Oudere Mensen Zijn Gelukkiger





In de 20e eeuw hebben we een ongekend aantal jaren aan onze levensduur toegevoegd, maar is de kwaliteit van het leven ook goed? Verrassend, ja! Psycholoog Laura Carstensen toont onderzoek dat laat zien dat naarmate mensen ouder worden, ze gelukkiger worden, meer inhoud krijgen en een positievere kijk op de wereld hebben.


"Mensen leven steeds langer en samenlevingen zijn aan het vergrijzen. Je hoort het voortdurend. Je leest erover in de krant. Je hoort het op tv. Soms maak ik me zorgen dat we er zoveel over horen dat we een langer leven beginnen te aanvaarden met een soort van tevredenheid, met gemak zelfs. Maar vergis je niet, langer leven kan en zal, volgens mij, de levenskwaliteit verbeteren op elke leeftijd.

Om dat in perspectief te plaatsen, ga ik even uitzoomen. In de 20ste eeuw werden meer jaren aan de gemiddelde levensverwachting toegevoegd dan alle toegevoegde jaren samen doorheen alle voorgaande millennia van de evolutie van de mens. In een oogwenk hebben we onze levensduur bijna verdubbeld. Als je dus ooit het gevoel hebt dat je geen vat hebt op dat verouderen, hoef je jezelf niks te verwijten. Het is gloednieuw.

En omdat de vruchtbaarheidscijfers daalden tijdens dezelfde periode waarin de levensverwachting steeg, is de piramide die altijd de leeftijdsverdeling van de bevolking heeft voorgesteld, met onderaan veel jonge mensen en bovenaan een kleine piek met ouderen die het halen en tot op hoge leeftijd leven, aan het veranderen in een rechthoek.

Als jij het soort persoon bent dat koude rillingen krijgt van bevolkingsstatistieken, dan zullen deze zeker dat effect hebben. Dat betekent namelijk dat voor de eerste keer in de geschiedenis van onze soort de meerderheid van de baby's die geboren worden in de ontwikkelde landen de kans hebben om oud te worden.

Hoe is dat gebeurd? We zijn genetisch niet sterker dan onze voorouders 10.000 jaar geleden. Deze groeiende levensverwachting is het wonderbaarlijke product van cultuur -- de smeltkroes van wetenschap en technologie en grootschalige veranderingen in gedrag die gezondheid en welzijn verbeteren. Door culturele veranderingen hebben onze voorouders een vroegtijdige dood grotendeels geëlimineerd zodat mensen nu hun leven volledig kunnen leven.

Er zijn problemen die gelinkt zijn aan verouderen -- ziektes, armoede, verlies van sociale status. Het is nog lang geen tijd om op onze lauweren te rusten. Maar hoe meer we leren over verouderen, hoe duidelijker het wordt dat een radicaal neerwaartse gang erg inaccuraat is. Verouderen brengt enkele merkwaardige verbeteringen met zich mee -- toegenomen kennis en bekwaamheid. De emotionele aspecten van ons leven verbeteren. Inderdaad, oudere mensen zijn gelukkig. Ze zijn gelukkiger dan mensen van middelbare leeftijd, en zeker dan jonge mensen. Onderzoek na onderzoek komt tot dezelfde conclusie.

In een recent Amerikaans onderzoek werd de ondervraagden eenvoudigweg gevraagd of ze de voorbije week aanzienlijk psychologisch leed hadden ondervonden. Minder ouderen antwoordden daarop bevestigend dan mensen van middelbare leeftijd en dan jonge mensen. Een recente poll van Gallup vroeg de deelnemers hoeveel stress, zorgen en woede ze de vorige dag ervaren hadden. Stress, zorgen en woede verminderen alle drie naargelang je ouder wordt.

Sociale wetenschappers noemen dat de paradox van het verouderen. Ouder worden is uiteindelijk niet gemakkelijk. We hebben allerlei vragen gesteld om te kijken of we die bevinding teniet konden doen. We vroegen ons af of de huidige generaties van ouderen misschien de beste generaties zijn en dat altijd zijn geweest. Dat wil zeggen dat tegenwoordig jonge mensen die verbeteringen misschien niet typisch ondervinden bij het ouder worden. We hebben ons afgevraagd of ouderen misschien gewoon een positieve draai proberen geven aan een anders deprimerend bestaan. (Gelach) Maar hoe meer we die vondst proberen te verwerpen, hoe meer bewijs we vinden dat ze ondersteunt.

Jaren geleden begonnen mijn collega's en ik aan een onderzoek waarvoor we dezelfde groep mensen tien jaar lang volgden. Oorspronkelijk waren ze 18 tot 94 jaar oud. We onderzochten of en hoe hun emotionele ervaringen veranderden met het ouder worden. De deelnemers droegen een week lang elektronische piepers en we piepten hen op willekeurige momenten op doorheen de dag en 's avonds. Elke keer dat we hen oppiepten, vroegen we hen een aantal vragen te beantwoorden -- Hoe gelukkig ben je op dit moment, op een schaal van 1 tot 7? Hoe verdrietig ben je? Hoe gefrustreerd ben je? -- om een idee te kunnen krijgen van het soort emoties en gevoelens dat ze hadden in hun dagelijkse leven.

