enkele dagen of, zoals sommige mensen, in je leven enkele jaren reserveren om lang genoeg stil te zitten om te ontdekken wat je het meeste raakt, om te herontdekken waar je diepste geluk ligt en om je eraan te herinneren dat soms werken en leven je in tegengestelde richtingen sturen.

Dat vertellen wijze mensen uit alle tradities ons al eeuwenlang. Het is een oude gedachte. Ruim tweeduizend jaar geleden herinnerden de stoïcijnen ons eraan dat het niet onze ervaring is die ons leven maakt, maar wat we ermee doen. Beeld je in dat een tornado plots door je stad raast en haar met de grond gelijk maakt. De ene mens is levenslang getraumatiseerd, maar de ander, misschien zelfs zijn broer, voelt zich haast bevrijd en besluit dat dit een mooie kans is om een nieuw leven te beginnen. Het is exact dezelfde gebeurtenis, maar de reacties zijn radicaal verschillend. Niets is goed of kwaad, zoals Shakespear al zei in Hamlet, ons denken maakt dat ervan. Dat is ook mijn ervaring als reiziger. Vierentwintig jaar geleden maakte ik een breinbrekende reis door Noord-Korea. De reis duurde enkele dagen. Wat ik ermee deed terwijl ik stilzat en in gedachten ernaar terugkeerde, in een poging om het te doorgronden, het een plaats te geven in mijn denken, dat duurt al 24 jaar en zal waarschijnlijk levenslang duren. Met andere woorden, die reis leverde me fantastische uitzichten op, maar pas door stil te zitten kon ik die omzetten in blijvende inzichten. Soms denk ik dat zoveel van ons leven zich afspeelt in ons hoofd, in geheugen, verbeelding, interpretatie of speculatie, dat ik, als ik mijn leven echt wil veranderen, het best kan beginnen bij mijn gedachten. Nogmaals, dat is niet nieuw. Daarom vertelden Shakespeare en de stoïcijnen ons dit eeuwen geleden, maar Shakespeare moest nooit 200 e-mails per dag verwerken. (Gelach) Voor zover ik weet, zaten de stoïcijnen niet op Facebook. We weten dat in ons leven van directe behoeftebevrediging er enorm veel behoefte bestaat aan onszelf. Waar we ook zijn, of het nu dag of nacht is, onze bazen, spammers, ouders kunnen ons bereiken. Sociologen hebben vastgesteld dat Amerikanen de laatste jaren minder werken dan 50 jaar geleden, maar dat we het gevoel hebben dat we meer werken. We hebben meer en meer tijdbesparende toestellen, maar soms lijkt het alsof we steeds minder tijd hebben. We kunnen meer en gemakkelijker contact leggen met mensen in de verste uithoeken van de planeet, maar soms verliezen we daarbij contact met onszelf. Een van mijn grootste verrassingen als reiziger was de ontdekking dat het vaak net de mensen zijn die ons het meest hebben geholpen om overal te komen, die erop uit zijn om nergens heen te gaan. Met andere woorden, juist de mensen die de technologie hebben gecreëerd die zovele beperkingen van de oude opheft, het meest wijze oordeel hebben over onze behoefte aan grenzen, zelfs in verband met technologie. Ik bezocht ooit het hoofdkwartier van Google en ik zag de dingen waarover al zoveel gesproken is: de binnenhuis-boomhutten, de trampolines, de werknemers die toen 20 procent van hun betaalde tijd vrij hadden zodat ze hun verbeelding haar gang konden laten gaan. Maar wat ik nog indrukwekkender vond, was dat terwijl ik stond te wachten op mijn digitale pasje, één Googler me vertelde over het programma dat hij aan het opstarten was om les te geven aan de vele Googlers die aan yoga doen om er opleiding in te geven. Een andere Googler vertelde me over het boek dat hij zou schrijven over onze innerlijke zoekmotor en de manieren waarop de wetenschap empirisch heeft aangetoond dat stilzitten, of mediteren, niet alleen kan leiden tot een betere gezondheid en helderder denken, maar zelfs tot emotionele intelligentie. Ik heb nog een vriend in Silicon Valley die een van de meest welbespraakte woordvoerders is van de nieuwste technologieën, een van de oprichters van het tijdschrift Wired, Kevin Kelly. Kevin schreef zijn laatste boek over frisse technologieën zonder smartphone of laptop of tv in huis. Zoals zovelen in Silicon Valley doet hij hard zijn best om een zogenaamd internetsabbatjaar te nemen. Daarbij gaan ze 24 tot 48 uur per week volledig off-line om het gevoel voor richting en proportie te krijgen dat ze nodig hebben als ze weer online gaan. Wat technologie ons niet altijd heeft meegegeven, is hoe we haar het best wijs kunnen gebruiken. Als je het over de sabbat hebt, kijk dan naar de tien geboden: er is maar één woord waarvoor het adjectief 'heilig' wordt gebruikt, en dat is de sabbat. Ik keek in het heilige joodse boek van de Torah -- het langste hoofdstuk gaat over de sabbat. We weten dat het één van onze grootste luxes is, de lege ruimte. In vele muziekstukken is het de pauze of rust die het stuk schoonheid en vorm geeft. Als schrijver weet ik dat ik vaak veel lege ruimte op de pagina wil laten zodat de lezer mijn gedachten en zinnen kan aanvullen en zodat haar verbeelding ademruimte krijgt.