Op basis van dit intens onderzoek van individuen ontdekken we dat het niet een specifieke generatie is die het beter doet dan de andere, maar dat dezelfde individuen doorheen de tijd relatief grotere positieve ervaring/beleving gaan melden. Je ziet hier deze lichte daling op erg gevorderde leeftijden. Er is een lichte daling. Maar er is geen punt waarop het terugkeert naar de niveaus die we in de vroege volwassenheid zien.

Het is echt te simplistisch om te zeggen dat oudere mensen "gelukkig" zijn. In ons onderzoek zijn ze positiever, maar ze hebben ook meer de neiging dan jongere mensen om gemengde gevoelens te ervaren -- verdriet en geluk op hetzelfde moment; je weet wel, die traan in je ooghoek wanneer je naar een vriend lacht. Ander onderzoek heeft aangetoond dat oudere mensen gemakkelijker lijken om te gaan met verdriet. Ze aanvaarden verdriet makkelijker dan jongere mensen. We vermoeden dat dat kan helpen verklaren waarom oude mensen beter zijn dan jongere in het oplossen van verhitte emotionele conflicten en discussies. Oudere mensen kunnen onrecht bekijken met medeleven, maar zonder wanhoop.

Het lijkt erop dat ouderen hun cognitieve vermogens, zoals aandacht en geheugen, meer op positieve informatie richten dan op negatieve. Als we mensen van alle leeftijden beelden tonen zoals die op het scherm en hen later vragen om zich zoveel mogelijk beelden te herinneren, herinneren de oudere mensen, maar niet de jongere, zich meer positieve beelden dan negatieve. We hebben oudere en jongere mensen in laboratoriumonderzoeken gevraagd gezichten te bekijken, sommige fronsend, sommige lachend. Ouderen kijk naar de lachende gezichten en weg van de fronsende, boze gezichten. In het dagelijks leven wordt dat omgezet in meer plezier en genoegen/tevredenheid.

Maar als sociale wetenschappers blijven we vragen naar mogelijke alternatieven. We hebben voorgesteld dat ouderen misschien meer positieve emoties melden omdat ze cognitief gehandicapt zijn. (Gelach) We hebben ons afgevraagd of positieve emoties misschien gewoon makkelijker te verwerken zijn dan negatieve, en we daarom op positieve emoties overschakelen. Misschien zijn de zenuwcentra in onze hersenen zo erg gedegenereerd dat we geen negatieve emoties meer kunnen verwerken. Maar dat is niet het geval. De oudere volwassenen die mentaal het scherpst zijn, zijn degenen die dat positieve effect het meest vertonen. En onder omstandigheden waarin het er echt toe doet, verwerken ouderen de negatieve informatie wel, evengoed als de positieve informatie.

Hoe kan dat nu? Uit ons onderzoek is gebleken dat deze veranderingen fundamenteel gebaseerd zijn op het voor mensen unieke vermogen om tijd te beheren -- niet alleen op de klok en de kalender, maar ook levenstijd. Als er een verouderingsparadox is, dan houdt die in dat het inzicht dat we niet eeuwig leven ons perspectief op leven op positieve manieren verandert. Wanneer de horizon van de tijd ver weg en vaag is, zoals in onze jeugd typisch het geval is, zijn mensen voortdurend bezig, proberen ze zoveel mogelijk informatie op te nemen, nemen ze risico's, verkennen ze de wereld. We brengen misschien tijd door met mensen die we niet eens leuk vinden, omdat het op een bepaalde manier interessant is. We leren misschien onverwachts wel iets. (Gelach) We gaan op blind dates. (Gelach) Je weet dat als er niets van komt, er morgen een nieuwe dag is. Mensen boven de 50 gaan niet op blind dates.

(Gelach)

Naarmate we ouder worden, komt onze tijdhorizon dichterbij en veranderen onze doelen. Als we inzien dat we niet alle tijd van de wereld hebben, zien we onze prioriteiten ontzettend duidelijk. We slaan minder acht op onbelangrijke zaken. We genieten van het leven. We hebben meer waardering voor verzoening, staan er meer voor open. We investeren in meer emotioneel belangrijke aspecten van het leven, en het leven wordt beter, dus zijn we gelukkiger in ons dagelijks leven. Maar dezelfde perspectiefwijziging zorgt ervoor dat we onrecht minder verdragen dan ooit.

Tegen 2015 zullen er in de Verenigde Staten meer mensen boven de 60 zijn dan onder de 15. Wat zal er gebeuren met samenlevingen waarin zoveel meer ouderen leven? De cijfers zullen de afloop niet bepalen. Dat zal de cultuur doen. Als we investeren in wetenschap en technologie en oplossingen vinden voor de echte problemen waar ouderen mee geconfronteerd worden en als we profiteren van de reële sterktes van ouderen, dan kunnen toegevoegde levensjaren de levenskwaliteit dramatisch verbeteren op elke leeftijd. Samenlevingen met miljoenen getalenteerde, emotioneel stabiele burgers die gezonder zijn en beter opgeleid dan eender welke generatie voor hen, gewapend met kennis over de praktische levenskwesties en gemotiveerd om de grote problemen op te lossen, kunnen betere samenlevingen zijn dan we ooit gekend hebben.

Mijn vader, die 92 is, zegt altijd: "We moeten ophouden met alleen te praten over hoe we oude mensen moeten redden en beginnen praten over hoe zij ons allemaal gaan kunnen redden."

Bedankt."

(Applaus)

 

Bron: TED.com
Reactie plaatsen