In het fysieke domein zullen vele mensen, als ze de middelen hebben, een buitenhuis proberen te kopen, een tweede thuis. Ik had nooit die middelen, verre van, maar ik bedenk soms dat ik op elk moment een buitenverblijf kan vinden in de tijd, zo niet in de ruimte, door een dag vrij te nemen. Het is nooit gemakkelijk, omdat ik dan een groot deel ervan doorbreng met piekeren over de extra dingen die de dag daarop op me af zullen komen. Ik denk soms dat ik liever vlees, seks of wijn opgeef dan de kans om dagelijks mijn mail te checken. (Gelach) Ik probeer elk seizoen drie dagen retraite te nemen, maar een deel van mij voelt zich schuldig omdat ik mijn arme vrouw achterlaat en al die schijnbaar dringende mailberichten negeer van mijn bazen, en omdat ik misschien het verjaardagsfeest van een vriend mis. Maar zodra ik op een echt stille plek kom, besef ik dat het alleen is door daarheen te gaan dat ik iets fris of creatiefs of vreugdevols zal kunnen delen met mijn vrouw of bazen of vrienden. Anders, echt waar, praat ik hen enkel mijn uitputting of mijn verstrooidheid aan, wat echt geen cadeau is.

Toen ik 29 was, besliste ik om mijn hele leven te richten op nergens heengaan. Op een avond kwam ik terug van kantoor. Het was na middernacht en ik reed met de taxi door Times Square. Ik besefte plots dat ik zo aan het ronddraven was dat ik nooit mijn leven zou inhalen. Mijn leven was toen, toevallig, precies waar ik als kleine jongen van droomde. Ik had echt interessante vrienden en collega's, ik had een leuke flat op de hoek van Park Avenue en 20th Street. Ik had een interessante baan waarbij ik over wereldnieuws schreef, maar ik kon mijzelf er nooit voldoende van afzonderen om mezelf te horen denken -- of om te begrijpen of ik echt gelukkig was. Ik liet mijn droomleven dus los en trok naar een eenkamerflat in een achterafstraatje in Kyoto, Japan, de plek die al lang een sterke, bijna mysterieuze aantrekkingskracht op me had uitgeoefend. Zelfs als kind keek ik al naar een schilderij van Kyoto met een blik van herkenning. Ik kende de stad nog voor ik er was geweest. Het is ook, zoals jullie weten, een mooie stad, omgeven door heuvels, gevuld met meer dan tweeduizend tempels en schrijnen, waar mensen al meer dan achthonderd jaar stilzitten. Kort nadat ik erheen verhuisde, kwam ik terecht waar ik nu nog ben, met mijn vrouw, vroeger met onze kinderen, in een tweekamerflat op een afgelegen plek, waar we geen fiets hebben, geen auto, geen tv die ik begrijp, en waar ik mijn geliefden nog steeds moet onderhouden als reisschrijver en journalist. Dit is dus niet ideaal als je carrière wil maken of op culturele spanning uit bent, of sociale afleiding. Maar ik besefte dat het me biedt wat ik het meest op prijs stel: dagen en uren. Ik heb ginder nog nooit een mobieltje moeten gebruiken. Ik moet haast nooit naar de tijd kijken. Elke dag, bij het opstaan, strekt de dag zich voor me uit als een open weide. Als het leven één van haar onaangename verrassingen ophoest, wat meer dan eens gebeurt, als een dokter mijn kamer binnenkomt met een ernstige uitdrukking, of als een auto plots voor de mijne schiet op de snelweg, dan weet ik diep vanbinnen dat het de tijd is die ik heb besteed aan nergens heengaan die me veel meer steun zal bieden dan de tijd die ging naar rondsjezen in Bhutan of op het Paaseiland.

Ik zal altijd een reiziger blijven -- zo verdien ik de kost -- maar een van de mooie dingen aan reizen is dat je altijd stilzitten kan toevoegen aan de beweging en de commotie van de wereld. Ik nam eens het vliegtuig in Frankfurt, in Duitsland, en een jonge Duitse vrouw kwam naast me zitten. We knoopten een zeer vriendelijk gesprek aan, ongeveer 30 minuten lang. Daarop keerde ze zich af en zat 12 uur lang stil. Ze zette niet één keer haar videomonitor aan, ze haalde nooit een boek uit, ze ging zelfs niet slapen, ze zat gewoon stil. en iets van haar helderheid en kalmte ging op me over. Ik merk dat meer en meer mensen tegenwoordig bewuste maatregelen nemen om een ruimte vrij te maken in hun leven. Sommigen gaan naar zwarte-gaten-toevluchtsoorden, waar ze honderden dollar per nacht betalen om hun mobieltje en hun laptop af te geven aan de balie bij aankomst. Sommige mensen die ik ken, zullen vlak voor ze gaan slapen, in plaats van hun berichten na te kijken of iets op YouTube te bekijken, gewoon het licht uitdoen en wat naar muziek luisteren. Ze stellen vast dat ze veel beter slapen en veel beter uitgerust wakker worden. Ik had ééns het geluk om de hoge, donkere bergen achter Los Angeles in te rijden, waar de grote dichter en zanger en internationale hartendief Leonard Cohen vele jaren leefde en werkte als voltijdse monnik in het Mount Baldy Zen Center. Ik was niet helemaal verbaasd toen de opname die hij op zijn 77ste uitbracht, en die hij de bewust niet-sexy titel 'Oude ideeën' meegaf, op nummer één terechtkwam in 17 landen en in de top 5 in nog eens 9 landen. Iets in ons schreeuwt volgens mij om het gevoel van intimiteit en diepte dat we van dit soort mensen krijgen, die de tijd en de moeite nemen om stil te zitten. Ik denk dat velen van ons het gevoel hebben -- ik alleszins -- dat we zo'n vijf centimeter van een groot scherm staan, dat lawaaierig en druk is en dat elke seconde wijzigt. Dat scherm is ons leven. Het is door een stap achteruit te zetten en dan nog verder achteruit, en door stil te houden dat we kunnen gaan zien wat het doek voorstelt, en dat we het grotere plaatje kunnen vatten. Een kleine groep mensen doet dat voor ons door nergens heen te gaan.

In een tijd van versnelling kan er niets zo verkwikkend zijn dan het kalm aan doen. In een tijd van verstrooiing is er niets zo luxueus als je hoofd erbij houden. In een tijd van constante beweging is er niets zo dringend als stilzitten. Je kan dus je volgende reis aanvatten naar Parijs of Hawaii of New Orleans. Je zal het zeker naar je zin hebben. Maar als je levend en vol nieuwe hoop wil thuiskomen, met een gevoel van verliefdheid op de wereld, probeer dan misschien eens om nergens heen te gaan. Bedankt." (Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen